Lien: vertaling Frans

Remove Ads

Overzicht

Frans naar Engels: Meer gegevens...

lien:
- association; relation; junction; liaison; connection; bond; relationship; link; relative context; contact; alliance; brotherhood; tyre; tire; hyperlink
Wiktionary:
- lien → tie, binding, bond, link, hyperlink, connection, beam
- lien → link, tie, chain, fetter, shackle, manacle, trammel
- îlien → islander
- îlien → islander

Engels naar Frans: Meer gegevens...

lien:
- Wiktionary:
  lien → sûreté réelle
- Synoniemen voor "lien":
  security interest
  spleen; lymphatic tissue; lymphoid tissue

Frans

Uitgebreide vertaling voor lien (Frans) in het Engels

lien:

lien [le ~] zelfstandig naamwoord

le lien (rapport; relation)
the association; the relation; the junction; the liaison; the connection; the bond; the relationship; the link
- association [the ~] zelfstandig naamwoord
- relation [the ~] zelfstandig naamwoord
- junction [the ~] zelfstandig naamwoord
- liaison [the ~] zelfstandig naamwoord
- connection [the ~] zelfstandig naamwoord
- bond [the ~] zelfstandig naamwoord
- relationship [the ~] zelfstandig naamwoord
- link [the ~] zelfstandig naamwoord
le lien (relation; liaison; chaînon)
the relative context; the connection; the link; the contact
- relative context [the ~] zelfstandig naamwoord
- connection [the ~] zelfstandig naamwoord
- link [the ~] zelfstandig naamwoord
- contact [the ~] zelfstandig naamwoord
le lien (alliance; union; entente; solidarité)
the alliance; the brotherhood
- alliance [the ~] zelfstandig naamwoord
- brotherhood [the ~] zelfstandig naamwoord
le lien (corrélation; connexion; cohérence; rapport; liaison; affinité; réciprocité; cohésion; parenté; relation; interaction; consistance; analogie)
the relationship; the connection
- relationship [the ~] zelfstandig naamwoord
- connection [the ~] zelfstandig naamwoord
le lien (ventrière; ruban)
the tyre; the tire
– hoop that covers a wheel ¹
- tyre [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
- tire [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans
  - automobile tires are usually made of rubber and filled with compressed air¹
le lien (lien hypertexte)
the link; the hyperlink
– A connection between an element in a hypertext document, such as a word, phrase, symbol, or image, and a different element in the document, another document, a file, or a script. ²
- link [the ~] zelfstandig naamwoord
- hyperlink [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor lien:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
alliance	alliance; entente; lien; solidarité; union	accord; accord de coopération; alliance; association; cercle; club; coalition; collaboration; communauté; compagnie; concorde; confrérie; confédération; confédération d'états; congrégation; convention; corporation; entente; fraternité; fédération; harmonie; liaison; ligue; pacte; parenté; rapport; relation; société; solidarité; syndicat; traité; union; unité
association	lien; rapport; relation	alliance; amicale; association; cercle; club; club d'étudiants; coalition; combinaison; communauté; compagnie; confrérie; confédération; congrégation; convention; corporation; fraternité; fédération; guilde; guilde de métier; jonction; liaison; ligue; pacte; participation; rapport; relation; réunion; société; syndicat; traité; union; union des artisans
bond	lien; rapport; relation	alliance; assujétissement; caution; coalition; confédération; convention; corporation; emprunt obligataire; fédération; gage; garant; garantie; liaison; ligue; manque de liberté; obligation financière; pacte; papier de commerce; papier de luxe; rapport; relation; sujétion; syndicat; titres; traité; union; valeur; épaisseur
brotherhood	alliance; entente; lien; solidarité; union
connection	affinité; analogie; chaînon; cohérence; cohésion; connexion; consistance; corrélation; interaction; liaison; lien; parenté; rapport; relation; réciprocité	accord; accouplement; alliance; assemblage; branchement du téléphone; combinaison; communication; communication téléphonique; commutation; concorde; connexion; contact; couplage; enchaînement; entente; fraternité; harmonie; installation du téléphone; interface; joint; jonction; le rapport; liaison; ligne téléphonique; parenté; raccord; relation; réunion; solidarité; soudure; union; unité
contact	chaînon; liaison; lien; relation	communication; connexion; contact; contact professionnel; fréquentation; interface; intermédiaire; jonction; le rapport; lentille; liaison; ligne téléphonique; relation; sentiment de contact
hyperlink	lien; lien hypertexte
junction	lien; rapport; relation	accouplement; assemblage; carrefour; combinaison; confluence; connexion; croisement; croisée; embranchement; intersection; jonction; liaison; noeud; noeud routier; raccord; relation; réunion
liaison	lien; rapport; relation	accouplement; assemblage; combinaison; connexion; jonction; liaison; raccord; relation; réunion
link	chaînon; liaison; lien; lien hypertexte; rapport; relation	chaînon; liaison; liaison OLE/DDE; ligne de télécommunications; maillon; rapport; relation; épaisseur
relation	lien; rapport; relation	contexte; contextuel; parenté; proportion; relation; relation entre les propositions
relationship	affinité; analogie; cohérence; cohésion; connexion; consistance; corrélation; interaction; liaison; lien; parenté; rapport; relation; réciprocité	aventure amoureuse; aventure galante; flirt; histoire d'amour; liaison; parenté; rapport; relation; relation amoureuse; romance
relative context	chaînon; liaison; lien; relation
tire	lien; ruban; ventrière
tyre	lien; ruban; ventrière
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
link		accoupler; adjoindre; assembler; associer; attacher; attacher ensemble; brancher; connecter; enchaîner; grouper; joindre; joindre ensemble; liaison; lier; rattacher à; relier; réunir; réunir en accouplant; unir
tire		devenir fatigué; se fatiguer
tyre		devenir fatigué; se fatiguer

Synoniemen voor "lien":

accointance; fréquentation; attache; relation; rapport; analogie; similitude; ressemblance; proximité; affinité; parenté; voisinage; correspondance; affection; relie; affecte; intéresse; chaînage; arpentage; étayage; chaîne; bague; ciment; mortier; béton; liant; concordance; connexité; dépendance; corde; cordelette; cordon; cordelière; ficelle; lacet; laisse; longe; tendeur; cordage; entrave; carcan; joug; fil; tranchant; garrot; liaison; jonction; alliance; association; intermédiaire; truchement; union; enchaînement; continuité; ligature; ruban; bride; licol; linkage; noeud; boucle; collet; lacs; épissure; suite; effet; conséquence; résultat; déroulement

Wiktionary: lien

lien

noun

Ce qui sert à lier
- lien → tie; binding
Corde ou chaîne qui sert à attacher un prisonnier
- lien → tie
Engagement, contrat, attache, union
- lien → bond
Barres réunissant plusieurs figures de notes à crochets successives
- lien → tie
Langage informatique
- lien → link

lien

noun

computing: hyperlink
- link → lien; hypertexte; hyperlien
connection
- link → connexion; rapport; lien
area on a Web page
- hyperlink → hypertexte; hyperlien; lien
point at which two or more things are joined
- connection → rapport; lien
link, connection or union
- bond → lien
that which binds, a band
- bond → entrave; lien
connector of notes
- beam → lien; ligature

Cross Translation:

From	To	Via
• lien	→ link	↔ link — een verwijzing
• lien	→ tie	↔ Fessel — im übertragenen Sinn: etwas, das die Freiheit oder Bewegungsfreiheit einschränkt
• lien	→ chain; fetter; shackle; manacle; trammel	↔ Fessel — meist bandförmiges Mittel zum Verschnüren und Festbinden von Personen

îlien:

Synoniemen voor "îlien":

insulaire

Wiktionary: îlien

îlien

noun

person who lives on an island
- islander → îlienne; îlien; habitante de l'île; habitant de l'île; habitante d'une île; habitant d'une île; insulaire

Cross Translation:

From	To	Via
• îlien	→ islander	↔ Insulaner — jemand, der auf einer Insel wohnt

Verwante vertalingen van lien

Engels

Uitgebreide vertaling voor lien (Engels) in het Frans

lien:

Vertaal Matrix voor lien:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	spleen

Synoniemen voor "lien":

security interest
spleen; lymphatic tissue; lymphoid tissue

Verwante definities voor "lien":

a large dark-red oval organ on the left side of the body between the stomach and the diaphragm; produces cells involved in immune responses¹
the right to take another's property if an obligation is not discharged¹

Wiktionary: lien

lien

noun

a legal claim; a charge upon real or personal property for the satisfaction of some debt or duty
- lien → sûreté réelle

Verwante vertalingen van lien

letter of lien

Remove Ads

Franse en Engelse zoekresultaten voor: lien

Uitgebreide vertaling voor lien (Frans) in het Engels

lien:

lien [le ~] zelfstandig naamwoord

le lien (rapport; relation)

le lien (relation; liaison; chaînon)

le lien (alliance; union; entente; solidarité)

le lien (corrélation; connexion; cohérence; rapport; liaison; affinité; réciprocité; cohésion; parenté; relation; interaction; consistance; analogie)

le lien (ventrière; ruban)

le lien (lien hypertexte)

Vertaal Matrix voor lien:

Synoniemen voor "lien":

Wiktionary: lien

îlien:

Synoniemen voor "îlien":

Wiktionary: îlien

Verwante vertalingen van lien

Uitgebreide vertaling voor lien (Engels) in het Frans

lien:

Vertaal Matrix voor lien:

Synoniemen voor "lien":

Verwante definities voor "lien":

Wiktionary: lien

Verwante vertalingen van lien