Overzicht
Frans naar Duits: Meer gegevens...
- verrouiller:
-
Wiktionary:
- verrouiller → verriegeln, zuriegeln, abschließen
- verrouiller → sichern
Frans
Uitgebreide vertaling voor verrouiller (Frans) in het Duits
verrouiller:
verrouiller werkwoord (verrouille, verrouilles, verrouillons, verrouillez, verrouillent, verrouillais, verrouillait, verrouillions, verrouilliez, verrouillaient, verrouillai, verrouillas, verrouilla, verrouillâmes, verrouillâtes, verrouillèrent, verrouillerai, verrouilleras, verrouillera, verrouillerons, verrouillerez, verrouilleront)
-
verrouiller (boucler; fermer au verrou; clore; fermer)
verriegeln; schließen; sperren; abschliessen; verschließen; versperren; zusperren; zumachen; zuschliessen; verrammeln; absperren-
abschliessen werkwoord (schließe ab, schließst ab, schließt ab, schloß ab, schloßet ab, abgeschlossen)
-
verrouiller (fermer; clore; boucler)
-
verrouiller (fermer; clore; boucler; cacheter; apposer les scellés)
schließen; sperren; verschließen; zumachen; abschliessen; verriegeln; abdichten; zusperren; isolieren-
abschliessen werkwoord (schließe ab, schließst ab, schließt ab, schloß ab, schloßet ab, abgeschlossen)
-
verrouiller (fermer au verrou)
-
verrouiller (se coaguler; se solidifier)
steif werden-
steif werden werkwoord
-
-
verrouiller (terminer; clôturer; conclure; clore; fermer; barrer; boucher)
-
verrouiller (fermer en tournant; fermer; clore)
-
verrouiller
Conjugations for verrouiller:
Présent
- verrouille
- verrouilles
- verrouille
- verrouillons
- verrouillez
- verrouillent
imparfait
- verrouillais
- verrouillais
- verrouillait
- verrouillions
- verrouilliez
- verrouillaient
passé simple
- verrouillai
- verrouillas
- verrouilla
- verrouillâmes
- verrouillâtes
- verrouillèrent
futur simple
- verrouillerai
- verrouilleras
- verrouillera
- verrouillerons
- verrouillerez
- verrouilleront
subjonctif présent
- que je verrouille
- que tu verrouilles
- qu'il verrouille
- que nous verrouillions
- que vous verrouilliez
- qu'ils verrouillent
conditionnel présent
- verrouillerais
- verrouillerais
- verrouillerait
- verrouillerions
- verrouilleriez
- verrouilleraient
passé composé
- ai verrouillé
- as verrouillé
- a verrouillé
- avons verrouillé
- avez verrouillé
- ont verrouillé
divers
- verrouille!
- verrouillez!
- verrouillons!
- verrouillé
- verrouillant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles
Vertaal Matrix voor verrouiller:
Synoniemen voor "verrouiller":
Wiktionary: verrouiller
verrouiller
Cross Translation:
verb
verrouiller
-
fermer au verrou.
- verrouiller → verriegeln; zuriegeln
verb
-
das Öffnen durch Unbefugter mit einem Verschließmechanismus blockieren
-
(transitiv) mit einem Riegel verschließen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verrouiller | → sichern | ↔ zekeren — het touw waarmee iemand klimt op een veilige manier vasthouden |