Overzicht
Frans naar Duits:   Meer gegevens...
  1. tronc:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor tronc (Frans) in het Duits

tronc:

tronc [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le tronc (carvasse)
    der Rumpf; der Torso
    • Rumpf [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Torso [der ~] zelfstandig naamwoord
  2. le tronc
    der Baumstamm; der Stamm
    • Baumstamm [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Stamm [der ~] zelfstandig naamwoord
  3. le tronc (tronc pour la quête de fonds)
    die Sammelbüchse
  4. le tronc (phylum)
    der Stamm
    • Stamm [der ~] zelfstandig naamwoord
  5. le tronc (tronc de sacrifice)
    die Opferbüchse

Vertaal Matrix voor tronc:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Baumstamm tronc
Opferbüchse tronc; tronc de sacrifice
Rumpf carvasse; tronc cage thoracique; corps; corps humain; thorax
Sammelbüchse tronc; tronc pour la quête de fonds bourse à sonnette; sébile
Stamm phylum; tronc clan; compagnie; groupe; groupement; peuplade; racine; radical; radical d'un mot; société; tribalisme; tribu
Torso carvasse; tronc

Synoniemen voor "tronc":


Wiktionary: tronc

tronc
noun
  1. Biologie: Teil des Baumes zwischen Wurzel und Krone
  2. Anatomie: der menschliche Körper ohne Kopf, Hals und Gliedmaßen
  3. in Kirchen ausgehängte Behältnisse für Geldspenden
  4. gehoben, veraltend: Körper ohne Kopf und Gliedmaßen: Rumpf

Cross Translation:
FromToVia
tronc Stamm stam — biologie|nld een boomstam, het deel van de boom tussen de wortels en de kruin
tronc Torso; Rumpf torso — body excluding the head and limbs
tronc Baumstamm; Stamm tree trunk — the main structural member of a tree
tronc Stamm trunk — tree trunk

Verwante vertalingen van tronc