Overzicht
Frans naar Engels: Meer gegevens...
- inflexible:
-
Wiktionary:
- inflexible → inflexible, dour, adamant, undownable, unyielding
- inflexible → hard, unmoved, pitiless, cold, intransigent, inflexible
Engels naar Frans: Meer gegevens...
-
inflexible:
- sévère; strictement; rigoureux; dur; sévèrement; rigide; rude; rigoureusement; récalcitrant; serré; raide; rebelle; tendu; tenace; obstiné; en rebelle; insubordonnée; fixe; réticent; taciturne; têtu; retenu; réservé; impassible; intransigeant; inébranlable; à contrecoeur; insoumis; inflexible; revêche; fixement; indocile; d'une façon récalcitrante; avec rigidité; sans indulgence
-
Wiktionary:
- inflexible → inflexible, intraitable
- inflexible → intransigeant, inflexible, opiniâtre, rigide
Frans
Uitgebreide vertaling voor inflexible (Frans) in het Engels
inflexible:
-
inflexible (buté; têtu; entêté; contrariant; obstiné; réticent; revêche)
awkward; recalcitrant; against the grain-
awkward bijvoeglijk naamwoord
-
recalcitrant bijvoeglijk naamwoord
-
against the grain bijvoeglijk naamwoord
-
-
inflexible (d'une façon récalcitrante; têtu; récalcitrant; rebelle; revêche; en rebelle; réticent; à contrecoeur)
-
inflexible (impitoyable; inexorable; intraitable)
inexorable-
inexorable bijvoeglijk naamwoord
-
-
inflexible (inexorable; impitoyable; buté; entêté; irréconciliable)
-
inflexible (d'une façon récalcitrante; récalcitrant; serré; raide; rebelle; tendu; tenace; obstiné; en rebelle; insubordonnée; fixe; réticent; taciturne; têtu; rigide; retenu; réservé; impassible; intransigeant; inébranlable; à contrecoeur; insoumis; revêche; fixement; indocile)
rigid; stern; star; stubborn; obstinate; inflexible; immovable; straight-backed; unbending; recalcitrant; against the grain-
rigid bijvoeglijk naamwoord
-
stern bijvoeglijk naamwoord
-
star bijvoeglijk naamwoord
-
stubborn bijvoeglijk naamwoord
-
obstinate bijvoeglijk naamwoord
-
inflexible bijvoeglijk naamwoord
-
immovable bijvoeglijk naamwoord
-
straight-backed bijvoeglijk naamwoord
-
unbending bijvoeglijk naamwoord
-
recalcitrant bijvoeglijk naamwoord
-
against the grain bijvoeglijk naamwoord
-
-
inflexible (avec rigidité)
inflexible-
inflexible bijvoeglijk naamwoord
-
-
inflexible (péremptoire; rigide; méticuleux; minutieux; minutieusement; méticuleusement)
Vertaal Matrix voor inflexible:
Synoniemen voor "inflexible":
Wiktionary: inflexible
inflexible
Cross Translation:
adjective
inflexible
-
Qu’on ne peut fléchir, plier, courber.
- inflexible → inflexible
adjective
-
stiff, rigid
-
unyielding and obstinate
-
determined; unshakeable; unyielding
-
invincible; which cannot be brought down or overcome
-
not giving in
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• inflexible | → hard; unmoved; pitiless; cold | ↔ hart — nicht von Mitleid, Mitgefühl oder Barmherzigkeit geleitet - derart, dass es an Grausamkeit grenzt. |
• inflexible | → intransigent; inflexible | ↔ unnachgiebig — nicht bereit nachzugeben |
Engels
Uitgebreide vertaling voor inflexible (Engels) in het Frans
inflexible:
-
inflexible (strict; severe; stern)
sévère; strictement; rigoureux; dur; sévèrement; rigide; rude; rigoureusement-
sévère bijvoeglijk naamwoord
-
strictement bijvoeglijk naamwoord
-
rigoureux bijvoeglijk naamwoord
-
dur bijvoeglijk naamwoord
-
sévèrement bijvoeglijk naamwoord
-
rigide bijvoeglijk naamwoord
-
rude bijvoeglijk naamwoord
-
rigoureusement bijvoeglijk naamwoord
-
-
inflexible (obstinate; rigid; stern; star; stubborn; immovable; straight-backed; unbending; recalcitrant; against the grain)
récalcitrant; serré; raide; rebelle; tendu; tenace; obstiné; en rebelle; insubordonnée; fixe; réticent; taciturne; têtu; rigide; retenu; réservé; impassible; intransigeant; inébranlable; à contrecoeur; insoumis; inflexible; revêche; fixement; indocile; d'une façon récalcitrante-
récalcitrant bijvoeglijk naamwoord
-
serré bijvoeglijk naamwoord
-
raide bijvoeglijk naamwoord
-
rebelle bijvoeglijk naamwoord
-
tendu bijvoeglijk naamwoord
-
tenace bijvoeglijk naamwoord
-
obstiné bijvoeglijk naamwoord
-
en rebelle bijvoeglijk naamwoord
-
insubordonnée bijvoeglijk naamwoord
-
fixe bijvoeglijk naamwoord
-
réticent bijvoeglijk naamwoord
-
taciturne bijvoeglijk naamwoord
-
têtu bijvoeglijk naamwoord
-
rigide bijvoeglijk naamwoord
-
retenu bijvoeglijk naamwoord
-
réservé bijvoeglijk naamwoord
-
impassible bijvoeglijk naamwoord
-
intransigeant bijvoeglijk naamwoord
-
inébranlable bijvoeglijk naamwoord
-
à contrecoeur bijvoeglijk naamwoord
-
insoumis bijvoeglijk naamwoord
-
inflexible bijvoeglijk naamwoord
-
revêche bijvoeglijk naamwoord
-
fixement bijvoeglijk naamwoord
-
indocile bijvoeglijk naamwoord
-
d'une façon récalcitrante bijvoeglijk naamwoord
-
-
inflexible
-
inflexible (unyielding)
sans indulgence-
sans indulgence bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor inflexible:
Verwante woorden van "inflexible":
Synoniemen voor "inflexible":
Antoniemen van "inflexible":
Verwante definities voor "inflexible":
Wiktionary: inflexible
inflexible
Cross Translation:
adjective
inflexible
-
stiff, rigid
- inflexible → inflexible
adjective
-
Qu’on ne peut fléchir, plier, courber.
-
Caractéristique d'une personne avec laquelle il est impossible de négocier.
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• inflexible | → intransigeant; inflexible; opiniâtre; rigide | ↔ unnachgiebig — nicht bereit nachzugeben |