Obstacles: vertaling Frans

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Frans: Meer gegevens...

obstacle:
- empêchement; obstacle; gêne; entrave; encombrement; obstruction; inégalité; bosse; nuisance; embarras; complication; fait d'être empêché
Wiktionary:
- obstacle → obstacle, empêchement
- obstacle → décloisonner
- obstacle → obstacle, écueil

Engels

Uitgebreide vertaling voor obstacles (Engels) in het Frans

obstacle:

obstacle [the ~] zelfstandig naamwoord

the obstacle (barrier; impediment; hindrance)
l'empêchement; l'obstacle; la gêne; l'entrave; l'encombrement; l'obstruction
- empêchement [le ~] zelfstandig naamwoord
- obstacle [le ~] zelfstandig naamwoord
- gêne [la ~] zelfstandig naamwoord
- entrave [le ~] zelfstandig naamwoord
- encombrement [le ~] zelfstandig naamwoord
- obstruction [la ~] zelfstandig naamwoord
the obstacle (barrier; hindrance; impediment; stumbling block; bar)
l'entrave; l'obstacle
- entrave [la ~] zelfstandig naamwoord
- obstacle [le ~] zelfstandig naamwoord
the obstacle (bump; knob)
l'inégalité; la bosse
- inégalité [la ~] zelfstandig naamwoord
- bosse [la ~] zelfstandig naamwoord
the obstacle (nuisance; hindrance; trouble; bother)
la nuisance; l'embarras; la gêne
- nuisance [la ~] zelfstandig naamwoord
- embarras [le ~] zelfstandig naamwoord
- gêne [la ~] zelfstandig naamwoord
the obstacle (hindrance; impediment; obstruction; trouble; block; thwarting; stonewalling)
l'empêchement; l'entrave; l'obstacle; la complication; l'obstruction
- empêchement [le ~] zelfstandig naamwoord
- entrave [la ~] zelfstandig naamwoord
- obstacle [le ~] zelfstandig naamwoord
- complication [la ~] zelfstandig naamwoord
- obstruction [la ~] zelfstandig naamwoord
the obstacle (hindrance; impediment; prevention)
l'obstacle; le fait d'être empêché
- obstacle [le ~] zelfstandig naamwoord
- fait d'être empêché [le ~] zelfstandig naamwoord
the obstacle (obstruction; blockage)
l'empêchement; la gêne; l'embarras; l'entrave; l'obstruction
- empêchement [le ~] zelfstandig naamwoord
- gêne [la ~] zelfstandig naamwoord
- embarras [le ~] zelfstandig naamwoord
- entrave [la ~] zelfstandig naamwoord
- obstruction [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor obstacle:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bosse	bump; knob; obstacle	blotch; blow; bruise; bulge; bulging; bump; contusion; dent; hump; lump; pimple; swelling; swollen spot; zit
complication	block; hindrance; impediment; obstacle; obstruction; stonewalling; thwarting; trouble	complication; problem
embarras	blockage; bother; hindrance; nuisance; obstacle; obstruction; trouble	awkwardness; bother; bustle; difficulty; discomfiture; discomforts; embarrassment; fuss; hassle; hustle; hustle and bustle; inconvenience; mess; misery; nuisance; problems; reserve; restraint; reticence; sense of shame; shame; shyness; timidity; timorousness; troubles
empêchement	barrier; block; blockage; hindrance; impediment; obstacle; obstruction; stonewalling; thwarting; trouble	barring; hindrance; impediment; obstruction; preventing; putting off; sticking fast; stopping
encombrement	barrier; hindrance; impediment; obstacle	accumulation; bar; barrier; blockage; buildup of traffic; congelation; congestion; constipation; jam; mess; mountain; muddle; obstruction; roadblock; stagnancy; stagnation; standstill; stoppage; tailback; traffic block; traffic jam
entrave	bar; barrier; block; blockage; hindrance; impediment; obstacle; obstruction; stonewalling; stumbling block; thwarting; trouble	chain; cuff; fetter; hampering; hindrance; impediment; impeding; interfering with; manacle; obstruction; shackle
fait d'être empêché	hindrance; impediment; obstacle; prevention
gêne	barrier; blockage; bother; hindrance; impediment; nuisance; obstacle; obstruction; trouble	awkwardness; discomfiture; embarrassment; inconvenience; interruption; intrusion; nuisance; reserve; restraint; reticence; shyness; timidity; timorousness
inégalité	bump; knob; obstacle	bumpiness; roughness; unevenness
nuisance	bother; hindrance; nuisance; obstacle; trouble	nuisance
obstacle	bar; barrier; block; hindrance; impediment; obstacle; obstruction; prevention; stonewalling; stumbling block; thwarting; trouble	barrier obstacles; hindrance; hitch; impediment; obstruction
obstruction	barrier; block; blockage; hindrance; impediment; obstacle; obstruction; stonewalling; thwarting; trouble	barrier obstacles; blockage; congelation; congestion; constipation; hampering; hindrance; impediment; impeding; interfering with; jam; obstruction; stagnancy; stagnation; standstill; stoppage; traffic jam
-	obstruction

Verwante woorden van "obstacle":

obstacles

Synoniemen voor "obstacle":

obstruction; hindrance; hinderance; deterrent; impediment; balk; baulk; check; handicap
obstruction; obstructor; obstructer; impedimenta

Verwante definities voor "obstacle":

an obstruction that stands in the way (and must be removed or surmounted or circumvented)¹
something immaterial that stands in the way and must be circumvented or surmounted¹
- lack of imagination is an obstacle to one's advancement¹
- the poverty of a district is an obstacle to good education¹

Wiktionary: obstacle

obstacle

noun

something that impedes, stands in the way of, or holds up progress
- obstacle → obstacle

obstacle

verb

Retirer les cloisons qui séparent.
- décloisonner → decompartmentalize; decompartmentalise; break down; obstacle

noun

Ce qui empêcher.
- empêchement → impediment; obstacle
Ce qui empêcher de passer.
- obstacle → obstacle

Cross Translation:

From	To	Via
• obstacle	→ obstacle	↔ Hindernis — ein Gegenstand, der das Weiterkommen verhindern oder behindern
• obstacle	→ écueil; obstacle	↔ Klippe — figürlich: eine Hürde, eine Schwierigkeit

Verwante vertalingen van obstacles

barrier obstacles

Remove Ads

Franse en Engelse zoekresultaten voor: obstacles

Uitgebreide vertaling voor obstacles (Engels) in het Frans

obstacle:

obstacle [the ~] zelfstandig naamwoord

the obstacle (barrier; impediment; hindrance)

the obstacle (barrier; hindrance; impediment; stumbling block; bar)

the obstacle (bump; knob)

the obstacle (nuisance; hindrance; trouble; bother)

the obstacle (hindrance; impediment; obstruction; trouble; block; thwarting; stonewalling)

the obstacle (hindrance; impediment; prevention)

the obstacle (obstruction; blockage)

Vertaal Matrix voor obstacle:

Verwante woorden van "obstacle":

Synoniemen voor "obstacle":

Verwante definities voor "obstacle":

Wiktionary: obstacle

Verwante vertalingen van obstacles