Home ->Woordenboeken ->Frans/Engels ->Zoek: contracté

Franse en Engelse zoekresultaten voor: contracté

Overzicht

Frans naar Engels: Meer gegevens...

contracté:
- tense; strained; stressed; uptight; convulsive
contracter:
- legally bind; sign up; contract
Wiktionary:
- contracté → cramped, taut
- contracter → make a contract, contract
- contracter → contract

Frans

Uitgebreide vertaling voor contracté (Frans) in het Engels

contracté:

contracté bijvoeglijk naamwoord

contracté (stressé; tendu; énervé)
tense; strained; stressed; uptight
- tense bijvoeglijk naamwoord
- strained bijvoeglijk naamwoord
- stressed bijvoeglijk naamwoord
- uptight bijvoeglijk naamwoord
contracté (convulsif; spasmodique; spasmodiquement)
convulsive
- convulsive bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor contracté:

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
convulsive	contracté; convulsif; spasmodique; spasmodiquement	convulsif; convulsivement; spasmodique
strained	contracté; stressé; tendu; énervé	affecté; artificiel; artificielle; artificiellement; faux; feint; forcé
stressed	contracté; stressé; tendu; énervé	avec inquiétude; inquiet; inquiète; soucieux; stressé; surmené
tense	contracté; stressé; tendu; énervé	captivant; palpitant
uptight	contracté; stressé; tendu; énervé	chauffé; nerveux; échauffé

Synoniemen voor "contracté":

crispé; tendu; nerveux; inquiet; resserré; acquis; endetté; obéré; noué; attaché; tramé

Wiktionary: contracté

contracté

adjective

tight because of or like suffering a cramp
- cramped → contracté
tight; under tension, as in a rope or bow string
- taut → tendu; contracté

contracter:

contracter werkwoord (contracte, contractes, contractons, contractez, contractent, contractais, contractait, contractions, contractiez, contractaient, contractai, contractas, contracta, contractâmes, contractâtes, contractèrent, contracterai, contracteras, contractera, contracterons, contracterez, contracteront)

contracter (signer un contrat avec; signer)
legally bind; sign up
- legally bind werkwoord
- sign up werkwoord
contracter (se contracter; crisper; resserrer; froncer)
to contract
- contract werkwoord (contracts, contracted, contracting)

Conjugations for contracter:

Présent

contracte
contractes
contracte
contractons
contractez
contractent

imparfait

contractais
contractais
contractait
contractions
contractiez
contractaient

passé simple

contractai
contractas
contracta
contractâmes
contractâtes
contractèrent

futur simple

contracterai
contracteras
contractera
contracterons
contracterez
contracteront

subjonctif présent

que je contracte
que tu contractes
qu'il contracte
que nous contractions
que vous contractiez
qu'ils contractent

conditionnel présent

contracterais
contracterais
contracterait
contracterions
contracteriez
contracteraient

passé composé

ai contracté
as contracté
a contracté
avons contracté
avez contracté
ont contracté

divers

contracte!
contractez!
contractons!
contracté
contractant

1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor contracter:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
contract		accord; contrat; convention; demande de devis; incident; tâche
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
contract	contracter; crisper; froncer; resserrer; se contracter	attraper; conclure un contrat; engager par contrat
legally bind	contracter; signer; signer un contrat avec
sign up	contracter; signer; signer un contrat avec	s'inscrire

Synoniemen voor "contracter":

choper; prendre; arrêter; saisir; attraper; voler; resserrer; acquérir; convulser; tirailler; tordre; crisper; endetter; raidir; roidir; tendre; figer; ankyloser; rétrécir; toper; accorder; accepter; acquiescer

Wiktionary: contracter

contracter

verb

conclure un contrat.
- contracter → make a contract
réduire, raccourcir, resserrer par le rapprochement des parties constitutif.
- contracter → contract

contracter

verb

gain or acquire (an illness)
- contract → contracter

Cross Translation:

From	To	Via
• contracter	→ contract	↔ samentrekken — in elkaar trekken
• contracter	→ contract	↔ contracteren — een contract sluiten
• contracter	→ contract	↔ kontrahieren — Biologie, Medizin: sich zusammenziehen (bei Muskeln)

Computer vertaling door derden: