Overzicht
Frans naar Duits: Meer gegevens...
- valide:
- valider:
-
Wiktionary:
- valide → gültig
- valider → validieren
- valider → validieren
Frans
Uitgebreide vertaling voor valide (Frans) in het Duits
valide:
-
valide (valable; légitime; fondé; juste; en règle; autorisé; licite)
gültig; geltend; rechtskräftig; rechtsgültig; gesetzlich; rechtsgültig sein-
gültig bijvoeglijk naamwoord
-
geltend bijvoeglijk naamwoord
-
rechtskräftig bijvoeglijk naamwoord
-
rechtsgültig bijvoeglijk naamwoord
-
gesetzlich bijvoeglijk naamwoord
-
rechtsgültig sein bijvoeglijk naamwoord
-
-
valide
gültig; geltend; wohlbegründet; begründet; rechtskräftig; gesetzmäßig; rechtsgültig sein; berechtigt; stichhaltig; gerecht; gesetzlich; zustehend; rechtmäßig-
gültig bijvoeglijk naamwoord
-
geltend bijvoeglijk naamwoord
-
wohlbegründet bijvoeglijk naamwoord
-
begründet bijvoeglijk naamwoord
-
rechtskräftig bijvoeglijk naamwoord
-
gesetzmäßig bijvoeglijk naamwoord
-
rechtsgültig sein bijvoeglijk naamwoord
-
berechtigt bijvoeglijk naamwoord
-
stichhaltig bijvoeglijk naamwoord
-
gerecht bijvoeglijk naamwoord
-
gesetzlich bijvoeglijk naamwoord
-
zustehend bijvoeglijk naamwoord
-
rechtmäßig bijvoeglijk naamwoord
-
-
valide
-
valide
-
valide (légal; raisonnable; légitime; équitable; à juste titre; équitablement; légitimement; légalement; raisonnablement)
rechtmäßig; gesetzmäßig; gesetzlich-
rechtmäßig bijvoeglijk naamwoord
-
gesetzmäßig bijvoeglijk naamwoord
-
gesetzlich bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor valide:
Synoniemen voor "valide":
valide vorm van valider:
valider werkwoord (valide, valides, validons, validez, valident, validais, validait, validions, validiez, validaient, validai, validas, valida, validâmes, validâtes, validèrent, validerai, valideras, validera, validerons, validerez, valideront)
-
valider (ratifier; confirmer; sceller; entériner)
-
valider (ratifier; authentifier; confirmer; entériner; authentiquer)
bestaetigen; beglaubigen; bescheinigen; signalisieren-
bestaetigen werkwoord
-
bescheinigen werkwoord (bescheinige, bescheinigst, bescheinigt, bescheinigte, bescheinigtet, bescheinigt)
-
signalisieren werkwoord (signalisiere, signalisierst, signalisiert, signalisierte, signalisiertet, signalisiert)
-
-
valider
-
valider
Conjugations for valider:
Présent
- valide
- valides
- valide
- validons
- validez
- valident
imparfait
- validais
- validais
- validait
- validions
- validiez
- validaient
passé simple
- validai
- validas
- valida
- validâmes
- validâtes
- validèrent
futur simple
- validerai
- valideras
- validera
- validerons
- validerez
- valideront
subjonctif présent
- que je valide
- que tu valides
- qu'il valide
- que nous validions
- que vous validiez
- qu'ils valident
conditionnel présent
- validerais
- validerais
- validerait
- validerions
- valideriez
- valideraient
passé composé
- ai validé
- as validé
- a validé
- avons validé
- avez validé
- ont validé
divers
- valide!
- validez!
- validons!
- validé
- validant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles
Vertaal Matrix voor valider:
Synoniemen voor "valider":
Wiktionary: valider
valider
Cross Translation:
verb
-
(transitiv) etwas auf Gültigkeit prüfen, die Richtigkeit einer Methode beispielhaft testen
-
(transitiv)veraltet: etwas rechtsgültig machen, für rechtsgültig erklären
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• valider | → validieren | ↔ validate — check the validity of |