Haïr: vertaling Frans

Overzicht

Frans naar Engels: Meer gegevens...

haïr:
- hate; loathe
Wiktionary:
- haïr → hate
- haïr → hate

Engels naar Frans: Meer gegevens...

hair:
- cheveu; chevelure; tignasse; cheveux
- de cheveux; de poils
Wiktionary:
- hair → poil, cheveux, poils, cheveu, chevelure
- hair → capillaire
- hair → cheveu, poil, chevelure

Frans

Uitgebreide vertaling voor haïr (Frans) in het Engels

haïr:

haïr werkwoord (hais, hait, haïssons, haïssez, haïssent, haïssais, haïssait, haïssions, haïssiez, haïssaient, haïs, haït, haïmes, haïtes, haïrent, haïrai, haïras, haïra, haïrons, haïrez, haïront)

haïr (détester; abhorrer; exécrer)
to hate; to loathe
- hate werkwoord (hates, hated, hating)
- loathe werkwoord (loathes, loathed, loathing)

Conjugations for haïr:

Présent

hais
hais
hait
haïssons
haïssez
haïssent

imparfait

haïssais
haïssais
haïssait
haïssions
haïssiez
haïssaient

passé simple

haïs
haïs
haït
haïmes
haïtes
haïrent

futur simple

haïrai
haïras
haïra
haïrons
haïrez
haïront

subjonctif présent

que j'haïsse
que tu haïsses
qu'il haïsse
que nous haïssions
que vous haïssiez
qu'ils haïssent

conditionnel présent

haïrais
haïrais
haïrait
haïrions
haïriez
haïraient

passé composé

ai haï
as haï
a haï
avons haï
avez haï
ont haï

divers

hais!
haïssez!
haïssons!
haï
haïssant

1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor haïr:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
hate		aversion; haine
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
hate	abhorrer; détester; exécrer; haïr
loathe	abhorrer; détester; exécrer; haïr	abhorrer; détester; frémir; frémir d'horreur; être dégoûté de; être horrifié par; être écoeuré de

Synoniemen voor "haïr":

abhorrer; abominer; détester; exécrer; honnir; mépriser; maudire; répudier; vilipender; vomir; jalouser; envier; convoiter; anathématiser; vouer; réprouver; sentir; percevoir; flairer; renifler; humer; respirer; palper

Wiktionary: haïr

haïr

verb

détester, sentir de l’aversion envers, abhorrer, exécrer.
- haïr → hate

haïr

verb

to hate
- hate → haïr; détester

Cross Translation:

From	To	Via
• haïr	→ hate	↔ haten — kwade gevoelens jegens iemand koesteren

Computer vertaling door derden:

Engels

Uitgebreide vertaling voor haïr (Engels) in het Frans

hair:

hair [the ~] zelfstandig naamwoord

the hair (hair of the head)
le cheveu; la chevelure; la tignasse
- cheveu [le ~] zelfstandig naamwoord
- chevelure [la ~] zelfstandig naamwoord
- tignasse [la ~] zelfstandig naamwoord
the hair
le cheveux
- cheveux [le ~] zelfstandig naamwoord

hair bijvoeglijk naamwoord

hair
de cheveux; de poils
- de cheveux bijvoeglijk naamwoord
- de poils bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor hair:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
chevelure	hair; hair of the head	head of hair; knot of hair; mop of hair; shock of hair; tuft of hair; wisp of hair
cheveu	hair; hair of the head
cheveux	hair	head of hair; mop of hair; shock of hair; tuft of hair
tignasse	hair; hair of the head	ceiling mop
-	fuzz; hair's-breadth; haircloth; hairsbreadth; pilus; tomentum; whisker
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	bristle
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
de cheveux	hair
de poils	hair

Verwante woorden van "hair":

hairs

Synoniemen voor "hair":

body covering
hair's-breadth; hairsbreadth; whisker; small indefinite quantity; small indefinite amount
fuzz; tomentum; plant process; enation
pilus; filament; filum
haircloth; fabric; cloth; material; textile
process; outgrowth; appendage

Verwante definities voor "hair":

a filamentous projection or process on an organism¹
cloth woven from horsehair or camelhair; used for upholstery or stiffening in garments¹
any of the cylindrical filaments characteristically growing from the epidermis of a mammal¹
- there is a hair in my soup¹
a covering for the body (or parts of it) consisting of a dense growth of threadlike structures (as on the human head); helps to prevent heat loss¹
- he combed his hair¹
- each hair consists of layers of dead keratinized cells¹
filamentous hairlike growth on a plant¹
a very small distance or space¹

Wiktionary: hair

hair

noun

one of the above-mentioned filaments
- hair → poil
the collection or mass of filaments growing from the skin of humans and animals
- hair → cheveux; poils
a pigmented keratinaceous growth on the human head
- hair → cheveu; chevelure