Vieillesse in het Duits vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Duits: Meer gegevens...

vieillesse:
- Altertum; Alter; Antike; Greisenalter; Menschenalter; Greis; Greisin
Wiktionary:
- vieillesse → Alter, Altersschwäche
- vieillesse → hohes Alter, Alter

Frans

Uitgebreide vertaling voor vieillesse (Frans) in het Duits

la vieillesse (grand âge; âge; ancienneté; âge avancé)
der Altertum; Alter
- Altertum [der ~] zelfstandig naamwoord
- Alter [das ~] zelfstandig naamwoord
la vieillesse (ancienneté; âge)
der Altertum; die Antike
- Altertum [der ~] zelfstandig naamwoord
- Antike [die ~] zelfstandig naamwoord
la vieillesse (grand âge; âge avancé)
Alter; Greisenalter
- Alter [das ~] zelfstandig naamwoord
- Greisenalter [das ~] zelfstandig naamwoord
la vieillesse (âge d'homme; âge; ancienneté; âge avancé)
der Altertum; der Menschenalter
- Altertum [der ~] zelfstandig naamwoord
- Menschenalter [der ~] zelfstandig naamwoord
la vieillesse (fait d'avoir plus de 65 ans)
der Alter; der Greis; die Greisin
- Alter [der ~] zelfstandig naamwoord
- Greis [der ~] zelfstandig naamwoord
- Greisin [die ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Alter	ancienneté; fait d'avoir plus de 65 ans; grand âge; vieillesse; âge; âge avancé	petite vieille; âge
Altertum	ancienneté; grand âge; vieillesse; âge; âge avancé; âge d'homme	antiquité; monde antique
Antike	ancienneté; vieillesse; âge	antiquité; monde antique
Greis	fait d'avoir plus de 65 ans; vieillesse	homme aux cheveux gris; vieillard
Greisenalter	grand âge; vieillesse; âge avancé
Greisin	fait d'avoir plus de 65 ans; vieillesse
Menschenalter	ancienneté; vieillesse; âge; âge avancé; âge d'homme
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Alter		ancienneté

âge; époque; ancienneté; période; temps; vétusté; antiquité; antériorité; antécédent; préséance; sénescence; affaiblissement; sénilité; vieillissement; déclin; décrépitude

vieillesse

noun

vieillesse

noun

körperlicher und/oder geistiger Mangel, der sich mit zunehmendem Alter einstellt
- Altersschwäche → vieillesse; décrépitude
Bezeichnung für den letzten Lebensabschnitt eines Menschen
- Alter → vieillesse

Cross Translation:

From	To	Via
• vieillesse	→ hohes Alter	↔ old age — latter part of life
• vieillesse	→ Alter	↔ oldness — state of being old