Frans
Uitgebreide vertaling voor quoi (Frans) in het Engels
quoi:
-
quoi (lequel; lesquelles; laquelle; lesquels)
Vertaal Matrix voor quoi:
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
what | ce que; ce qui | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
what | laquelle; lequel; lesquelles; lesquels; quoi | ce que; ce qui; cela |
Synoniemen voor "quoi":
Wiktionary: quoi
quoi
quoi
phrase
-
used to dramatize the unsurprising
- guess what → devine; un peu; donner en mille; tu; sais; quoi
-
request to repeat
-
interjection, request to repeat
-
request to repeat
- sorry → désolé; excusez-moi; excuse-moi; pardon; ?; comment; quoi; hein
-
expression of surprise
à quoi:
-
à quoi (pourquoi; pour quelle raison; à laquelle)
why; whatever for; for which; what for-
why bijvoeglijk naamwoord
-
whatever for bijvoeglijk naamwoord
-
for which bijvoeglijk naamwoord
-
what for bijvoeglijk naamwoord
-
-
à quoi (auquel; à laquelle; auxquels; auxquelles)
to what; which to; which of; at what; what at; of what; which at; what of; whatever at; what to; at whatever; to whatever; whatever to; of whatever; whatever of-
to what bijvoeglijk naamwoord
-
which to bijvoeglijk naamwoord
-
which of bijvoeglijk naamwoord
-
at what bijvoeglijk naamwoord
-
what at bijvoeglijk naamwoord
-
of what bijvoeglijk naamwoord
-
which at bijvoeglijk naamwoord
-
what of bijvoeglijk naamwoord
-
whatever at bijvoeglijk naamwoord
-
what to bijvoeglijk naamwoord
-
at whatever bijvoeglijk naamwoord
-
to whatever bijvoeglijk naamwoord
-
whatever to bijvoeglijk naamwoord
-
of whatever bijvoeglijk naamwoord
-
whatever of bijvoeglijk naamwoord
-
-
à quoi (où; dans lequel; en quoi; sur laquelle; par où; sur lequel; sur lesquelles; sur quoi; sur lesquels)
-
à quoi
-
à quoi (contre lesquelles; auxquelles; contre quoi; contre laquelle; auxquels; à laquelle; contre lequel; contre lesquels)
against which-
against which bijvoeglijk naamwoord
-
-
à quoi (adroit; honnête; sincère; vrai; intègre; franc; par où; direct; de bonne foi; en quoi; dans lequel; sur laquelle; sur lesquels; où; sur lequel; sur quoi; sur lesquelles)