Victime: vertaling Frans

Overzicht

Frans naar Engels: Meer gegevens...

victime:
- casualty; wounded person; wounded; injured; offended; dupe; harmed; victim; sacrifice; offering
Wiktionary:
- victime → victim, casualty, kill
- victime → victim, casualty

Frans

Uitgebreide vertaling voor victime (Frans) in het Engels

la victime (blessé; accidenté)
the casualty; the wounded person; the wounded; the injured
- casualty [the ~] zelfstandig naamwoord
- wounded person [the ~] zelfstandig naamwoord
- wounded [the ~] zelfstandig naamwoord
- injured [the ~] zelfstandig naamwoord
la victime (blessé; accidenté)
the offended; the injured
- offended [the ~] zelfstandig naamwoord
- injured [the ~] zelfstandig naamwoord
la victime (député; sinistré; pigeon)
the dupe; the harmed; the victim
- dupe [the ~] zelfstandig naamwoord
- harmed [the ~] zelfstandig naamwoord
- victim [the ~] zelfstandig naamwoord
la victime (offrande; sacrifice)
the sacrifice; the offering
- sacrifice [the ~] zelfstandig naamwoord
- offering [the ~] zelfstandig naamwoord
la victime
the victim
- victim [the ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
casualty	accidenté; blessé; victime	victime de la route
dupe	député; pigeon; sinistré; victime	dindon de la farce; pigeon
harmed	député; pigeon; sinistré; victime	victime d'escroquerie
injured	accidenté; blessé; victime
offended	accidenté; blessé; victime	offensé; vexé
offering	offrande; sacrifice; victime	cadeau; don; dons; gentillesse; petit cadeau; petit rien; présent
sacrifice	offrande; sacrifice; victime	offrande; sacrifice
victim	député; pigeon; sinistré; victime	dindon de la farce; pigeon
wounded	accidenté; blessé; victime
wounded person	accidenté; blessé; victime
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
dupe		accaparer; envelopper
sacrifice		sacrifier
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
injured		abîmé; avarié; blessé; délabré; détérioré; en lambeaux; en pièces; endommagé; mangé des mites; variolé
offended		blessé; offensé; outragé; piqué au vif; profondément blessé; vexé
wounded		abîmé; atteint; avarié; blessé; délabré; détérioré; en lambeaux; en pièces; endommagé; mangé des mites; touché; variolé

victime

noun

victime

noun

result of killing
- kill → victime; cadavre
person
- casualty → victime
a living creature which is slain and offered as human or animal sacrifice
- victim → victime
anyone who is harmed by another
- victim → victime
an aggrieved or disadvantaged party in a crime
- victim → victime
a person who suffers any other injury, loss, or damage as a result of a voluntary undertaking
- victim → victime
an unfortunate person who suffers from a disaster or other adverse circumstance
- victim → victime
(Narratology) a character who is conquered or manipulated by a villain
- victim → victime

Cross Translation:

From	To	Via
• victime	→ victim; casualty	↔ slachtoffer — in het bijzonder iemand die om het leven komt ten gevolge van een gebeurtenis
• victime	→ victim	↔ slachtoffer — iets of iemand die kwalijke gevolgen ondervindt van een gebeurtenis
• victime	→ victim	↔ slachtoffer — een dier dat gedood wordt als offer voor een godheid
• victime	→ victim; casualty	↔ Opfer — jemand, der durch etwas Schaden erlitten hat