Frans
Uitgebreide vertaling voor lettre (Frans) in het Duits
lettre:
-
la lettre (épître; écriture)
-
la lettre (caractère; signe; signe graphique)
-
la lettre (épître des Apôtres; missive; écrit; document)
-
la lettre
-
la lettre
Vertaal Matrix voor lettre:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Aufsatz | lettre; écriture; épître | article; composition; dissertation; essai; mémoire; partie supérieure; petit bout; petit débris; petit morceau; petit peu; petite pièce; pièce du dessus; publication; rédaction |
Brief | lettre; écriture; épître | |
Epistel | document; lettre; missive; écrit; écriture; épître; épître des Apôtres | mercuriale; philippique; semonce |
Schreiben | lettre; écriture; épître | avis; convocation; correspondances; courrier; déclaration; dénonciation; exploit d'huissier; lettres; notification; notifications; sommation; sommations |
Schriftzeigen | caractère; lettre; signe; signe graphique | |
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Schreiben | lettre |
Synoniemen voor "lettre":
Wiktionary: lettre
lettre
Cross Translation:
noun
lettre
noun
-
Gaunersprache: unerlaubte, heimlich (oft in verschlüsselter Form) geschriebene Mitteilung eines Gefangener, die einem anderen oder Außenstehenden übermittelt wurde
- Kassiber → clandestine; note; clandestin; message; lettre; courte; biffeton; lazagne
-
Linguistik, Schriftlinguistik: Zeichen, das die Laute einer Sprache in der Schrift wiedergeben kann
-
eine geschriebene, verschlossene Mitteilung, die (meist gegen Bezahlung) per Post oder Boten verschickt wird
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• lettre | → Buchstabe | ↔ letter — letter of the alphabet |
• lettre | → Brief | ↔ letter — written message |
• lettre | → Buchstabe | ↔ letter — een teken om in geschreven taal een klank van de gesproken taal weer te geven |
• lettre | → Brief | ↔ brief — een geschreven bericht van een persoon naar een ander, meestal in een omslag per post verzonden |
lettré:
-
lettré (cultivé; sage; érudit; savant; très savant; qui a beaucoup lu; instruit; qui a fait des études supérieures)
studiert; gelehrt; hochgelehrt; hochgebildet; klug; geschult; belesen; literarisch gebildet; wissenschaftlich gebildet-
studiert bijvoeglijk naamwoord
-
gelehrt bijvoeglijk naamwoord
-
hochgelehrt bijvoeglijk naamwoord
-
hochgebildet bijvoeglijk naamwoord
-
klug bijvoeglijk naamwoord
-
geschult bijvoeglijk naamwoord
-
belesen bijvoeglijk naamwoord
-
literarisch gebildet bijvoeglijk naamwoord
-
wissenschaftlich gebildet bijvoeglijk naamwoord
-
-
le lettré (mandarin)