Argument: vertaling Frans

Remove Ads

Overzicht

Frans naar Engels: Meer gegevens...

argument:
- argument
argumenté:
- underpinned; thorough; exhaustive
Wiktionary:
- argument → argument, pitch
- argument → argument

Engels naar Frans: Meer gegevens...

argument:
- argument; conflit; dispute; querelle; collision; litige; désaccord; accrochage; discorde; altercation; différend; heurt; démêlé; débat; discussion; controverse; plaidoirie; plaidoyer; défense; argumentation; désordre; contestation
Wiktionary:
- argument → argument, argumentation, querelle, actant
- argument → brouiller
- argument → explication, dispute, conflit, argument

Frans

Uitgebreide vertaling voor argument (Frans) in het Engels

argument:

argument [le ~] zelfstandig naamwoord

l'argument
the argument
- argument [the ~] zelfstandig naamwoord
l'argument
the argument
– A value that a function or a method uses to perform operations or calculations. The type of argument is specific to the function or method. Common arguments include numbers, text, cell references, and names. ¹
- argument [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor argument:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
argument	argument	accrochage; altercation; argumentation; collision; conflit; contestation; controverse; différend; discorde; discussion; dispute; débat; défense; démêlé; désaccord; désordre; heurt; litige; plaidoirie; plaidoyer; querelle

Synoniemen voor "argument":

argumentation; exposé; justification; défense; explication; excuse; décharge; démonstration; apologie; preuve; prétexte; allégation; apparence; raison; motif; échappatoire; subterfuge; couverture; témoignage; confirmation; conviction; caution; gage; garantie; attestation; signe; critère; indice; raisonnement; réfutation; méthode; synthèse; dialectique; syllogisme; illogisme; sophisme; argutie

Wiktionary: argument

argument

noun

logi|fr raisonnement construire selon certaines règles, par lequel on tirer méthodiquement une conséquence d’une ou de deux propositions.
- argument → argument

argument

noun

variable that is being passed to a function
- argument → argument
fact or statement used to support a proposition; a reason
- argument → argument
effort to sell or promote something
- pitch → laïus; argument; présentation

Cross Translation:

From	To	Via
• argument	→ argument	↔ argument — een aangevoerd feit in een discussie om een zienswijze te ondersteunen
• argument	→ argument	↔ Argument — eine Aussage oder eine Kette von Schlussfolgerungen, die zur Begründung einer anderen Aussage (oder Behauptung) herangezogen wird

argumenté:

argumenté bijvoeglijk naamwoord

argumenté (fondé; étayé; soutenu; appuyé)
underpinned; thorough; exhaustive
- underpinned bijvoeglijk naamwoord
- thorough bijvoeglijk naamwoord
- exhaustive bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor argumenté:

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
exhaustive	appuyé; argumenté; fondé; soutenu; étayé	ample; amplement; approfondi; circonstancié; consciencieuse; consciencieusement; consciencieux; crucial; dans le détail; de base; de façon détaillée; de façon prolixe; diffus; détaillé; en détail; en profondeur; essentiel; exact; exactement; extensif; foncièrement; fondamental; grand; intrinsèque; large; largement; minutieuse; minutieusement; minutieux; méticuleusement; méticuleux; prolixe; précis; précisément; soigneusement; soigneux; spacieux; vaste; verbeuse; verbeusement; verbeux; vermeusement; élaboré; élémentaire; étendu; étendue
thorough	appuyé; argumenté; fondé; soutenu; étayé	absolu; accompli; achevé; approfondi; complet; consciencieusement; consciencieux; crucial; d'une manière sensée; dans le détail; de base; en profondeur; essentiel; foncièrement; fondamental; fondé; impeccable; intrinsèque; juste; parfait; parfaitement; profond; profondément; radical; radicalement; soigneusement; soigneux; soigné; totalement; très approfondi; très poussé; à fond; élémentaire
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
underpinned	appuyé; argumenté; fondé; soutenu; étayé

Synoniemen voor "argumenté":

ergoté; cornu

Verwante vertalingen van argument

argument sur lequel on peut prouver quelque chose 1

Engels

Uitgebreide vertaling voor argument (Engels) in het Frans

argument:

argument [the ~] zelfstandig naamwoord

the argument
l'argument
- argument [le ~] zelfstandig naamwoord
the argument (disagreement; conflict; dispute; row; quarrel; discord; difference of opinion)
le conflit; la dispute; la querelle; la collision; le litige; le désaccord; l'accrochage; la discorde; l'altercation; le différend; l'heurt; le démêlé
- conflit [le ~] zelfstandig naamwoord
- dispute [la ~] zelfstandig naamwoord
- querelle [la ~] zelfstandig naamwoord
- collision [la ~] zelfstandig naamwoord
- litige [le ~] zelfstandig naamwoord
- désaccord [le ~] zelfstandig naamwoord
- accrochage [le ~] zelfstandig naamwoord
- discorde [la ~] zelfstandig naamwoord
- altercation [la ~] zelfstandig naamwoord
- différend [le ~] zelfstandig naamwoord
- heurt [le ~] zelfstandig naamwoord
- démêlé [le ~] zelfstandig naamwoord
the argument (battle of words; disputation; quarrel; disagreement; verbal sword-play; dispute; squabble; verbal duel; debate; verbal dispute)
la dispute; le conflit; le débat; la querelle; la discussion; le différend; la controverse; la discorde
- dispute [la ~] zelfstandig naamwoord
- conflit [le ~] zelfstandig naamwoord
- débat [le ~] zelfstandig naamwoord
- querelle [la ~] zelfstandig naamwoord
- discussion [la ~] zelfstandig naamwoord
- différend [le ~] zelfstandig naamwoord
- controverse [la ~] zelfstandig naamwoord
- discorde [la ~] zelfstandig naamwoord
the argument (plea bargain; plea)
la plaidoirie; le plaidoyer; la défense
- plaidoirie [la ~] zelfstandig naamwoord
- plaidoyer [le ~] zelfstandig naamwoord
- défense [la ~] zelfstandig naamwoord
the argument (reasoning; line of thought)
l'argumentation
- argumentation [la ~] zelfstandig naamwoord
the argument (unease about; disagreement; discord)
le désordre; la discorde
- désordre [le ~] zelfstandig naamwoord
- discorde [la ~] zelfstandig naamwoord
the argument (counterargumentation)
la contestation
- contestation [la ~] zelfstandig naamwoord
the argument

– A value that a function or a method uses to perform operations or calculations. The type of argument is specific to the function or method. Common arguments include numbers, text, cell references, and names. ¹
l'argument
- argument [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor argument:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
accrochage	argument; conflict; difference of opinion; disagreement; discord; dispute; quarrel; row	bumping into; clasping; colliding with; collision; crash; crashing into; hit; hook on; hooking; skirmish; smash
altercation	argument; conflict; difference of opinion; disagreement; discord; dispute; quarrel; row	bumping into; colliding with; crashing into
argument	argument
argumentation	argument; line of thought; reasoning	arguing; argumentation; elucidation; line of thought; method of reasoning; quibbling; reasoning; style of argumentation; train of thought
collision	argument; conflict; difference of opinion; disagreement; discord; dispute; quarrel; row	bumping into; colliding with; collision; crash; crashing into; hit; smash
conflit	argument; battle of words; conflict; debate; difference of opinion; disagreement; discord; disputation; dispute; quarrel; row; squabble; verbal dispute; verbal duel; verbal sword-play	conflict; controversy; disagreement; dispute; labyrinth; maze; quarrel; squabble; struggle; wrangle; wrestle
contestation	argument; counterargumentation	contradiction; objection; opposition; protest; resistance
controverse	argument; battle of words; debate; disagreement; disputation; dispute; quarrel; squabble; verbal dispute; verbal duel; verbal sword-play	controversial topic; controversy; disagreement; dispute; disputed point; point of controversy; point of difference; quarrel; subject of controversy
différend	argument; battle of words; conflict; debate; difference of opinion; disagreement; discord; disputation; dispute; quarrel; row; squabble; verbal dispute; verbal duel; verbal sword-play	case; difference of opinion; dispute; issue; opinion; point of view; position; quarrel; question; row; squabble; standpoint; twist; view; wrangle
discorde	argument; battle of words; conflict; debate; difference of opinion; disagreement; discord; disputation; dispute; quarrel; row; squabble; unease about; verbal dispute; verbal duel; verbal sword-play	conflict; controversy; difference of opinion; disagreement; discomfort; discontent; discontentedness; discord; disgruntlement; disharmony; displeasure; dispute; dissatisfaction; dissension; disunity; division; ill-pleasure; labyrinth; malcontentedness; maze; quarrel; row; struggle; twist; unpleasantness; wrestle
discussion	argument; battle of words; debate; disagreement; disputation; dispute; quarrel; squabble; verbal dispute; verbal duel; verbal sword-play	change of mind; conversation; conversations; debate; dialog; dialogue; difference of opinion; discussing; discussion; dispute; gatherings; meetings; quarrel; row; symposia; talking; talking about; twist
dispute	argument; battle of words; conflict; debate; difference of opinion; disagreement; discord; disputation; dispute; quarrel; row; squabble; verbal dispute; verbal duel; verbal sword-play	arguing; challenge; contest; controversy; difference of opinion; disagreement; dispute; impugn; labyrinth; maze; quarrel; row; slanging-match; struggle; twist; wrestle
débat	argument; battle of words; debate; disagreement; disputation; dispute; quarrel; squabble; verbal dispute; verbal duel; verbal sword-play	change of mind; debate; discussion
défense	argument; plea; plea bargain	ban; counter-plea; cover; defence; defending; defense; interdiction; objection; patronage; prohibition; protection; resistance; shelter; suppression; tusk
démêlé	argument; conflict; difference of opinion; disagreement; discord; dispute; quarrel; row	difference of opinion; dispute; labyrinth; maze; quarrel; row; struggle; twist; wrestle
désaccord	argument; conflict; difference of opinion; disagreement; discord; dispute; quarrel; row	discomfort; discontent; discontentedness; discord; disgruntlement; displeasure; dissatisfaction; ill-pleasure; malcontentedness; unpleasantness
désordre	argument; disagreement; discord; unease about	absence of order; anarchy; bungle; bungling; caboodle; chaos; cheating; confused heap; confusion; corruption; corruptions; debris; defalcation; disarray; disorder; disorderliness; disturbance; embezzlement; fencing; fraud; hash; heap; interference; irregularity; jumble; labyrinth; malversation; malversations; mayhem; maze; mess; mix-up; muddle; swindle; swindling; tangle; trouble; welter
heurt	argument; conflict; difference of opinion; disagreement; discord; dispute; quarrel; row	blow; buffer; bump; bumper; clout; collision; controversy; crash; friction; hit; jab; labyrinth; maze; nudge; punch; push; quaking; quivering; shake; shaking; shove; smash; struggle; thrust; trembling; wallop; whopper; wrestle
litige	argument; conflict; difference of opinion; disagreement; discord; dispute; quarrel; row	labyrinth; maze; quarrel; squabble; struggle; wrangle; wrestle
plaidoirie	argument; plea; plea bargain
plaidoyer	argument; plea; plea bargain
querelle	argument; battle of words; conflict; debate; difference of opinion; disagreement; discord; disputation; dispute; quarrel; row; squabble; verbal dispute; verbal duel; verbal sword-play	controversy; difference of opinion; disagreement; dispute; fight; game of rough-and-tumble; quarrel; romp; romping; row; struggle; twist; wrestle
-	arguing; argumentation; contention; contestation; controversy; debate; disceptation; disputation; line; line of reasoning; literary argument; logical argument; parameter; statement; tilt
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
démêlé		disentangled; unravelled

Verwante woorden van "argument":

arguments

Synoniemen voor "argument":

statement; evidence
controversy; contention; contestation; disputation; disceptation; tilt; arguing; dispute; difference; difference of opinion; conflict
argumentation; debate; discussion; give-and-take; word
literary argument; summary; sum-up
variable; variable quantity

Verwante definities voor "argument":

a course of reasoning aimed at demonstrating a truth or falsehood; the methodical process of logical reasoning²
a variable in a logical or mathematical expression whose value determines the dependent variable; if f(x)=y, x is the independent variable²
(computer science) a reference or value that is passed to a function, procedure, subroutine, command, or program²
a summary of the subject or plot of a literary work or play or movie²
- the editor added the argument to the poem²
a fact or assertion offered as evidence that something is true²
- it was a strong argument that his hypothesis was true²
a discussion in which reasons are advanced for and against some proposition or proposal²
- the argument over foreign aid goes on and on²
a contentious speech act; a dispute where there is strong disagreement²
- they were involved in a violent argument²
A value that a function or a method uses to perform operations or calculations. The type of argument is specific to the function or method. Common arguments include numbers, text, cell references, and names.¹

Wiktionary: argument

argument

noun

variable that is being passed to a function
- argument → argument
process of reasoning
- argument → argumentation
verbal dispute; a quarrel
- argument → querelle
fact or statement used to support a proposition; a reason
- argument → argument

argument

noun

linguistique|fr constituant syntaxique imposé comme paramètre par la valence de certaines classes lexicales, comme le verbe principalement, mais aussi l’adjectif, la préposition, etc.
- actant → argument
logi|fr raisonnement construire selon certaines règles, par lequel on tirer méthodiquement une conséquence d’une ou de deux propositions.
- argument → argument

verb

mettre pêle-mêle, mêler, mélanger.
- brouiller → disturb; interfere with; upset; argument

Cross Translation:

From	To	Via
• argument	→ explication	↔ Auseinandersetzung — eingehende kritische Beschäftigung (mit etwas)
• argument	→ dispute; conflit	↔ Streit — heftig ausgetragene Kollision von Interessen oder Meinungen
• argument	→ argument	↔ Argument — eine Aussage oder eine Kette von Schlussfolgerungen, die zur Begründung einer anderen Aussage (oder Behauptung) herangezogen wird
• argument	→ argument	↔ argument — een aangevoerd feit in een discussie om een zienswijze te ondersteunen

Verwante vertalingen van argument

Remove Ads

Franse en Engelse zoekresultaten voor: argument

Uitgebreide vertaling voor argument (Frans) in het Engels

argument:

argument [le ~] zelfstandig naamwoord

l'argument

l'argument

Vertaal Matrix voor argument:

Synoniemen voor "argument":

Wiktionary: argument

argumenté:

argumenté bijvoeglijk naamwoord

argumenté (fondé; étayé; soutenu; appuyé)

Vertaal Matrix voor argumenté:

Synoniemen voor "argumenté":

Verwante vertalingen van argument

Uitgebreide vertaling voor argument (Engels) in het Frans

argument:

argument [the ~] zelfstandig naamwoord

the argument

the argument (disagreement; conflict; dispute; row; quarrel; discord; difference of opinion)

the argument (battle of words; disputation; quarrel; disagreement; verbal sword-play; dispute; squabble; verbal duel; debate; verbal dispute)

the argument (plea bargain; plea)

the argument (reasoning; line of thought)

the argument (unease about; disagreement; discord)

the argument (counterargumentation)

the argument

Vertaal Matrix voor argument:

Verwante woorden van "argument":

Synoniemen voor "argument":

Verwante definities voor "argument":

Wiktionary: argument

Verwante vertalingen van argument