Overzicht
Frans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. de travers:
  2. à travers:
  3. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor de travers (Frans) in het Engels

travers:


Synoniemen voor "travers":


Wiktionary: travers

travers
noun
  1. a quirk, idiosyncrasy, or mannerism; unusual habit or way

de travers:

de travers bijvoeglijk naamwoord

  1. de travers (transversal; en travers; oblique)
    crosswise; across; crossways

Vertaal Matrix voor de travers:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
crossways bifurcation; carrefour; croisée; embranchement; fourche; jonction; point d'intersection; ramification; trifurcation
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
across de travers; en travers; oblique; transversal en face
crossways de travers; en travers; oblique; transversal
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
crosswise de travers; en travers; oblique; transversal

Synoniemen voor "de travers":


Wiktionary: de travers

de travers
adverb
  1. obliquely, crookedly; askew
  2. of look: with disapproval
  3. askance

Cross Translation:
FromToVia
de travers diagonally; crossways; crosswise zwerchveraltet, noch landschaftlich: quer

traversé:


Synoniemen voor "traversé":


à travers:

à travers bijvoeglijk naamwoord

  1. à travers
    through
  2. à travers (au travers)
    through it

Vertaal Matrix voor à travers:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
through à travers au moyen de; au travers de; comme; du fait de; du fait que; grâce à; par; par voie de; parce que; puisque; à cause de
through it au travers; à travers

Synoniemen voor "à travers":


Wiktionary: à travers

à travers
preposition
  1. D’un bord à l’autre, traverser. — note L’article est parfois omis : Aller à travers bois, à travers champs.
à travers
adverb
  1. From side to side, across
en-prep
  1. from one side of an opening to the other

Cross Translation:
FromToVia
à travers through quer — schräg, von der einen zur anderen Seite

Verwante vertalingen van de travers