Casquette: vertaling Frans

Overzicht

Frans naar Engels: Meer gegevens...

casquette:
- cap; hat; headgear; bonnet; tame; button; covering for the head
Wiktionary:
- casquette → cap, persona
- casquette → cap, beret

Frans

Uitgebreide vertaling voor casquette (Frans) in het Engels

la casquette (chapeau; bonnet; béret; couvre-chef; feutre)
the cap; the hat; the headgear; the bonnet; the tame; the button
- cap [the ~] zelfstandig naamwoord
- hat [the ~] zelfstandig naamwoord
- headgear [the ~] zelfstandig naamwoord
- bonnet [the ~] zelfstandig naamwoord
- tame [the ~] zelfstandig naamwoord
- button [the ~] zelfstandig naamwoord
la casquette (bonnet; chapeau; couvre-chef; feutre)
the bonnet; the cap; the headgear; the hat
- bonnet [the ~] zelfstandig naamwoord
- cap [the ~] zelfstandig naamwoord
- headgear [the ~] zelfstandig naamwoord
- hat [the ~] zelfstandig naamwoord
la casquette (chapeau; béret; bonnet; chaperon; couvre-chef)
the hat; the covering for the head
- hat [the ~] zelfstandig naamwoord
- covering for the head [the ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bonnet	bonnet; béret; casquette; chapeau; couvre-chef; feutre	capote
button	bonnet; béret; casquette; chapeau; couvre-chef; feutre	bouton; bouton de chemise; bouton de souris; bouton-pression; petit bouton-pression
cap	bonnet; béret; casquette; chapeau; couvre-chef; feutre	bonnet; bouchon; bouchon de fermeture; bouchon à coiffe métallique; béret; béret d'uniforme; capuce; capuche; capuchon; casque; casquette d'uniforme; cliquette; extrémité de fin; pétard
covering for the head	bonnet; béret; casquette; chapeau; chaperon; couvre-chef
hat	bonnet; béret; casquette; chapeau; chaperon; couvre-chef; feutre	chapeau
headgear	bonnet; béret; casquette; chapeau; couvre-chef; feutre	couvre-chef
tame	bonnet; béret; casquette; chapeau; couvre-chef; feutre
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
button		attacher; attacher ensemble; attacher l'un à l'autre; lier; lier ensemble; nouer; rattacher
tame		apprivoiser; arriver; dominer; dompter; dresser; envahir; gagner; maîtriser; posséder; soumettre; terrasser; vaincre
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
tame		apprivoisé; docile; docilement; domestique; maniable; obéissant; soumis

casquette

noun

couvre-chef traditionnellement d’homme, fait d’étoffe ou de peau, qui a ordinairement une visière sur le devant.
- casquette → cap

casquette

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• casquette	→ cap	↔ pet — een redelijk plat hoofddeksel met een klep, in Vlaanderen 'klak' genoemd.
• casquette	→ cap	↔ Kappe — dicht den Kopf umschließende Kopfbedeckung
• casquette	→ cap; beret	↔ Mütze — eng den Kopf umschließende Kopfbedeckung aus sehr weichem Material