Overzicht
Frans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. son:
  2. Wiktionary:
Engels naar Frans:   Meer gegevens...
  1. son:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor son (Frans) in het Engels

son:

son bijvoeglijk naamwoord

  1. son
    its; his; one's
    • its bijvoeglijk naamwoord
    • his bijvoeglijk naamwoord
    • one's bijvoeglijk naamwoord
  2. son (sa; ses)
    her
    • her bijvoeglijk naamwoord
  3. son (ses; sa)
    whose
    • whose bijvoeglijk naamwoord

son [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le son (ton; sonorité; voix; )
    the intonation; the tone; the sound; the pitch; the timbre; the note; the timber
    • intonation [the ~] zelfstandig naamwoord
    • tone [the ~] zelfstandig naamwoord
    • sound [the ~] zelfstandig naamwoord
    • pitch [the ~] zelfstandig naamwoord
    • timbre [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
    • note [the ~] zelfstandig naamwoord
    • timber [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans
  2. le son (timbre; voix; ton; )
    the timbre; the pitch; the tone; the tone colour; the sound; the intonation; the note; the timber
    • timbre [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
    • pitch [the ~] zelfstandig naamwoord
    • tone [the ~] zelfstandig naamwoord
    • tone colour [the ~] zelfstandig naamwoord
    • sound [the ~] zelfstandig naamwoord
    • intonation [the ~] zelfstandig naamwoord
    • note [the ~] zelfstandig naamwoord
    • timber [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans
  3. le son (commérage; rumeur; bavardage; )
    the defamation; the vilification; the gossip; the slander; the scandal; the profanity; the mudslinging; the backbiting; the scandal-mongering
  4. le son (son de froment)
    the wheat bran

Vertaal Matrix voor son:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
backbiting bavardage; calomnie; cancan; cancans; clabaudage; commérage; médisance; papotage; racontars; ragots; rumeur; son; voix babillage; bavardage; bavardages; blasphème; calomnie; cancan; cancans; causeries; causettes; clabaudage; commérage; commérages; diffamation; discours diffamatoire; médisance; papotage; racontars; radotages; ragot; ragots
defamation bavardage; calomnie; cancan; cancans; clabaudage; commérage; médisance; papotage; racontars; ragots; rumeur; son; voix babillage; bavardage; bavardages; blasphème; calomnie; cancan; cancans; causeries; causettes; clabaudage; commérage; commérages; corrosion; diffamation; discours diffamatoire; déshonneur; infamie; insulte; libellé; médisance; outrage; papotage; racontars; radotages; ragot; ragots; érosion
gossip bavardage; calomnie; cancan; cancans; clabaudage; commérage; médisance; papotage; racontars; ragots; rumeur; son; voix babillage; bavard; bavardage; bavardages; bavardeur; blasphème; brin de causette; calomniatrice; calomnie; cancan; cancans; causerie; causeries; causettes; causeur; clabaudage; commère; commérage; commérages; concierge; diffamateur; diffamation; discours diffamatoire; emmerdeur; emmerdeuse; jacasseur; moulin à paroles; médisance; papotage; parleur; personne qui parle dans le vide; pipelette; rabâcheur; racontar; racontars; radotages; radoteur; radoteuse; ragot; ragots; raseur
intonation accent; musique; note; son; sonorité; teinte; timbre; ton; voix accent; cadence; composition; inflexion de la voix; intonation; ton
mudslinging bavardage; calomnie; cancan; cancans; clabaudage; commérage; médisance; papotage; racontars; ragots; rumeur; son; voix babillage; bavardage; bavardages; blasphème; calomnie; cancan; cancans; causeries; causettes; clabaudage; commérage; commérages; diffamation; discours diffamatoire; médisance; papotage; racontars; radotages; ragot; ragots
note accent; musique; note; son; sonorité; teinte; timbre; ton; voix Note professionnelle; addition; annotation; bank-note; billet; billet de banque; bout de papier; brouillon; certificat; citation; coupure; déclaration; facture; gribouillis; griffonnage; mention; mention honorable; mot; mémoire des frais; notation; note; note de frais; note de musique; petit billet; petit mot; ton; égratignure
pitch accent; musique; note; son; sonorité; teinte; timbre; ton; voix brai; hauteur tonale; pas; poix; ton; tonée
profanity bavardage; calomnie; cancan; cancans; clabaudage; commérage; médisance; papotage; racontars; ragots; rumeur; son; voix blasphème; calomnie; cancan; cancans; clabaudage; commérage; commérages; diffamation; discours diffamatoire; médisance; racontars; ragots
scandal bavardage; calomnie; cancan; cancans; clabaudage; commérage; médisance; papotage; racontars; ragots; rumeur; son; voix babillage; bavardage; bavardages; blasphème; calomnie; cancan; cancans; causeries; causettes; clabaudage; commérage; commérages; diffamation; discours diffamatoire; honte; ignominie; infamie; médisance; papotage; racontars; radotages; ragot; ragots; scandale
scandal-mongering bavardage; calomnie; cancan; cancans; clabaudage; commérage; médisance; papotage; racontars; ragots; rumeur; son; voix babillage; bavardage; bavardages; blasphème; calomnie; cancan; cancans; causeries; causettes; clabaudage; commérage; commérages; diffamation; discours diffamatoire; médisance; papotage; racontars; radotages; ragot; ragots
slander bavardage; calomnie; cancan; cancans; clabaudage; commérage; médisance; papotage; racontars; ragots; rumeur; son; voix babillage; bavardage; bavardages; blasphème; calomnie; cancan; cancans; causeries; causettes; clabaudage; commérage; commérages; diffamation; discours diffamatoire; infamie; médisance; papotage; racontar; racontars; radotages; ragot; ragots
sound accent; musique; note; son; sonorité; teinte; timbre; ton; voix brouhaha; bruit; chichis; détroit; rumeur; tam-tam; tapage; tumulte; vacarme
timber accent; musique; note; son; sonorité; teinte; timbre; ton; voix bois; bois de charpente; bois de construction; coloration; coloriage; objets en bois; plantes ligneuses; sous-bois; timbre; timbre sonore
timbre accent; musique; note; son; sonorité; teinte; timbre; ton; voix bois; bois de charpente; bois de construction; coloration; coloriage; objets en bois; plantes ligneuses; sous-bois; timbre; timbre sonore
tone accent; musique; note; son; sonorité; teinte; timbre; ton; voix note de musique; timbre; timbre sonore; ton
tone colour accent; musique; note; son; sonorité; teinte; timbre; ton; voix coloration; coloriage
vilification bavardage; calomnie; cancan; cancans; clabaudage; commérage; médisance; papotage; racontars; ragots; rumeur; son; voix babillage; bavardage; bavardages; blasphème; calomnie; cancan; cancans; causeries; causettes; clabaudage; commérage; commérages; diffamation; discours diffamatoire; discrédit; médisance; outrages; papotage; racontars; radotages; ragot; ragots
wheat bran son; son de froment
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gossip calomnier; dire du mal sur; déniger; médire
note annoter; consigner; enregister; indexer; inscrire; noter; register
pitch flanquer; lancer
slander blesser; calomnier; diffamer; dire du mal sur; froisser; insulter; maudire; médire; médire de; noircir; offenser; porter préjudice à
sound appeler; carillonner; cathétériser; donner un coup de fil; gazouiller; renvoyer; retentir; résonner; résonner dans; réverbérer en echo; se faire entendre; se répercuter; sonder; sonner; tinter; trouver des échos; téléphoner
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sound bien pesé; charpenté; crédible; de bonne qualité; fiable; fondé; honnête; irrefutable; juste; légitime; médité; mûri; plausible; qui tient debout; raisonnable; raisonnablement; robuste; réfléchi; résistant; solide; solidement; solidement charpenté; solvable; sérieux; vraisemblable
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
his sien
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
backbiting calomnieusement; calomnieux; médisant
her sa; ses; son
his son
its son
one's son
timber de bois; en bois; ligneux
timbre de bois; en bois; ligneux
whose sa; ses; son de qui; dont; selon lequel

Synoniemen voor "son":


Wiktionary: son

son
  1. -
noun
  1. Quelque chose que l’on peut écouter, entendre.
  2. résidu de la mouture du blé et d’autres céréales, provenant du péricarpe des grains.
  3. militaire|fr section.
son
en-pron
  1. belonging to
  2. belonging to it
  3. attributive: belonging to him
noun
  1. outside layer of a grain
  2. sensation perceived by the ear
  3. vibration capable of causing this
  4. the tone or sound emitted by anything

Cross Translation:
FromToVia
son sound klank — in het algemeen wordt hiermee het totaal aan eigenschappen van een geluid aangeduid
son sound geluid — trillingen in de lucht of andere substantie die door het oor waargenomen kunnen worden
son its ervanvervangt *van het
son bran zemelen — voeding|nld de met de zaadhuiden vergroeide vruchtwanden en kiemen, die vrij komen bij het tot meel malen van de graankorrel
son his zijn — derde persoon enkelvoud m/o
son bran KleieAbfallprodukt beim Mahlen von Getreide
son sound Laut — ein Geräusch, das durch die menschliche oder tierische Stimme hervorgerufen wird
son sound Schall — alle möglichen Geräusche, Klänge und Töne
son sound; voice VoxStimme, Laut
son her ihr — Form des femininen Possessivpronomens „ihr, ihre, ihr“: Zeigt den Besitz, das Eigentum oder die Zugehörigkeit einer Person beziehungsweise Sache zu einer weiblichen Person, Sache an

Verwante vertalingen van son



Engels

Uitgebreide vertaling voor son (Engels) in het Frans

son:

son [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the son
    le fils
    • fils [le ~] zelfstandig naamwoord
  2. the son (kid)
    le gosse; le gamin
    • gosse [le ~] zelfstandig naamwoord
    • gamin [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor son:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fils son cords; laces; ropes; sons; strings
gamin kid; son baby; baby boy; baddie; blackguard; chap; fellow; good for nothing; guy; infant; kid; kiddy; knave; lad; little child; little kid; mischievous boy; naughty boy; naughty child; nipper; rascal; rogue; scoundrel; small child; small one; sonny; street-boy; tike; tiny tot; toddler; tot; tyke; urchin; vandal
gosse kid; son baby; infant; kid; kiddy; little child; little kid; mischievous boy; naughty boy; nipper; small child; small one; sonny; street-boy; tike; tiny tot; toddler; tot; tyke; urchin; vandal
- boy
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gamin boy-like; boyish; child-like; childish; mischievous; naughty; playful; rascally; waggish

Verwante woorden van "son":


Synoniemen voor "son":

  • boy; male offspring; man-child
  • Son; Word; Logos; hypostasis; hypostasis of Christ

Antoniemen van "son":


Verwante definities voor "son":

  1. a male human offspring1
    • their son became a famous judge1

Wiktionary: son

son
noun
  1. a male person in relation to his parents
son
noun
  1. Tout être humain du sexe masculin considéré par rapport à son père et à sa mère, ou à un des deux seulement.
  2. Descendant

Cross Translation:
FromToVia
son fils Sohn — männlicher, direkter Nachkomme
son fils zoon — een mannelijk kind

Son:


Vertaal Matrix voor Son:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- Logos; Word

Verwante definities voor "Son":

  1. the divine word of God; the second person in the Trinity (incarnate in Jesus)1

Verwante vertalingen van son