Home ->Woordenboeken ->Frans/Engels ->Zoek: chef

Franse en Engelse zoekresultaten voor: chef

Overzicht
Frans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. chef:
  2. Wiktionary:
Engels naar Frans:   Meer gegevens...
  1. chef:
  2. Wiktionary:

Frans

Uitgebreide vertaling voor chef (Frans) in het Engels

chef:

chef [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le chef (responsable; patron; commandant; leader; patronne)
    the managing director; the director; the manager; the topdog; the boss; the captain; the patron
  2. le chef (maître; supérieur; principal; )
    the boss; the master; the principal; the chief; the leader
    • boss [the ~] zelfstandig naamwoord
    • master [the ~] zelfstandig naamwoord
    • principal [the ~] zelfstandig naamwoord
    • chief [the ~] zelfstandig naamwoord
    • leader [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. le chef (capitaine; meneur; responsable; président; commandant)
    the leader; the headman; the centurion; the chief; the captain; the commander
    • leader [the ~] zelfstandig naamwoord
    • headman [the ~] zelfstandig naamwoord
    • centurion [the ~] zelfstandig naamwoord
    • chief [the ~] zelfstandig naamwoord
    • captain [the ~] zelfstandig naamwoord
    • commander [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. le chef (patron; directeur; supérieur; parrain)
    the boss
    • boss [the ~] zelfstandig naamwoord
  5. le chef (patron; tête; contremaître; chef d'équipe)
    the superior; the chief; the head; the boss; the leader
    • superior [the ~] zelfstandig naamwoord
    • chief [the ~] zelfstandig naamwoord
    • head [the ~] zelfstandig naamwoord
    • boss [the ~] zelfstandig naamwoord
    • leader [the ~] zelfstandig naamwoord
  6. le chef (chef scout; capitaine)
    the scoutmaster
  7. le chef (capitaine; gérant; directeur; )
    the commanding officer; the commander
  8. le chef (président-directeur général; grand patron)
    the top executive; the top man
  9. le chef (commandant; supérieur; lieutenant-colonel)
    the commander; the lieutenant-colonel; the captain
  10. le chef (capitaine; dirigeant principal)
    the commander-in-chief
  11. le chef (grand chef; chef de tribu)
    the tribal chief; the head; the chieftain; the chief; the leader
    • tribal chief [the ~] zelfstandig naamwoord
    • head [the ~] zelfstandig naamwoord
    • chieftain [the ~] zelfstandig naamwoord
    • chief [the ~] zelfstandig naamwoord
    • leader [the ~] zelfstandig naamwoord

chef [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la chef (directrice; conductrice; leader; )
    the captain; the woman-leader; the forewoman; the chief

Vertaal Matrix voor chef:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
boss chef; chef d'équipe; commandant; contremaître; directeur; leader; maître; mentor; parrain; patron; patronne; principal; responsable; supérieur; tête maîtresse; patronne
captain capitaine; chef; cheftaine; commandant; conductrice; directrice; leader; lieutenant-colonel; meneur; patron; patronne; président; responsable; supérieur; tête capitaine; capitaine de vaisseau; commandant; directeur; dirigeant; enseignant; enseignante; grand chef; gérant; instituteur; leader; manager; marinier; maître d'école; pilote; professeur; président; éducateur; éducatrice
centurion capitaine; chef; commandant; meneur; président; responsable centurion
chief capitaine; chef; chef d'équipe; chef de tribu; cheftaine; commandant; conductrice; contremaître; directeur; directrice; grand chef; leader; maître; meneur; mentor; parrain; patron; principal; président; responsable; supérieur; tête directeur; dirigeant; grand chef; gérant; leader; manager; président
chieftain chef; chef de tribu; grand chef
commander capitaine; capitaine d'intendance; capitaine de frégate; chef; commandant; directeur; dirigeant; grand chef; gérant; leader; leader politique; lieutenant-colonel; manager; meneur; patron; président; responsable; supérieur commandant; directeur; dirigeant; grand chef; gérant; leader; manager; président; seigneur; souverain
commander-in-chief capitaine; chef; dirigeant principal commandant d'armée
commanding officer capitaine; capitaine d'intendance; capitaine de frégate; chef; commandant; directeur; dirigeant; grand chef; gérant; leader; leader politique; manager; meneur; patron; président capitaine; commandant; général
director chef; commandant; leader; patron; patronne; responsable metteur en scène
forewoman capitaine; chef; cheftaine; conductrice; directrice; leader; tête
head chef; chef d'équipe; chef de tribu; contremaître; grand chef; patron; tête chevet; en-tête; pomme; titre; tête; tête humaine
headman capitaine; chef; commandant; meneur; président; responsable chef d'équipe; contremaître
leader capitaine; chef; chef d'équipe; chef de tribu; commandant; contremaître; directeur; grand chef; maître; meneur; mentor; parrain; patron; principal; président; responsable; supérieur; tête amorce de début; amorce vidéo de début; chef d'équipe; chef de groupe; directeur; dirigeant; grand chef; guide; gérant; leader; manager; mentor; modèle; organisateur; parrain; patron; personne qui sert de guide; points de suite; premier de peloton; protecteur; président; tendon; tête de liste
lieutenant-colonel chef; commandant; lieutenant-colonel; supérieur
manager chef; commandant; leader; patron; patronne; responsable cadre administratif; chef d'entreprise; chef de division; chef de rayon; chef de service; directeur; dirigeant; grand chef; gérant; impresario; leader; manager; président; responsable de rayon
managing director chef; commandant; leader; patron; patronne; responsable directeur d'entreprise
master chef; directeur; maître; mentor; parrain; patron; principal; supérieur; tête capitaine; capitaine de vaisseau; champion; commandant; doyen; enseignant; enseignante; formateur; forme de base; homme du pouvoir; instituteur; maestro; marinier; masque; maître; maître d'école; maître juré; maîtresse; mentor; professeur; professeur de faculté; roi; seigneur; souverain; tuteur; tutrice; éducateur; éducatrice
patron chef; commandant; leader; patron; patronne; responsable bienfaiteur; donateur; donneur; mécène; patron; patronne; protecteur; protectrice
principal chef; directeur; maître; mentor; parrain; patron; principal; supérieur; tête administratrice; clients; commettant; coupable principal; directeur; directeur d'école; directrice; donneur d'ordre; principal; principal de sécurité; suspect principal
scoutmaster capitaine; chef; chef scout chef scout; chef scouts
superior chef; chef d'équipe; contremaître; patron; tête
top executive chef; grand patron; président-directeur général grand-patron; haut fonctionnaire
top man chef; grand patron; président-directeur général
topdog chef; commandant; leader; patron; patronne; responsable V.I.P.
tribal chief chef; chef de tribu; grand chef
woman-leader capitaine; chef; cheftaine; conductrice; directrice; leader; tête
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
head étronçonner; étêter
master accoutumer; apprendre; gagner; habituer; remporter une victoire; s'accoutumer; s'habituer; se familiariser; triompher; vaincre
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chief cardinal; central; critique; crucial; décisif; essentiel; fondamental; vital
principal cardinal; central; critique; crucial; décisif; essentiel; fondamental; principal; vital
superior altier; arrogamment; arrogant; avec arrogance; avec condescendance; avec suffisance; choisi; condescendant; d'un air suffisant; d'élite; de choix; de manière arrogante; dédaigneusement; délicat; exquis; fier; fière; fièrement; hautain; incomparable; insolent; magnifique; méprisant; orgueilleusement; orgueilleux; présomptueusement; présomptueux; prétentieuse; prétentieusement; prétentieux; satisfait avec soi-même; suffisant; suprême; supérieur; vaniteuse; vaniteux

Synoniemen voor "chef":


Wiktionary: chef

chef
noun
  1. Qui est à la tête d’un corps, d’une assemblée ; qui y a le premier rang et la principale autorité
  2. Responsable de la cuisine dans un restaurant
chef
noun
  1. one having authority
  2. leader or chief
  3. leader of a work crew
  4. a person who prepares food for a living
  5. The head cook of an establishment such as a restaurant
  6. leader, head of an organised team
  7. person in charge
  8. one who oversees
  9. person who rules or governs
  10. -
Cross Translation:
FromToVia
• chef → chief ↔ opperhoofd — leider van een stam
• chef → leader ↔ leider — een persoon of ploeg die op de eerste plaats staat in een competitie of wedstrijd
• chef → leader; chief; head ↔ chef — de baas, iemand die de leiding heeft
• chef → boss ↔ baas — overste, leider, chef
• chef → boss; manager ↔ Chef — Inhaber, Vorgesetzter
• chef → leader ↔ Führer — leitende Person in einer Organisation, Vereinigung oder Bewegung
• chef → head ↔ Haupt — gehoben: Kopf
• chef → head; lead ↔ Haupt — Person an der oberster Stelle einer Hierarchie
• chef → bigwig; boss ↔ Häuptling — ironisch abwertend: Leiter einer Gesellschaft, Organisation oder eines Verbandes
• chef → head; director; leader ↔ Leiter — Person, die etwas leitet beziehungsweise als verantwortlicher Vorgesetzter in leitender Position steht
• chef → leader ↔ Anführer — Person, die eine Gruppe leitet

Verwante vertalingen van chef



Engels

Uitgebreide vertaling voor chef (Engels) in het Frans

chef:

chef [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the chef (head-cook; cook)
    le cuisinier; le chef de cuisine
  2. the chef (kitchen-maid; cook; caterer; head-cook)
    la cuisinière

Vertaal Matrix voor chef:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chef de cuisine chef; cook; head-cook chef de cuisine; chief-cook
cuisinier chef; cook; head-cook
cuisinière caterer; chef; cook; head-cook; kitchen-maid cooker; cooking range; cooking utensil; cooking-stove; heating-apparatus; stove
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- chief cook

Verwante woorden van "chef":


Synoniemen voor "chef":


Verwante definities voor "chef":

  1. a professional cook1

Wiktionary: chef

chef
noun
  1. The head cook of an establishment such as a restaurant
chef
noun
  1. Qui est à la tête d’un corps, d’une assemblée ; qui y a le premier rang et la principale autorité
  2. Responsable de la cuisine dans un restaurant
  3. Celui qui prépare la nourriture

Verwante vertalingen van chef







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.1200 seconde
Page rendered in 1.0 seconds