Home ->Woordenboeken ->Frans/Engels ->Zoek: exil

Franse en Engelse zoekresultaten voor: exil

Overzicht

Frans naar Engels: Meer gegevens...

exil:
- divergence; banishment; expulsion; deportation
exilé:
- exile
Wiktionary:
- exil → exile
- exil → banishment, exile
- exilé → exiled
- exilé → exile
- exilé → exile

Frans

Uitgebreide vertaling voor exil (Frans) in het Engels

exil:

exil [le ~] zelfstandig naamwoord

l'exil (émigration)
the divergence
- divergence [the ~] zelfstandig naamwoord
l'exil (bannissement; expulsion; refoulement; exorcisation; déportation; conjuration; exorcisme)
the banishment; the expulsion; the deportation
- banishment [the ~] zelfstandig naamwoord
- expulsion [the ~] zelfstandig naamwoord
- deportation [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor exil:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
banishment	bannissement; conjuration; déportation; exil; exorcisation; exorcisme; expulsion; refoulement	conjuration; exorcisation; exorcisme
deportation	bannissement; conjuration; déportation; exil; exorcisation; exorcisme; expulsion; refoulement	déportation; expulsion
divergence	exil; émigration
expulsion	bannissement; conjuration; déportation; exil; exorcisation; exorcisme; expulsion; refoulement	bannissement; disqualification; exclusion; excommunication; expulsion; mise en fuite; radiation; rayage; refoulement

Synoniemen voor "exil":

bannissement; déportation; exclusion; expulsion; relégation; ban; ostracisme; expatriation; proscription; éloignement; séparation; isolement; immigration; exode; déplacement; arrivée; entrée; migration; nomadisme; peuplement; isolation; solitude; claustration; délaissement; abandon; séquestration; quarantaine; éviction; interdiction; condamnation; bagne; internement; transportation

Wiktionary: exil

exil

noun

État de celui que l’autorité force à vivre hors de sa patrie, ou qui s’y se résoudre lui-même.
- exil → exile

exil

noun

the state of being banished from one's home or country
- exile → exil

Cross Translation:

From	To	Via
• exil	→ banishment; exile	↔ verbanning — het verbod opgelegd krijgen naar een bepaalde plaats terug te keren
• exil	→ exile	↔ Exil — selbst gewählte oder aufgezwungene Verbannung

exilé:

exilé [le ~] zelfstandig naamwoord

l'exilé (banni; personne expulsée)
the exile
- exile [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor exilé:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
exile	banni; exilé; personne expulsée	demandant d'asile; demandeur d'asile; expatrié; réfugié
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
exile		bannir; chasser; exiler; exorciser; expulser; mettre au ban

Synoniemen voor "exilé":

banni; expatrié; déporté; expulsé; proscrit; refoulé; relégué; émigré; limogé; muté; destitué; disgracié; cassé; éloigné; congédié; déplacé

Wiktionary: exilé

exilé

adjective

Qui vit en exil, loin.
- exilé → exiled

noun

Personne exilée.
- exilé → exile

Cross Translation:

From	To	Via
• exilé	→ exile	↔ banneling — iemand die verbannen is

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van exil

lieu d'exil