Élagage: vertaling Frans

Overzicht

Frans naar Engels: Meer gegevens...

élagage:
- abridging; abridgement; abbreviating; page zeroing; depletion; thinning; decimation; cutting of trees; cut
Wiktionary:
- élagage → pruning

Frans

Uitgebreide vertaling voor élagage (Frans) in het Engels

l'élagage
the abridging; the abridgement; the abbreviating
- abridging [the ~] zelfstandig naamwoord
- abridgement [the ~] zelfstandig naamwoord
- abbreviating [the ~] zelfstandig naamwoord
l'élagage
the page zeroing
– A process in which the data within a database is overwritten with characters that you have selected for that purpose. This makes the data unrecoverable by conventional means. ¹
- page zeroing [the ~] zelfstandig naamwoord
l'élagage (éclaircissage; décimation; ébranchage)
the depletion; the thinning; the decimation
- depletion [the ~] zelfstandig naamwoord
- thinning [the ~] zelfstandig naamwoord
- decimation [the ~] zelfstandig naamwoord
l'élagage (taille)
the cutting of trees; the cut
- cutting of trees [the ~] zelfstandig naamwoord
- cut [the ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
abbreviating	élagage	abrègement; abréviation; action d'abréger; raccourcissement
abridgement	élagage
abridging	élagage	abrègement; abréviation; action d'abréger; raccourcissement
cut	taille; élagage	baisse des salaires; balafre; coche; coupe; coupure; cran; césure; diffamation; diminution; déshonneur; encoche; entaille; estafilade; incision; rabais; raccourcissement; remise; réduction; réduction de dépenses; taillade; économie
cutting of trees	taille; élagage
decimation	décimation; ébranchage; éclaircissage; élagage	anéantissement; décimation
depletion	décimation; ébranchage; éclaircissage; élagage	anéantissement; décimation
page zeroing	élagage
thinning	décimation; ébranchage; éclaircissage; élagage	coupage; dilution; délayage; raréfaction
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
cut		aborder; alléguer; cingler; cisailler; citer; cliver; coiffer; couper; couper en deux; crevasser; créneler; diviser; donner un coup de ciseaux; découper; entailler; entamer; entrecouper; faire des entailles; faire un clic; fendiller; fendre; fissurer; fouetter; graver sur bois; invoquer; lézarder; mettre en avant; mettre sur la table; mettre sur le tapis; mordre; piquer; proposer; présenter; raccourcir; sculpter sur bois; se cliver; se fendiller; se fendre; soulever; tailler; trancher
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
cut		coupé; rendu chaste; rendu pudique

élagage

noun