Imprécation: vertaling Frans

Overzicht

Frans naar Engels: Meer gegevens...

imprécation:
- curse; anathema; malediction; imprecation; swear-word
Wiktionary:
- imprécation → curse, imprecation

Engels naar Frans: Meer gegevens...

imprecation:
- malédiction; imprécation
Wiktionary:
- imprecation → exécration, malédiction, imprécation, lancer des imprécations contre, exécrer, maudire

Frans

Uitgebreide vertaling voor imprécation (Frans) in het Engels

imprécation:

imprécation [la ~] zelfstandig naamwoord

l'imprécation (malédiction)
the curse; the anathema; the malediction; the imprecation; the swear-word
- curse [the ~] zelfstandig naamwoord
- anathema [the ~] zelfstandig naamwoord
- malediction [the ~] zelfstandig naamwoord
- imprecation [the ~] zelfstandig naamwoord
- swear-word [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor imprécation:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
anathema	imprécation; malédiction
curse	imprécation; malédiction
imprecation	imprécation; malédiction
malediction	imprécation; malédiction
swear-word	imprécation; malédiction
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
curse		damner; fulminer; injurier; insulter; jurer; lâcher des jurons; maudire; tempêter; vociférer

Synoniemen voor "imprécation":

blasphème; sacrilège; juron; injure; insulte; impiété; irréligion; malédiction; anathème; jurement; exécration; serment; outrage; voeu

Wiktionary: imprécation

imprécation

noun

souhait de malheurs qu’on fait contre quelqu’un.
- imprécation → curse; imprecation

imprécation

noun

a curse
- imprecation → exécration; malédiction; imprécation

Computer vertaling door derden:

Engels

Uitgebreide vertaling voor imprécation (Engels) in het Frans

imprecation:

imprecation [the ~] zelfstandig naamwoord

the imprecation (malediction; curse; anathema; swear-word)
la malédiction; l'imprécation
- malédiction [la ~] zelfstandig naamwoord
- imprécation [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor imprecation:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
imprécation	anathema; curse; imprecation; malediction; swear-word
malédiction	anathema; curse; imprecation; malediction; swear-word
-	malediction

Synoniemen voor "imprecation":

malediction; execration; condemnation; curse
accusation; accusal

Verwante definities voor "imprecation":

the act of calling down a curse that invokes evil (and usually serves as an insult)¹
- he suffered the imprecations of the mob¹
a slanderous accusation¹

Wiktionary: imprecation

imprecation

noun

a curse
- imprecation → exécration; malédiction; imprécation
act of imprecating, or invoking evil upon someone
- imprecation → lancer des imprécations contre; exécrer; maudire

imprecation

noun

souhait de malheurs qu’on fait contre quelqu’un.
- imprécation → curse; imprecation

Computer vertaling door derden:

Franse en Engelse zoekresultaten voor: imprécation

Uitgebreide vertaling voor imprécation (Frans) in het Engels

imprécation:

imprécation [la ~] zelfstandig naamwoord

l'imprécation (malédiction)

Vertaal Matrix voor imprécation:

Synoniemen voor "imprécation":

Wiktionary: imprécation

Uitgebreide vertaling voor imprécation (Engels) in het Frans

imprecation:

imprecation [the ~] zelfstandig naamwoord

the imprecation (malediction; curse; anathema; swear-word)

Vertaal Matrix voor imprecation:

Synoniemen voor "imprecation":

Verwante definities voor "imprecation":

Wiktionary: imprecation