Home ->Woordenboeken ->Frans/Duits ->Zoek: suspecte

Franse en Duitse zoekresultaten voor: suspecte

Overzicht

Frans naar Duits: Meer gegevens...

suspecte:
- Beschuldigte; Angeklagte
suspecter:
- verdächtigen; beschuldigen; anklagen
Wiktionary:
- suspecte → fragwürdig, suspekt
- suspecter → argwöhnen, verdächtigen
- suspecter → verdächtigen, vermuten, mutmaßen

Frans

Uitgebreide vertaling voor suspecte (Frans) in het Duits

suspecte:

suspecte [la ~] zelfstandig naamwoord

la suspecte (accusé; suspect; prévenu; inculpé)
der Beschuldigte; der Angeklagte
- Beschuldigte [der ~] zelfstandig naamwoord
- Angeklagte [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor suspecte:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Angeklagte	accusé; inculpé; prévenu; suspect; suspecte
Beschuldigte	accusé; inculpé; prévenu; suspect; suspecte

Wiktionary: suspecte

suspecte

adjective

zu Skepsis und Argwohn Anlass gebend
- fragwürdig → suspecte; suspect; douteuse; louche; douteux; discutable
verdächtig, fragwürdig, zweifelhaft, unglaubwürdig
- suspekt → suspect; suspecte

suspecte vorm van suspecter:

suspecter werkwoord (suspecte, suspectes, suspectons, suspectez, suspectent, suspectais, suspectait, suspections, suspectiez, suspectaient, suspectai, suspectas, suspecta, suspectâmes, suspectâtes, suspectèrent, suspecterai, suspecteras, suspectera, suspecterons, suspecterez, suspecteront)

suspecter (incriminer; soupçonner; accuser; charger; imputer; inculper)
verdächtigen; beschuldigen; anklagen
- verdächtigen werkwoord (verdächtige, verdächtigst, verdächtigt, verdächtigte, verdächtigtet, verdâchtigt)
- beschuldigen werkwoord (beschuldige, beschuldigst, beschuldigt, beschuldigte, beschuldigtet, beschuldigt)
- anklagen werkwoord (klage an, klagst an, klagt an, klagte an, klagtet an, angeklagt)

Conjugations for suspecter:

Présent

suspecte
suspectes
suspecte
suspectons
suspectez
suspectent

imparfait

suspectais
suspectais
suspectait
suspections
suspectiez
suspectaient

passé simple

suspectai
suspectas
suspecta
suspectâmes
suspectâtes
suspectèrent

futur simple

suspecterai
suspecteras
suspectera
suspecterons
suspecterez
suspecteront

subjonctif présent

que je suspecte
que tu suspectes
qu'il suspecte
que nous suspections
que vous suspectiez
qu'ils suspectent

conditionnel présent

suspecterais
suspecterais
suspecterait
suspecterions
suspecteriez
suspecteraient

passé composé

ai suspecté
as suspecté
a suspecté
avons suspecté
avez suspecté
ont suspecté

divers

suspecte!
suspectez!
suspectons!
suspecté
suspectant

1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor suspecter:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
anklagen	accuser; charger; imputer; incriminer; inculper; soupçonner; suspecter	accuser; accuser de; charger; dénoncer; imputer; incriminer; inculper; inculper de
beschuldigen	accuser; charger; imputer; incriminer; inculper; soupçonner; suspecter	accuser; accuser de; incriminer; inculper; inculper de
verdächtigen	accuser; charger; imputer; incriminer; inculper; soupçonner; suspecter

Synoniemen voor "suspecter":

soupçonner; incriminer; pressentir

Wiktionary: suspecter

suspecter

verb

soupçonner, tenir pour suspect.
- suspecter → argwöhnen; verdächtigen

Cross Translation:

From	To	Via
• suspecter	→ verdächtigen	↔ verdenken — het vermoeden hebben van iets slechts
• suspecter	→ vermuten; mutmaßen	↔ surmise — to conjecture, to opine or to posit with contestable premises