Cruche: vertaling Frans

Overzicht

Frans naar Engels: Meer gegevens...

cruche:
- jug; ewer; water jug; tankard; duffer; dolt; lout; pitcher; jar; stone bottle; cannikin; flagon
Wiktionary:
- cruche → jug, pitcher, pot, ewer, clod
- cruche → jug, flagon, fool, simpleton

Frans

Uitgebreide vertaling voor cruche (Frans) in het Engels

la cruche (pichet; pot; broc; verseuse)
the jug; the ewer; the water jug; the tankard
- jug [the ~] zelfstandig naamwoord
- ewer [the ~] zelfstandig naamwoord
- water jug [the ~] zelfstandig naamwoord
- tankard [the ~] zelfstandig naamwoord
la cruche (nigaud; imbécile; plouc; dadais)
the duffer; the dolt; the lout
- duffer [the ~] zelfstandig naamwoord
- dolt [the ~] zelfstandig naamwoord
- lout [the ~] zelfstandig naamwoord
la cruche (jarre; cruchon)
the pitcher; the jug; the jar; the stone bottle
- pitcher [the ~] zelfstandig naamwoord
- jug [the ~] zelfstandig naamwoord
- jar [the ~] zelfstandig naamwoord
- stone bottle [the ~] zelfstandig naamwoord
la cruche (verseuse; pot; broc)
the cannikin; the flagon; the jug; the tankard
- cannikin [the ~] zelfstandig naamwoord
- flagon [the ~] zelfstandig naamwoord
- jug [the ~] zelfstandig naamwoord
- tankard [the ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
cannikin	broc; cruche; pot; verseuse
dolt	cruche; dadais; imbécile; nigaud; plouc	ballot; balourd; benêt; bonne poire; bécasse; bêta; chiffe; cloche; connard; dadais; empoté; esprit vide; flandrin; gros bêta; imbécile; lourdaud; mufle; niais; nigaud; noix; nouille; oie blanche; pauvre diable; tête d'oeuf; âne
duffer	cruche; dadais; imbécile; nigaud; plouc	abruti; balourd; benêt; bonne poire; bêta; cloche; connard; crétin; empoté; esprit vide; gros bêta; gros malin; idiot; imbécile; lourdaud; malheureux; niais; nigaud; noix; nouille; oie blanche; pauvre diable; pauvre type; petit molasse; sot; tête d'oeuf; tête de veau; âne
ewer	broc; cruche; pichet; pot; verseuse	cuvette; pot à eau
flagon	broc; cruche; pot; verseuse
jar	cruche; cruchon; jarre	barillet; bidon; bocal; chope; cruchon; flacon; pichet; pot; tonnelet; urne
jug	broc; cruche; cruchon; jarre; pichet; pot; verseuse	charbonnier; creuset; cuvette; pot; pot à eau; seau à charbon
lout	cruche; dadais; imbécile; nigaud; plouc	butor; cutéreux; fermier; lourdaud; malotru; mufle; paysan; plouc; péquenot; rustre
pitcher	cruche; cruchon; jarre	bidon; broc à eau; cruche à eau; cruchon; jeteur; lanceur
stone bottle	cruche; cruchon; jarre
tankard	broc; cruche; pichet; pot; verseuse
water jug	broc; cruche; pichet; pot; verseuse	cuvette; pot à eau

cruche

noun

cruche

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• cruche	→ jug; flagon	↔ Krug — zylindrisches Gefäß für Getränke mit einem Henkel, zuweilen mit einem Deckel
• cruche	→ fool; simpleton	↔ Schote — salopp: törichter, einfältiger Mensch