Overzicht
Frans naar Engels: Meer gegevens...
-
aimable:
- pleasant; nice; lovely; easy going; good; lovable; amiable; warm-hearted; cordial; hearty; affectionate; warm; enjoyable; agreeable; enchanting; attractive; entrancing; charming; pretty; sympathetic; appealing; engaging; congenial; winsome; likable; endearing; friendly; kind; kindly; obliging; calm; equanimous; composed; placid; cool; collected; benevolent; good-natured; mild; cute; adorable; sweet; dear; dinky; sweetest; most charming; alluring; great; fine; genial; amicable; amicably; a kind manner
- Wiktionary:
Frans
Uitgebreide vertaling voor aimable (Frans) in het Engels
aimable:
-
aimable (agréable; chouette; amusant; drôle; sympa; de façon sympathique; marrant; charmant; agréablement; aimablement; engageant; divertissant; de manière amusante)
pleasant; nice; lovely; easy going; good-
pleasant bijvoeglijk naamwoord
-
nice bijvoeglijk naamwoord
-
lovely bijvoeglijk naamwoord
-
easy going bijvoeglijk naamwoord
-
good bijvoeglijk naamwoord
-
-
aimable (chéri; chère; cher)
-
aimable (affectueux; cordialement; amicalement; cordial; chaleureusement; bienveillant; amical; chaleureux; aimablement; chaleureuse)
warm-hearted-
warm-hearted bijvoeglijk naamwoord
-
-
aimable (agréable; délicieux; plaisant; amusant; confortable; avenant; agréablement; intime; conciliant; positif; accommodant; sympathique; divertissant; intimement; familier; avec satisfaction; sociable; confortablement)
-
aimable (charmant; gracieux; séduisant; joli; adorable; mignon; ravissant; alléchant; attirant)
enchanting; attractive; entrancing; charming; pretty; lovely-
enchanting bijvoeglijk naamwoord
-
attractive bijvoeglijk naamwoord
-
entrancing bijvoeglijk naamwoord
-
charming bijvoeglijk naamwoord
-
pretty bijvoeglijk naamwoord
-
lovely bijvoeglijk naamwoord
-
-
aimable (sympa; joli; chouette; drôle; bien; sympathiquement; gentil; gentille; plaisant; mignonne; mignon; amusant; gai; chéri; amicalement; aimablement; marrant; chère; cher; gentiment; accueillant; amical)
-
aimable (gentil; avec bienveillance; amicalement; bien disposé; aimablement; bienveillant; gentiment; amical; favorable)
-
aimable (placide; calme; tranquille; gentil; tranquillement; paisiblement; gracieux; paisible; affable; amicalement; amical; impassible; serein; calmement; posé; d'humeur égale)
-
aimable (sympathique; gentil; serviable; attentif; accueillant; sympa; convenable; gentiment; bon; agréable; sympathiquement; obligeant; aimablement; affable; amicalement; amical; honnête; brave; affablement; empressé; attentivement; prévenant; agréablement; charmant; attentionné; plein d'égards)
kind– having or showing a tender and considerate and helpful nature; used especially of persons and their behavior 1-
kind bijvoeglijk naamwoord
benevolent– showing or motivated by sympathy and understanding and generosity 1-
benevolent bijvoeglijk naamwoord
-
-
aimable (mignon; adorable; gentille; joli; gentil; mignonne; cher; mou; chéri; chère; charmant; attendrissant)
-
aimable (adorable; gracieux; mignon; on ne peut plus charmant; joli; gracieusement; ravissant; séduisant; d'une manière charmante)
dinky; sweetest; charming; most charming-
dinky bijvoeglijk naamwoord
-
sweetest bijvoeglijk naamwoord
-
charming bijvoeglijk naamwoord
-
most charming bijvoeglijk naamwoord
-
-
aimable (charmant; gentil; sympa; sympathiquement; plaisant; mignon; adorable; attirant; séduisant; gentiment; accueillant; alléchant; ravissant; amical; envoûtant; aimablement; amicalement; d'une manière charmante; d'une façon charmante)
nice; appealing; charming; sweet; lovely; endearing; congenial; winsome; alluring; likable; engaging; entrancing; attractive-
nice bijvoeglijk naamwoord
-
appealing bijvoeglijk naamwoord
-
charming bijvoeglijk naamwoord
-
sweet bijvoeglijk naamwoord
-
lovely bijvoeglijk naamwoord
-
endearing bijvoeglijk naamwoord
-
congenial bijvoeglijk naamwoord
-
winsome bijvoeglijk naamwoord
-
alluring bijvoeglijk naamwoord
-
likable bijvoeglijk naamwoord
-
engaging bijvoeglijk naamwoord
-
entrancing bijvoeglijk naamwoord
-
attractive bijvoeglijk naamwoord
-
-
aimable (bon; plaisant; agréable; honnête; sympathique; de façon sympathique; plaisamment; bonhomme; convenable; gentil; gentiment; aimablement; agréablement)
-
aimable (amical; amicalement; confraternel; gentil; gentiment; aimablement)
-
aimable (adorable; mignon; séduisant; gracieusement; joli; ravissant; gracieux; d'une manière charmante)
lovely; sweet; charming; pretty; attractive-
lovely bijvoeglijk naamwoord
-
sweet bijvoeglijk naamwoord
-
charming bijvoeglijk naamwoord
-
pretty bijvoeglijk naamwoord
-
attractive bijvoeglijk naamwoord
-
-
aimable (aimablement; avec bienveillance; gentil; poli; courtoisement; gentiment; amicalement; indulgent; bien disposé; poliment; courtois; bienveillant; amical; civil; favorable; galant; prévenant; civilement)
a kind manner-
a kind manner bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor aimable:
Synoniemen voor "aimable":
Wiktionary: aimable
aimable
aimable
Cross Translation:
adjective
-
inspiring love
-
having qualities tending to result in being liked; friendly, personable
-
characteristic of friendliness
-
warm, approachable
-
possessing sweetness of disposition
-
friendly as an amiable temper or mood
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• aimable | → dear | ↔ lief — vriendelijk, zachtaardig |
• aimable | → kindly; pleasant; nice; kind | ↔ aardig — aangenaam in omgang |
• aimable | → friendly | ↔ adrett — freundlich |
• aimable | → friendly; cordial; pleasant; affable | ↔ freundlich — im Umgang mit einer anderen Person höflich und zuvorkommend |
• aimable | → kind; pleasant | ↔ liebenswürdig — freundlich und zuvorkommend |
• aimable | → friendly | ↔ verbindlich — entgegenkommend, freundlich |
Computer vertaling door derden:
Verwante vertalingen van aimable
Engels
Uitgebreide vertaling voor aimable (Engels) in het Frans
aimable: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- aim: viser; viser à; cible; but; objectif; intention; destination; dessein
- able: averti; capable physiquement; bon; capable; professionnel; habile; compétent; apte; qualifié; expert; spécialisé; intelligent; savant; adroit; agile; habilement; adroitement; agilement; entraîné; exercé
Computer vertaling door derden: