Frans
Uitgebreide vertaling voor actif (Frans) in het Engels
actif:
-
actif (travaillant; travailleur; labourieusement; activement)
active; operative; working; laborious; actively; at work; hard-working; industriously; industrious-
active bijvoeglijk naamwoord
-
operative bijvoeglijk naamwoord
-
working bijvoeglijk naamwoord
-
laborious bijvoeglijk naamwoord
-
actively bijwoord
-
at work bijvoeglijk naamwoord
-
hard-working bijvoeglijk naamwoord
-
industriously bijwoord
-
industrious bijvoeglijk naamwoord
-
-
actif (occupé; agissant; active; travailleur; diligent; animé; activement; affairé; diligemment)
busy; active; humming; operative; busily; hard-working; actively; working; industrious; industriously-
busy bijvoeglijk naamwoord
-
active bijvoeglijk naamwoord
-
humming bijvoeglijk naamwoord
-
operative bijvoeglijk naamwoord
-
busily bijwoord
-
hard-working bijvoeglijk naamwoord
-
actively bijwoord
-
working bijvoeglijk naamwoord
-
industrious bijvoeglijk naamwoord
-
industriously bijwoord
-
-
actif (laborieux; active; diligent; diligemment; activement; laborieuse; laborieusement)
active; hard-working; industrious-
active bijvoeglijk naamwoord
-
hard-working bijvoeglijk naamwoord
-
industrious bijvoeglijk naamwoord
-
-
actif (remuant; énergique; vivement; dynamique; vive; vif; animé; avec vivacité; activement; énergiquement; avec beaucoup d'énergie)
-
actif (énergique; dynamique; résolument; énergiquement; avec beaucoup d'énergie)
-
actif (à action rapide; rapide; à effet rapide)
quick-acting-
quick-acting bijvoeglijk naamwoord
-
-
actif (laborieux; travailleur)
diligent; laborious; hard working; industrious-
diligent bijvoeglijk naamwoord
-
laborious bijvoeglijk naamwoord
-
hard working bijvoeglijk naamwoord
-
industrious bijvoeglijk naamwoord
-
-
actif (agité; nerveuse; affairé; sans relâche; sans repos; animé; nerveux; remuant; turbulent; d'une manière agitée)
-
actif
-
l'actif (voix active)
-
l'actif (biens; mobilier; équipement ménager; possession; meubles; biens meubles; propriété)
-
l'actif
Vertaal Matrix voor actif:
Synoniemen voor "actif":
Wiktionary: actif
actif
Cross Translation:
adjective
noun
actif
-
comptabilité|fr Ensemble du patrimoine d’une entreprise.
- actif → assets; work force; active
noun
-
any property or object of value that one possesses
-
something or someone of any value
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• actif | → active; industrious | ↔ bedrijvig — tot hard werken geneigd |
• actif | → assets | ↔ activa — (boekhouding) de in geld uitgedrukte waarde die het geheel aan bezittingen van een onderneming vertegenwoordigt |
• actif | → active | ↔ actief — met iets bezig zijnde |
• actif | → active | ↔ aktiv — umgangssprachlich: in einer bestimmten Hinsicht tätig, engagiert |
• actif | → active | ↔ aktiv — Physik: aktives Material: radioaktive Strahlen aussendend |
• actif | → lively | ↔ rege — in dauernder Bewegung, lebhaft |
• actif | → strenuous; agile; active; entrepreneurial | ↔ rührig — geschäftig, von Unternehmergeist besessen |
• actif | → asset | ↔ Aktivum — Wirtschaft, meist Plural: Vermögenswert, der auf der Aktivseite der Bilanz eines Unternehmens steht |
• actif | → active | ↔ tätig — handelnd, etwas Praktisches tuend |