Timidité in het Duits vertaald uit het Frans

Remove Ads

Overzicht

Frans naar Duits: Meer gegevens...

timidité:
- Furcht; Scheu; Ängstlichkeit; Bangigkeit; Zaghaftigkeit; Verlegenheit; Schüchternheit; Scheuheit; Schüchternkeit; Zurückhaltung; Verschlossenheit; Geniertheit
Wiktionary:
- timidité → Scheu
- timidité → Scheu, Scheuheit

Frans

Uitgebreide vertaling voor timidité (Frans) in het Duits

timidité:

timidité [la ~] zelfstandig naamwoord

la timidité (lâcheté; frousse)
die Furcht; die Scheu; die Ängstlichkeit; die Bangigkeit
- Furcht [die ~] zelfstandig naamwoord
- Scheu [die ~] zelfstandig naamwoord
- Ängstlichkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Bangigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
la timidité (humeur sauvage; sauvagerie)
die Zaghaftigkeit; die Verlegenheit; die Schüchternheit; die Scheuheit; die Schüchternkeit
- Zaghaftigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Verlegenheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Schüchternheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Scheuheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Schüchternkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
la timidité (pudicité; crainte)
die Verlegenheit; die Schüchternheit; die Ängstlichkeit; die Zaghaftigkeit; die Scheuheit
- Verlegenheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Schüchternheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Ängstlichkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Zaghaftigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Scheuheit [die ~] zelfstandig naamwoord
la timidité
die Schüchternheit; die Verlegenheit
- Schüchternheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Verlegenheit [die ~] zelfstandig naamwoord
la timidité (gêne; réserve; embarras)
die Verlegenheit; die Schüchternheit; die Zurückhaltung; die Verschlossenheit; die Scheu; die Zaghaftigkeit; die Scheuheit; die Geniertheit
- Verlegenheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Schüchternheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Zurückhaltung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Verschlossenheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Scheu [die ~] zelfstandig naamwoord
- Zaghaftigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Scheuheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Geniertheit [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor timidité:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Bangigkeit	frousse; lâcheté; timidité	angoisse; anxiété; crainte; peur
Furcht	frousse; lâcheté; timidité	angoisse; anxiété; crainte; effroi; frayeur; inquiétude; peur; terreur
Geniertheit	embarras; gêne; réserve; timidité	embarras; gêne
Scheu	embarras; frousse; gêne; lâcheté; réserve; timidité	angoisse; anxiété; crainte; embarras; frisonnement; frisson; frémissement; gêne; peur
Scheuheit	crainte; embarras; gêne; humeur sauvage; pudicité; réserve; sauvagerie; timidité
Schüchternheit	crainte; embarras; gêne; humeur sauvage; pudicité; réserve; sauvagerie; timidité	confusion; déconcertation; embarras; gêne
Schüchternkeit	humeur sauvage; sauvagerie; timidité
Verlegenheit	crainte; embarras; gêne; humeur sauvage; pudicité; réserve; sauvagerie; timidité	embarras; gêne
Verschlossenheit	embarras; gêne; réserve; timidité	contrainte; discrétion; mutisme; réserve; réticence; silence
Zaghaftigkeit	crainte; embarras; gêne; humeur sauvage; pudicité; réserve; sauvagerie; timidité	embarras; gêne
Zurückhaltung	embarras; gêne; réserve; timidité	contrainte; discrétion; distance; froid; froideur; mutisme; réserve; réticence; silence
Ängstlichkeit	crainte; frousse; lâcheté; pudicité; timidité	angoisse; anxiété; appréhension; crainte; effroi; frayeur; inquiétude; lâcheté; peur; pleutrerie

Synoniemen voor "timidité":

frilosité; pusillanimité; gaucherie; embarras; confusion; malaise; gêne; trouble; humilité; componction; modestie; soumission; crainte; appréhension

Wiktionary: timidité

timidité

noun

Caractère de celui qui est timide.
- timidité → Scheu

Cross Translation:

From	To	Via
• timidité	→ Scheu; Scheuheit	↔ shyness — quality of being shy

Computer vertaling door derden:

Remove Ads

Vertaal timidité van Frans naar Duits

Uitgebreide vertaling voor timidité (Frans) in het Duits

timidité:

timidité [la ~] zelfstandig naamwoord

la timidité (lâcheté; frousse)

la timidité (humeur sauvage; sauvagerie)

la timidité (pudicité; crainte)

la timidité

la timidité (gêne; réserve; embarras)

Vertaal Matrix voor timidité:

Synoniemen voor "timidité":

Wiktionary: timidité