Overzicht
Frans naar Engels: Meer gegevens...
-
interdit:
- illegal; illegitimate; illicit; clandestine; embarrassed; inhibited; bashful; confused; astonished; speechless; amazed; flabbergasted; staggered; stupefied; dumb; blank; inarticulate; tongue-tied; dazed; taken aback; glum; dumbfounded; in a daze; crestfallen; highly surprised; stealthy; stunned; baffled; perplexed; upset
- suspension
- interdire:
- Wiktionary:
Frans
Uitgebreide vertaling voor interdit (Frans) in het Engels
interdit:
-
interdit (illégal; défendu; illicite; illégitime; clandestin; contraire à la loi; injuste; clandestinement)
illegal; illegitimate; illicit; clandestine-
illegal bijvoeglijk naamwoord
-
illegitimate bijvoeglijk naamwoord
-
illicit bijvoeglijk naamwoord
-
clandestine bijvoeglijk naamwoord
-
-
interdit (illégal; illicite; clandestin)
-
interdit (confus; déconcerté; interloqué)
embarrassed; inhibited; bashful; confused-
embarrassed bijvoeglijk naamwoord
-
inhibited bijvoeglijk naamwoord
-
bashful bijvoeglijk naamwoord
-
confused bijvoeglijk naamwoord
-
-
interdit (stupéfait; étonné; surpris; perplexe; décontenancé; avec étonnement; bouche bée; ahuri; hébété; déconcerté; étourdi; ébahi; d'un air surpris)
astonished; speechless; amazed; staggered; stupefied; dumb; blank; inarticulate-
astonished bijvoeglijk naamwoord
-
speechless bijvoeglijk naamwoord
-
amazed bijvoeglijk naamwoord
-
staggered bijvoeglijk naamwoord
-
stupefied bijvoeglijk naamwoord
-
dumb bijvoeglijk naamwoord
-
blank bijvoeglijk naamwoord
-
inarticulate bijvoeglijk naamwoord
flabbergasted– as if struck dumb with astonishment and surprise 1-
flabbergasted bijvoeglijk naamwoord
-
-
interdit (muet; ébahi; sans voix; mat; pantois; ébaubi; terne; ahuri; baba; perplexe; éberlué; bouche bée; décontenancé; estomaqué)
flabbergasted– as if struck dumb with astonishment and surprise 1-
flabbergasted bijvoeglijk naamwoord
-
-
interdit (pantois; ahuri; penaud; déconcerté; déconfit)
dazed; taken aback; glum; dumbfounded; in a daze; crestfallen-
dazed bijvoeglijk naamwoord
-
taken aback bijvoeglijk naamwoord
-
glum bijvoeglijk naamwoord
-
dumbfounded bijvoeglijk naamwoord
-
in a daze bijvoeglijk naamwoord
-
crestfallen bijvoeglijk naamwoord
-
-
interdit (stupéfait; perplexe; déconcerté; bouche bée; estomaqué)
highly surprised-
highly surprised bijvoeglijk naamwoord
-
-
interdit (clandestin; illicite; clandestinement; défendu; en cachette)
-
interdit (troublé; touché; bouche bée; estomaqué; frappé; stupéfait; effaré; perplexe; pantois; consterné; éberlué; ébahi; épaté; déconcerté; époustouflé; décontenancé)
flabbergasted– as if struck dumb with astonishment and surprise 1-
flabbergasted bijvoeglijk naamwoord
-
-
l'interdit (suspension de ses fonctiones; suspension)
the suspension
Vertaal Matrix voor interdit:
Synoniemen voor "interdit":
Wiktionary: interdit
interdit
Cross Translation:
adjective
interdit
-
Défendu par la loi ou la morale
- interdit → forbidden; prohibited; no
en-det
-
used to show an activity is forbidden
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• interdit | → aphasic; speechless; tongueless; voiceless | ↔ sprachlos — ohne gesprochene Worte; stumm |
• interdit | → forbidden; prohibited; verboten | ↔ verboten — nicht erlaubt |
interdit vorm van interdire:
interdire werkwoord (interdis, interdit, interdisons, interdites, interdisent, interdisais, interdisait, interdisions, interdisiez, interdisaient, interdîmes, interdîtes, interdirent, interdirai, interdiras, interdira, interdirons, interdirez, interdiront)
Conjugations for interdire:
Présent
- interdis
- interdis
- interdit
- interdisons
- interdites
- interdisent
imparfait
- interdisais
- interdisais
- interdisait
- interdisions
- interdisiez
- interdisaient
passé simple
- interdis
- interdis
- interdit
- interdîmes
- interdîtes
- interdirent
futur simple
- interdirai
- interdiras
- interdira
- interdirons
- interdirez
- interdiront
subjonctif présent
- que j'interdise
- que tu interdises
- qu'il interdise
- que nous interdisions
- que vous interdisiez
- qu'ils interdisent
conditionnel présent
- interdirais
- interdirais
- interdirait
- interdirions
- interdiriez
- interdiraient
passé composé
- ai interdit
- as interdit
- a interdit
- avons interdit
- avez interdit
- ont interdit
divers
- interdis!
- interdites!
- interdisons!
- interdit
- interdisant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles
Vertaal Matrix voor interdire:
Synoniemen voor "interdire":
Wiktionary: interdire
interdire
Cross Translation:
verb
interdire
verb
-
to disallow
-
to prohibit
-
forbid
-
to proscribe
-
forbid or prohibit
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• interdire | → prohibit; forbid | ↔ verbieden — een bepaalde handeling strafbaar stellen |
• interdire | → defrock; displace; remove; office | ↔ entheben — (transitiv) jemanden von einem Amt, Posten etc. entfernen |
• interdire | → forbid; prohibit | ↔ verbieten — Unterlassung fordern |
• interdire | → outlaw; proscribe | ↔ ächten — (transitiv) verdammen; als unerwünscht erklären |