Home ->Woordenboeken ->Frans/Duits ->Zoek: handicapé

Franse en Duitse zoekresultaten voor: handicapé

Overzicht

Frans naar Duits: Meer gegevens...

handicapé:
- gehandikapt; behindert; schwachsinnig; schwächlich; schwach
- Behinderte; Behinderter; Arbeitsunfähiger
Wiktionary:
- handicapé → behindert
- handicapé → Behinderter, behindert, gehandikapt

Frans

Uitgebreide vertaling voor handicapé (Frans) in het Duits

handicapé:

handicapé bijvoeglijk naamwoord

handicapé (invalide; infirme)
gehandikapt; behindert
- gehandikapt bijvoeglijk naamwoord
- behindert bijvoeglijk naamwoord
handicapé (débile mentale; imbécile)
schwachsinnig; schwächlich; schwach
- schwachsinnig bijvoeglijk naamwoord
- schwächlich bijvoeglijk naamwoord
- schwach bijvoeglijk naamwoord

handicapé [le ~] zelfstandig naamwoord

l'handicapé (infirme)
die Behinderte; der Behinderter
- Behinderte [die ~] zelfstandig naamwoord
- Behinderter [der ~] zelfstandig naamwoord
l'handicapé (quelqu'un qui est incapable de travailler)
der Arbeitsunfähiger
- Arbeitsunfähiger [der ~] zelfstandig naamwoord
l'handicapé
der Behinderter
- Behinderter [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor handicapé:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Arbeitsunfähiger	handicapé; quelqu'un qui est incapable de travailler
Behinderte	handicapé; infirme
Behinderter	handicapé; infirme
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
behindert	handicapé; infirme; invalide
gehandikapt	handicapé; infirme; invalide
schwach	débile mentale; handicapé; imbécile	arriéré; attardé; bas; basse; bassement; blême; branlant; cassable; cassant; chancelant; chevrotant; chétif; croulant; crépusculaire; d'une manière languissante; de second ordre; demeuré; diffus; défavorisé; dégénéré; délabré; délicat; dépourvu; dépérissant; efféminé; fade; faible; faiblement; fluet; flétri; fragile; fragilement; friable; frêle; ignoble; imbécile; inconstant; inférieur; insipide; instable; langoureux; languide; languissant; lâche; maigre; maladif; maladivement; mat; mauvais; mince; misérable; mol; mou; médiocre; méprisable; pas haut; pauvre; peu solide; pitoyable; puéril; pâlot; pâlotte; rare; raréfié; subalterne; susceptible; tamisé; terne; vague; voilé; vulnérable
schwachsinnig	débile mentale; handicapé; imbécile	aberrant; aliéné; arriéré; attardé; demeuré; dégénéré; dément; imbécile; intellectuellement retardé
schwächlich	débile mentale; handicapé; imbécile	avec maladresse; avec raideur; bas; basse; bassement; branlant; cassable; cassant; chancelant; chevrotant; croulant; défavorisé; dégingandé; délabré; délicat; dépourvu; embarrassé; fade; faible; faiblement; fluet; fragile; fragilement; friable; frêle; gauche; gauchement; ignoble; inconstant; inncommode; insipide; instable; lâche; maigre; mal à l'aise; maladif; maladivement; maladroit; maladroitement; malhabile; mince; misérable; médiocre; pauvre; peu maniable; pitoyable; pâlot; pâlotte; raide; relâché; sans force; susceptible; tendre; tendrement; vulnérable; à pas raides

Synoniemen voor "handicapé":

estropié; amputé; éclopé; impotent; infirme; manchot; mutilé; unijambiste; défavorisé; invalide; disgracié; difforme

Wiktionary: handicapé

handicapé

adjective

état d'une personne atteinte d’un handicap.
- handicapé → behindert

handicapé

adjective

mit körperlichen oder geistigen Problemen
- behindert → handicapé

(männliche) Person mit einer starken und dauerhaften körperlichen und/oder geistigen Beeinträchtigung der gesellschaftlichen und wirtschaftlichen Teilhabe
- Behinderter → handicapé

Cross Translation:

From	To	Via
• handicapé	→ behindert	↔ disabled — having a physical disability
• handicapé	→ behindert	↔ handicapped — having a handicap
• handicapé	→ gehandikapt; behindert	↔ gehandicapt — met een lichamelijke afwijking

Verwante vertalingen van handicapé

handicapé mental