Overzicht
Frans naar Duits: Meer gegevens...
-
petit:
- klein; äußerst klein; winzig; knapp; unter dem Mindestmaß; minderwertig; schmal; eng; kleinkariert; engstirnig; kleinmütig; genau; gering; gewerblich; beschränkt; geizig; bürgerlich; kleinlich; borniert; knickrig; kleinbürgerlich
- Kind; Ding; Kätzchen; Jung; Junge; Baby; Säugling; Knabe; Sprößling; Dreikäsehoch; Knirps; Kleinkind; Kleine; Gör; Dingelchen; Wicht; Kerlchen; Kleines Kind; Kindchen
-
Wiktionary:
- Petit → Klein
- petit → klein, jung, lützel, gering
- petit → Welpe, Matz
- petit → Welpe, Junges, Gepardenjunges, Bärenjunges, Dachsjunges, Leopardenjunges, Fuchsjunges, Löwenbaby, Löwenjunges, Tigerjunges, Tigerbaby, Pandajunges, Eisbärjunges, Eisbärenjunges, Braunbärenjunges, Wolfsjunges, klein, lützel, lütt, wenig, Knäblein, Knäbchen, niederträchtig, gemein, gering, unbedeutend, jung, winzig, Nachkomme, Nachwuchs, Brut, Abkömmling, Junge
Frans
Uitgebreide vertaling voor Petit (Frans) in het Duits
petit:
-
petit
klein; äußerst klein; winzig; knapp; unter dem Mindestmaß; minderwertig-
klein bijvoeglijk naamwoord
-
äußerst klein bijvoeglijk naamwoord
-
winzig bijvoeglijk naamwoord
-
knapp bijvoeglijk naamwoord
-
unter dem Mindestmaß bijvoeglijk naamwoord
-
minderwertig bijvoeglijk naamwoord
-
-
petit (étroit; serré; restreint; étouffé; ténu; étroitement; limité; étouffant; pressant; petitement)
-
petit (exigu; provincial; petit-bourgeois; borné; serré; mesquin; étriqué; à l'étroit; petitement)
kleinkariert; engstirnig; kleinmütig; genau; knapp; eng; klein; gering; gewerblich; beschränkt; geizig; bürgerlich; kleinlich; borniert; knickrig; kleinbürgerlich-
kleinkariert bijvoeglijk naamwoord
-
engstirnig bijvoeglijk naamwoord
-
kleinmütig bijvoeglijk naamwoord
-
genau bijvoeglijk naamwoord
-
knapp bijvoeglijk naamwoord
-
eng bijvoeglijk naamwoord
-
klein bijvoeglijk naamwoord
-
gering bijvoeglijk naamwoord
-
gewerblich bijvoeglijk naamwoord
-
beschränkt bijvoeglijk naamwoord
-
geizig bijvoeglijk naamwoord
-
bürgerlich bijvoeglijk naamwoord
-
kleinlich bijvoeglijk naamwoord
-
borniert bijvoeglijk naamwoord
-
knickrig bijvoeglijk naamwoord
-
kleinbürgerlich bijvoeglijk naamwoord
-
-
petit (minuscule; tout petit; petitement; très petit)
-
le petit (enfant; bambin; petite fille; petit garçon)
-
le petit (chaton)
-
le petit (chiot)
-
le petit (nourrisson; bambin; bébé; nouveau-né)
-
le petit (gamin; mioche; bébé; bambin; asticot; tout-petit; vermisseau; avorton; enfant; moutard; gosse; têtard; petiot; petite fille; nabot; petit enfant; petit garçon; jeune enfant)
-
le petit (bambin; môme; enfant; petite fille; petit garçon)
-
le petit (bambin; bébé; enfant; petite fille; petit garçon)
Vertaal Matrix voor petit:
Synoniemen voor "petit":
Wiktionary: petit
petit
petit
Cross Translation:
adjective
-
oberdeutsch, im allgemeinen Sprachgebrauch ausgestorben: ursprünglich: klein (an Größe), gegenwärtig: zahlenmäßig gering, nicht solide, nicht in Ordnung
-
von geringem Ausmaß
-
unbedeutend
-
klein oder unbedeutend in Bezug auf die Menge, die Anzahl, den Umfang, die Qualität
-
junger Fuchs, Wolf oder Hund
-
umgangssprachlich, im übertragenen Sinne zu [6]: eine kleinwüchsige Person
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• petit | → Welpe; Junges; Gepardenjunges; Bärenjunges; Dachsjunges; Leopardenjunges; Fuchsjunges; Löwenbaby; Löwenjunges; Tigerjunges; Tigerbaby; Pandajunges; Eisbärjunges; Eisbärenjunges; Braunbärenjunges; Wolfsjunges | ↔ cub — the young of certain animals |
• petit | → klein; lützel; lütt; wenig | ↔ little — small in size |
• petit | → Knäblein; Knäbchen | ↔ little boy — a diminutive male child |
• petit | → niederträchtig; gemein | ↔ low — despicable |
• petit | → klein; gering; unbedeutend | ↔ petty — Little, trifling, or inconsiderable, as a petty fault |
• petit | → klein | ↔ short — of a person, of comparatively little height |
• petit | → klein; gering | ↔ small — not large |
• petit | → klein; jung | ↔ small — young |
• petit | → winzig; klein | ↔ wee — small, little |
• petit | → Nachkomme; Nachwuchs; Brut; Abkömmling; Junge | ↔ young — offspring |
• petit | → klein | ↔ klein — van geringe grootte |