Import: vertaling Frans

Overzicht

Frans naar Engels: Meer gegevens...

importé:
- imported
Wiktionary:
- import → import

Engels naar Frans: Meer gegevens...

import:
- importer; entrer dans
- importation; entrée
Wiktionary:
- import → importer
- import → importation
- import → introduire, importer, signification, import, importation

Frans

Uitgebreide vertaling voor import (Frans) in het Engels

import:

Synoniemen voor "import":

importation

Wiktionary: import

Cross Translation:

From	To	Via
• import	→ import	↔ Einfuhr — Wirtschaft: Beschaffung, Verbringung von Waren und Dienstleistungen aus dem Ausland ins Inland; Import

importé:

importé bijvoeglijk naamwoord

importé
imported
- imported bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor importé:

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
imported	importé

Synoniemen voor "importé":

étranger; exotique; allogène; allochtone; immigrant; réfugié; introduit

Engels

Uitgebreide vertaling voor import (Engels) in het Frans

import:

to import werkwoord (imports, imported, importing)

to import
importer; entrer dans
- importer werkwoord (importe, importes, importons, importez, importent, importais, importait, importions, importiez, importaient, importai, importas, importa, importâmes, importâtes, importèrent, importerai, importeras, importera, importerons, importerez, importeront)
- entrer dans werkwoord
to import

– To bring information from one system or program into another. The system or program receiving the data must somehow support the internal format or structure of the data. ¹
importer
- importer werkwoord (importe, importes, importons, importez, importent, importais, importait, importions, importiez, importaient, importai, importas, importa, importâmes, importâtes, importèrent, importerai, importeras, importera, importerons, importerez, importeront)

Conjugations for import:

present

import
import
imports
import
import
import

simple past

imported
imported
imported
imported
imported
imported

present perfect

have imported
have imported
has imported
have imported
have imported
have imported

past continuous

was importing
were importing
was importing
were importing
were importing
were importing

future

shall import
will import
will import
shall import
will import
will import

continuous present

am importing
are importing
is importing
are importing
are importing
are importing

subjunctive

be imported
be imported
be imported
be imported
be imported
be imported

diverse

import!
let's import!
imported
importing

1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

import [the ~] zelfstandig naamwoord

the import (imports)
l'importation; l'entrée
- importation [la ~] zelfstandig naamwoord
- entrée [la ~] zelfstandig naamwoord
the import
l'importation
- importation [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor import:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
entrée	import; imports	Knights' Hall; access; access route; admission; admittance; arrival; boarding; coming; door; doorstep; doorway; drawing-room; drive; entering; entrance; entrance-hall; entranceway; entry; first course; forecourt; foyer; hall; incoming; middle room; porch; portal; reception-room; salon; starter; threshold; veranda; vestibule; waiting-room
importation	import; imports
-	consequence; implication; importation; importee; meaning; moment; significance; signification
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
entrer dans	import	break into; come in; draw in; drive in; enter; enter by force; force one's way in; get in; go in; go inside; go into; infiltrate; intrude; invade; penetrate; pull in; ride in; sail into; set foot on; tread on; tread upon; walk over; walk upon
importer	import
-	spell

Verwante woorden van "import":

importing, importable, imported, imports

Synoniemen voor "import":

importation; commodity; trade good; good
importee; foreigner; alien; noncitizen; outlander
meaning; significance; signification; message; content; subject matter; substance
implication; meaning
consequence; moment; significance
trade; merchandise
spell; mean; intend

Antoniemen van "import":

export; inconsequence

Verwante definities voor "import":

commodities (goods or services) bought from a foreign country²
having important effects or influence²
a meaning that is not expressly stated but can be inferred²
the message that is intended or expressed or signified²
- the import of his announcement was ambiguous²
an imported person brought from a foreign country²
- the lead role was played by an import from Sweden²
indicate or signify²
transfer (electronic data) into a database or document²
bring in from abroad²
To bring information from one system or program into another. The system or program receiving the data must somehow support the internal format or structure of the data.¹

Wiktionary: import

import

verb

to bring in from a foreign country
- import → importer

import

noun

commerce|fr action d’importer.
- importation → import; importation

verb

comm|fr apporter, introduire dans un pays des productions étranger.
- importer → import

Cross Translation:

From	To	Via
• import	→ introduire	↔ invoeren — gegevens in een electronisch apparaat stoppen
• import	→ importer	↔ importeren — (overgankelijk) economie\|nld (vanuit het buitenland) invoeren
• import	→ signification	↔ Bedeutung — Relevanz einer Information, Handlung oder Sache
• import	→ import	↔ Einfuhr — Wirtschaft: Beschaffung, Verbringung von Waren und Dienstleistungen aus dem Ausland ins Inland; Import
• import	→ importation	↔ Import — Vorgang der Einfuhr von Waren und Dienstleistungen aus dem Ausland
• import	→ importer	↔ einführen — eine Ware über eine Grenze in ein Land/Gebiet bringen
• import	→ importer	↔ importieren — Waren aus dem Ausland in das eigene Land einführen

Franse en Engelse zoekresultaten voor: import

Uitgebreide vertaling voor import (Frans) in het Engels

import:

Synoniemen voor "import":

Wiktionary: import

importé:

importé bijvoeglijk naamwoord

importé

Vertaal Matrix voor importé:

Synoniemen voor "importé":

Uitgebreide vertaling voor import (Engels) in het Frans

import:

to import werkwoord (imports, imported, importing)

to import

to import

Conjugations for import:

present

simple past

present perfect

past continuous

future

continuous present

subjunctive

diverse

import [the ~] zelfstandig naamwoord

the import (imports)

the import

Vertaal Matrix voor import:

Verwante woorden van "import":

Synoniemen voor "import":

Antoniemen van "import":

Verwante definities voor "import":

Wiktionary: import

Verwante vertalingen van import