Overzicht
Frans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. raconteur:
Engels naar Frans:   Meer gegevens...
  1. raconteur:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor raconteur (Frans) in het Engels

raconteur:


Synoniemen voor "raconteur":


Wiktionary: raconteur

raconteur
adjective
  1. Celui, celle qui raconter.
raconteur
noun
  1. storyteller
  2. person who relates stories to an audience
  3. person who tells stories



Engels

Uitgebreide vertaling voor raconteur (Engels) in het Frans

raconteur:

raconteur [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the raconteur (narrator; story-teller; relater)
    le narrateur

Vertaal Matrix voor raconteur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
narrateur narrator; raconteur; relater; story-teller
- anecdotist

Verwante woorden van "raconteur":

  • raconteurs

Synoniemen voor "raconteur":


Verwante definities voor "raconteur":

  1. a person skilled in telling anecdotes1

Wiktionary: raconteur

raconteur
noun
  1. storyteller
raconteur
adjective
  1. Celui, celle qui raconter.