Frans

Uitgebreide vertaling voor vagabond (Frans) in het Duits

vagabond:

vagabond [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le vagabond (clochard)
    der Tramper; der Landstreicher; der Vagabund
  2. le vagabond
    der Vagabund; der Landstreicher

vagabond bijvoeglijk naamwoord

  1. vagabond (errant; nomade)
    wandernd; umherstreifend; herumreisend
  2. vagabond (ayant toujours tendance à vagabonder; itinérant)
    Wanderkrank
  3. vagabond (errant)
    unstet
    • unstet bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor vagabond:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Landstreicher clochard; vagabond clochards; vagabonds
Tramper clochard; vagabond auto-stoppeur
Vagabund clochard; vagabond
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Wanderkrank ayant toujours tendance à vagabonder; itinérant; vagabond
herumreisend errant; nomade; vagabond voyageant
umherstreifend errant; nomade; vagabond
unstet errant; vagabond
wandernd errant; nomade; vagabond

Synoniemen voor "vagabond":


Wiktionary: vagabond

vagabond
noun
  1. ein ohne Obdach allein umherziehender Mensch
  2. jemand ohne festen Wohnsitz, der umherstreifen

Cross Translation:
FromToVia
vagabond Vagabund; Penner; Landstreicher; Landstreicherin tramp — homeless person
vagabond Landstreicher; Landstreicherin vagabond — a person on a trip of indeterminate destination and/or length of time
vagabond Landstreicher; Landstreicherin vagabond — a bum, a hobo, a tramp, a homeless person
vagabond Landstreicher; Landstreicherin vagrant — wanderer

Verwante vertalingen van vagabond