Overzicht
Frans naar Duits:   Meer gegevens...
  1. voisinage:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor voisinage (Frans) in het Duits

voisinage:

voisinage [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le voisinage (proximité)
    die Umgebung; die Nachbarschaft
  2. le voisinage (village; localité)
    Dorf; der Ort; der Flecken; der Weiler
    • Dorf [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Ort [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Flecken [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Weiler [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor voisinage:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Dorf localité; village; voisinage hameau
Flecken localité; village; voisinage blâme; faubert; frottis; pâté; salissure; souillure; tache; vadrouille
Nachbarschaft proximité; voisinage
Ort localité; village; voisinage contrée; district; domaine; département; emplacement; endroit; hameau; lieu; localisation; place; position; province; région; site; situation; territoire national
Umgebung proximité; voisinage alentours; entourage; environnement; environs; région; secteur
Weiler localité; village; voisinage

Synoniemen voor "voisinage":


Wiktionary: voisinage

voisinage
noun
  1. proximité d’un lieu à l’égard d’un autre.

Cross Translation:
FromToVia
voisinage Umgebung; Nachbarschaft neighborhood — nearby area
voisinage Umgebung; Nachbarschaft neighbourhood — close proximity, particularly in reference to home
voisinage Umgebung surroundings — area surrounding someone or something
voisinage Nähe vicinity — proximity, or the state of being near
voisinage Nähe; Nachbarschaft; Umgebung buurt — de nabijheid

Verwante vertalingen van voisinage