Suspicion in het Duits vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Duits: Meer gegevens...

suspicion:
- Vermutung; Ahnung; Verdacht; Vorgefühl; Argwohn; Mißtrauen; Eingebung
Wiktionary:
- suspicion → Argwohn
- suspicion → Verdacht, Argwohn

Frans

Uitgebreide vertaling voor suspicion (Frans) in het Duits

la suspicion (soupçon; supposition)
die Vermutung; die Ahnung; der Verdacht; Vorgefühl
- Vermutung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Ahnung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Verdacht [der ~] zelfstandig naamwoord
- Vorgefühl [das ~] zelfstandig naamwoord
la suspicion (méfiance; défiance)
der Argwohn; Mißtrauen
- Argwohn [der ~] zelfstandig naamwoord
- Mißtrauen [das ~] zelfstandig naamwoord
la suspicion (pressentiment; soupçon; intuition)
Vorgefühl; die Ahnung; der Verdacht; die Vermutung; die Eingebung
- Vorgefühl [das ~] zelfstandig naamwoord
- Ahnung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Verdacht [der ~] zelfstandig naamwoord
- Vermutung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Eingebung [die ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Ahnung	intuition; pressentiment; soupçon; supposition; suspicion	comprenette; grain; impulsion; instinct; intuition; notion; penchant; sens inné; sensation; sentiment
Argwohn	défiance; méfiance; suspicion	défiance; méfiance; soupçon
Eingebung	intuition; pressentiment; soupçon; suspicion	avis; compréhension; concept; conception; conscience; entendement; façon de voir; idée; impulsion; inspiration; instinct; intuition; notion; opinion; optique; penchant; pensée; perspective; point de vue; réflexion; sens inné; sensation; sentiment; vision
Mißtrauen	défiance; méfiance; suspicion	défiance; méfiance; soupçon
Verdacht	intuition; pressentiment; soupçon; supposition; suspicion	conjecture; hypothèse; présomption; soupçon; supposition
Vermutung	intuition; pressentiment; soupçon; supposition; suspicion	conjecture; estimation; hypothèse; présomption; soupçon; supposition
Vorgefühl	intuition; pressentiment; soupçon; supposition; suspicion	hypothèse; impulsion; instinct; intuition; penchant; sens inné; sensation; sentiment; supposition

suspicion

noun

suspicion

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• suspicion	→ Verdacht	↔ verdenking — het vermoeden van het uitvoeren van een (strafbaar) feit
• suspicion	→ Verdacht; Argwohn	↔ suspicion — act of suspecting something or someone, especially of something wrong