Stupidité in het Duits vertaald uit het Frans

Remove Ads

Overzicht

Frans naar Duits: Meer gegevens...

stupidité:
- Spaß; Freudentaumel; Spaßen; Gaudi; Gefallen; Vergnügen; Geselligkeit; Ulk; Spleen; Heiterkeit; Freudenfest; Genuß; Fröhlichkeit; Frohsinn; Lust; Scherz; Flause; Glückseligkeit; Erfreulichkeit; Unsinn; Jubel; Seligkeit; Jux; Torheit; Narrheit; Schäkerei; Feudenruf; Freude; Verrücktheit; Geistesstörung; Geisteskrankheit; Idiotie; Wut; Kleinigkeit; Einfalt; Einfachheit; Albernheit; Tobsucht; Dummheit; Kinderei; Einfältigkeit; Geistesverwirrung; Kindlichkeit; Geistlosigkeit; Unklugheit; Stumpfsinnigkeit; kindisches Benehmen; kindisches Betragen; Firlefanz; Larifari; Quatsch; Geschwätz; Geschwafel; dummes Zeug
Wiktionary:
- stupidité → Stupidität, Dummheit

Frans

Uitgebreide vertaling voor stupidité (Frans) in het Duits

stupidité:

stupidité [la ~] zelfstandig naamwoord

la stupidité (allégresse; plaisir; joie; belle humeur; plaisanterie; folie; blague; rigolade; cocasserie; bordel; raillerie; gaieté; sottise; bouffonnerie; satisfaction; farce; bêtise; réjouissance; badinage; cris d'allégresse)
der Spaß; der Freudentaumel; Spaßen; die Gaudi; Gefallen; Vergnügen; die Geselligkeit; der Ulk; der Spleen; die Heiterkeit; Freudenfest; der Genuß; die Fröhlichkeit; der Frohsinn; die Lust; der Scherz; die Flause; die Glückseligkeit; die Erfreulichkeit; der Unsinn; der Jubel; die Seligkeit; der Jux; die Torheit; die Narrheit; die Schäkerei; der Feudenruf; die Freude; die Verrücktheit
- Spaß [der ~] zelfstandig naamwoord
- Freudentaumel [der ~] zelfstandig naamwoord
- Spaßen [das ~] zelfstandig naamwoord
- Gaudi [die ~] zelfstandig naamwoord
- Gefallen [das ~] zelfstandig naamwoord
- Vergnügen [das ~] zelfstandig naamwoord
- Geselligkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Ulk [der ~] zelfstandig naamwoord
- Spleen [der ~] zelfstandig naamwoord
- Heiterkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Freudenfest [das ~] zelfstandig naamwoord
- Genuß [der ~] zelfstandig naamwoord
- Fröhlichkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Frohsinn [der ~] zelfstandig naamwoord
- Lust [die ~] zelfstandig naamwoord
- Scherz [der ~] zelfstandig naamwoord
- Flause [die ~] zelfstandig naamwoord
- Glückseligkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Erfreulichkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Unsinn [der ~] zelfstandig naamwoord
- Jubel [der ~] zelfstandig naamwoord
- Seligkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Jux [der ~] zelfstandig naamwoord
- Torheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Narrheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Schäkerei [die ~] zelfstandig naamwoord
- Feudenruf [der ~] zelfstandig naamwoord
- Freude [die ~] zelfstandig naamwoord
- Verrücktheit [die ~] zelfstandig naamwoord
la stupidité (blague; folie; plaisanterie; bêtise; sottise; déraison; idiotie; bouffonnerie)
die Verrücktheit; die Flause; die Geistesstörung; die Geisteskrankheit; die Idiotie; die Wut; die Kleinigkeit; die Einfalt; die Einfachheit; die Torheit; die Albernheit; die Tobsucht; die Dummheit; die Narrheit; die Kinderei; die Einfältigkeit; die Geistesverwirrung; die Kindlichkeit; die Geistlosigkeit; die Unklugheit; die Schäkerei
- Verrücktheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Flause [die ~] zelfstandig naamwoord
- Geistesstörung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Geisteskrankheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Idiotie [die ~] zelfstandig naamwoord
- Wut [die ~] zelfstandig naamwoord
- Kleinigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Einfalt [die ~] zelfstandig naamwoord
- Einfachheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Torheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Albernheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Tobsucht [die ~] zelfstandig naamwoord
- Dummheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Narrheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Kinderei [die ~] zelfstandig naamwoord
- Einfältigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Geistesverwirrung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Kindlichkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Geistlosigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Unklugheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Schäkerei [die ~] zelfstandig naamwoord
la stupidité (insipidité; bêtise; nullité)
die Dummheit; die Stumpfsinnigkeit; die Einfältigkeit; die Geistlosigkeit
- Dummheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Stumpfsinnigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Einfältigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Geistlosigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
la stupidité (puérilité; infantilisme; blague; plaisanterie; sottise; bouffonnerie)
die Albernheit; die Kinderei; die Kindlichkeit; kindisches Benehmen; kindisches Betragen
- Albernheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Kinderei [die ~] zelfstandig naamwoord
- Kindlichkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- kindisches Benehmen [das ~] zelfstandig naamwoord
- kindisches Betragen [das ~] zelfstandig naamwoord
la stupidité (charabia; sottise; bêtises; absurdité; galimatias; radotage)
der Firlefanz; Larifari; der Quatsch; der Unsinn; die Torheit; Geschwätz; Geschwafel; dummes Zeug; die Schäkerei
- Firlefanz [der ~] zelfstandig naamwoord
- Larifari [das ~] zelfstandig naamwoord
- Quatsch [der ~] zelfstandig naamwoord
- Unsinn [der ~] zelfstandig naamwoord
- Torheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Geschwätz [das ~] zelfstandig naamwoord
- Geschwafel [das ~] zelfstandig naamwoord
- dummes Zeug [das ~] zelfstandig naamwoord
- Schäkerei [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor stupidité:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Albernheit	blague; bouffonnerie; bêtise; déraison; folie; idiotie; infantilisme; plaisanterie; puérilité; sottise; stupidité	bêtise; candeur; fait d'être bonasse; folie; idiotie; ignorance; ingénuité; innocence; moutonnerie; médiocrité; naïveté; niaiserie; nullité; simplicité; sottise
Dummheit	blague; bouffonnerie; bêtise; déraison; folie; idiotie; insipidité; nullité; plaisanterie; sottise; stupidité	badinage; bouffonnerie; bévue; bêtise; caractère irréfléchi; cocasserie; erreur; faute; folie; gaffe; imprudence; inconsidération; irréflexion; maladresse; non-sens; plaisanterie; raillerie; sottise; énormité
Einfachheit	blague; bouffonnerie; bêtise; déraison; folie; idiotie; plaisanterie; sottise; stupidité	candeur; dépouilement; fait d'être bonasse; frugalité; ignorance; ingénuité; innocence; modestie; modération; naïveté; niaiserie; pauvreté; pénurie; simplicité; sobriété
Einfalt	blague; bouffonnerie; bêtise; déraison; folie; idiotie; plaisanterie; sottise; stupidité	candeur; dépouilement; fait d'être bonasse; frugalité; ignorance; ingénuité; innocence; modestie; modération; naturel; naïveté; niaiserie; pauvreté; pénurie; retenue; simplicité; sobriété
Einfältigkeit	blague; bouffonnerie; bêtise; déraison; folie; idiotie; insipidité; nullité; plaisanterie; sottise; stupidité	candeur; fadeur; fait d'être bonasse; ignorance; ingénuité; innocence; insipidité; naturel; naïveté; niaiserie; simplicité
Erfreulichkeit	allégresse; badinage; belle humeur; blague; bordel; bouffonnerie; bêtise; cocasserie; cris d'allégresse; farce; folie; gaieté; joie; plaisanterie; plaisir; raillerie; rigolade; réjouissance; satisfaction; sottise; stupidité	allégresse; belle humeur; bonne humeur; enjouement; gaieté; grande joie; humeur joyeuse; joie; jovialité; liesse; plaisir; réjouissance; satisfaction
Feudenruf	allégresse; badinage; belle humeur; blague; bordel; bouffonnerie; bêtise; cocasserie; cris d'allégresse; farce; folie; gaieté; joie; plaisanterie; plaisir; raillerie; rigolade; réjouissance; satisfaction; sottise; stupidité	allégresse; belle humeur; bonne humeur; cris d'allégresse; cris de joie; enjouement; gaieté; grande joie; hourra; humeur joyeuse; joie; jovialité; liesse; plaisir; réjouissance; satisfaction
Firlefanz	absurdité; bêtises; charabia; galimatias; radotage; sottise; stupidité	absurdité; babiole; bagatelle; baliverne; balivernes; bibelot; bêtises; colifichet; falbalas; ineptie; mesquinerie; non-sens; petit rien; petite chose
Flause	allégresse; badinage; belle humeur; blague; bordel; bouffonnerie; bêtise; cocasserie; cris d'allégresse; déraison; farce; folie; gaieté; idiotie; joie; plaisanterie; plaisir; raillerie; rigolade; réjouissance; satisfaction; sottise; stupidité	badinage; bouffonnerie; bêtise; cocasserie; folie; plaisanterie; raillerie; sottise
Freude	allégresse; badinage; belle humeur; blague; bordel; bouffonnerie; bêtise; cocasserie; cris d'allégresse; farce; folie; gaieté; joie; plaisanterie; plaisir; raillerie; rigolade; réjouissance; satisfaction; sottise; stupidité	allégresse; belle humeur; bien être; bonne humeur; contentement; drôlerie; enjouement; gaieté; grande joie; humeur joyeuse; joie; jovialité; liesse; passion; plaisir; pulsion sexuelle; réjouissance; satisfaction; trait d'esprit
Freudenfest	allégresse; badinage; belle humeur; blague; bordel; bouffonnerie; bêtise; cocasserie; cris d'allégresse; farce; folie; gaieté; joie; plaisanterie; plaisir; raillerie; rigolade; réjouissance; satisfaction; sottise; stupidité	allégresse; belle humeur; bonne humeur; enjouement; festivité; fête; gaieté; grande joie; humeur joyeuse; joie; jovialité; liesse; plaisir; réjouissance; satisfaction
Freudentaumel	allégresse; badinage; belle humeur; blague; bordel; bouffonnerie; bêtise; cocasserie; cris d'allégresse; farce; folie; gaieté; joie; plaisanterie; plaisir; raillerie; rigolade; réjouissance; satisfaction; sottise; stupidité	allégresse; belle humeur; bonne humeur; cris d'allégresse; cris de joie; enjouement; gaieté; grande joie; hourra; humeur joyeuse; joie; jovialité; liesse; plaisir; réjouissance; satisfaction
Frohsinn	allégresse; badinage; belle humeur; blague; bordel; bouffonnerie; bêtise; cocasserie; cris d'allégresse; farce; folie; gaieté; joie; plaisanterie; plaisir; raillerie; rigolade; réjouissance; satisfaction; sottise; stupidité	allégresse; belle humeur; bonne humeur; enjouement; entrain; exubérance; gaieté; grande joie; hilarité; humeur joyeuse; joie; jovialité; liesse; plaisir; pétulance; rigolade; réjouissance; satisfaction
Fröhlichkeit	allégresse; badinage; belle humeur; blague; bordel; bouffonnerie; bêtise; cocasserie; cris d'allégresse; farce; folie; gaieté; joie; plaisanterie; plaisir; raillerie; rigolade; réjouissance; satisfaction; sottise; stupidité	allégresse; belle humeur; bonne humeur; enchantement; enjouement; ensorcellement; enthousiasme; entrain; envoûtement; extase; exubérance; gaieté; grande joie; hilarité; humeur joyeuse; joie; jovialité; liesse; plaisir; pétulance; ravissement; rigolade; réjouissance; satisfaction; transe
Gaudi	allégresse; badinage; belle humeur; blague; bordel; bouffonnerie; bêtise; cocasserie; cris d'allégresse; farce; folie; gaieté; joie; plaisanterie; plaisir; raillerie; rigolade; réjouissance; satisfaction; sottise; stupidité	plaisir
Gefallen	allégresse; badinage; belle humeur; blague; bordel; bouffonnerie; bêtise; cocasserie; cris d'allégresse; farce; folie; gaieté; joie; plaisanterie; plaisir; raillerie; rigolade; réjouissance; satisfaction; sottise; stupidité	allégresse; belle humeur; bien être; bonne humeur; contentement; enjouement; gaieté; grande joie; humeur joyeuse; joie; jovialité; liesse; passion; plaisir; pulsion sexuelle; réjouissance; satisfaction
Geisteskrankheit	blague; bouffonnerie; bêtise; déraison; folie; idiotie; plaisanterie; sottise; stupidité	aliénation; aliénation mentale; débilité mentale; démence; maladie mentale; trouble mental; trouble psychique
Geistesstörung	blague; bouffonnerie; bêtise; déraison; folie; idiotie; plaisanterie; sottise; stupidité	aliénation; aliénation mentale; démence; maladie mentale; trouble mental; trouble psychique
Geistesverwirrung	blague; bouffonnerie; bêtise; déraison; folie; idiotie; plaisanterie; sottise; stupidité	aliénation; aliénation mentale; démence; hallucination; illusion; maladie mentale; mirage; trouble mental; trouble psychique
Geistlosigkeit	blague; bouffonnerie; bêtise; déraison; folie; idiotie; insipidité; nullité; plaisanterie; sottise; stupidité	candeur; fadeur; fait d'être bonasse; ignorance; ingénuité; innocence; insipidité; naïveté; niaiserie; simplicité
Genuß	allégresse; badinage; belle humeur; blague; bordel; bouffonnerie; bêtise; cocasserie; cris d'allégresse; farce; folie; gaieté; joie; plaisanterie; plaisir; raillerie; rigolade; réjouissance; satisfaction; sottise; stupidité	allégresse; belle humeur; bien être; bonne humeur; contentement; délectation; enjouement; gaieté; grande joie; humeur joyeuse; joie; jouissance; jovialité; liesse; plaisir; réjouissance; satisfaction
Geschwafel	absurdité; bêtises; charabia; galimatias; radotage; sottise; stupidité	absurdité; babillage; baliverne; balivernes; bavardage; bavardages; bêtises; causerie; commérages; ineptie; jacassement; non-sens; papotage; radotage; radotages; tracasserie; verbiage
Geschwätz	absurdité; bêtises; charabia; galimatias; radotage; sottise; stupidité	absurdité; babillage; baliverne; balivernes; batifolage; bavardage; bavardages; blasphème; bobards; bredouillage; brin de causette; bêtises; calomnie; cancan; cancans; causerie; causette; clabaudage; coin-coin; commérage; commérages; conneries; diffamation; discours diffamatoire; folâtrerie; ineptie; infamie; jacassement; médisance; nasillement; non-sens; papotage; potins; querelle; racontar; racontars; radotage; radotages; ragots; rumeur; saletés; son; sottises; tintouin; tracasserie; verbiage; voix; ébats
Geselligkeit	allégresse; badinage; belle humeur; blague; bordel; bouffonnerie; bêtise; cocasserie; cris d'allégresse; farce; folie; gaieté; joie; plaisanterie; plaisir; raillerie; rigolade; réjouissance; satisfaction; sottise; stupidité	allégresse; ambiance agréable; belle humeur; bien-être; bonne humeur; bousculade; chahut; charivari; cohue; confort; effervescence; enjouement; gaieté; grande joie; humeur joyeuse; intimité; intimité familiale; joie; jovialité; liesse; plaisir; presse; réjouissance; satisfaction; tumulte; vacarme; émoi
Glückseligkeit	allégresse; badinage; belle humeur; blague; bordel; bouffonnerie; bêtise; cocasserie; cris d'allégresse; farce; folie; gaieté; joie; plaisanterie; plaisir; raillerie; rigolade; réjouissance; satisfaction; sottise; stupidité	Rédemption; allégresse; aubaine; belle humeur; bonheur; bonne humeur; béatitude; chance; délice; délices; délivrance; enjouement; fortune; félicité; gaieté; grande joie; grandeur; humeur joyeuse; joie; jovialité; libération; liesse; magnificence; mise en liberté; plaisir; réjouissance; salut; satisfaction; sauvetage; secours; splendeur; veine
Heiterkeit	allégresse; badinage; belle humeur; blague; bordel; bouffonnerie; bêtise; cocasserie; cris d'allégresse; farce; folie; gaieté; joie; plaisanterie; plaisir; raillerie; rigolade; réjouissance; satisfaction; sottise; stupidité	allégresse; belle humeur; bonne humeur; divertissement; enjouement; entrain; exubérance; gaieté; grande joie; hilarité; humeur joyeuse; joie; jovialité; liesse; plaisir; pétulance; rigolade; réjouissance; satisfaction
Idiotie	blague; bouffonnerie; bêtise; déraison; folie; idiotie; plaisanterie; sottise; stupidité	absurdité; aliénation mentale; bêtise; folie; idiotie; idiotisme; manque de raison; manque de sagesse; non-sens; sottise
Jubel	allégresse; badinage; belle humeur; blague; bordel; bouffonnerie; bêtise; cocasserie; cris d'allégresse; farce; folie; gaieté; joie; plaisanterie; plaisir; raillerie; rigolade; réjouissance; satisfaction; sottise; stupidité	allégresse; belle humeur; bonne humeur; cris d'allégresse; cris de joie; enjouement; gaieté; grande joie; hourra; humeur joyeuse; joie; jovialité; liesse; plaisir; réjouissance; satisfaction
Jux	allégresse; badinage; belle humeur; blague; bordel; bouffonnerie; bêtise; cocasserie; cris d'allégresse; farce; folie; gaieté; joie; plaisanterie; plaisir; raillerie; rigolade; réjouissance; satisfaction; sottise; stupidité	exubérance; gaieté; hilarité; joie; plaisir; pétulance; rigolade
Kinderei	blague; bouffonnerie; bêtise; déraison; folie; idiotie; infantilisme; plaisanterie; puérilité; sottise; stupidité
Kindlichkeit	blague; bouffonnerie; bêtise; déraison; folie; idiotie; infantilisme; plaisanterie; puérilité; sottise; stupidité	candeur; fait d'être bonasse; ignorance; ingénuité; innocence; naturel; naïveté; niaiserie; simplicité
Kleinigkeit	blague; bouffonnerie; bêtise; déraison; folie; idiotie; plaisanterie; sottise; stupidité	babiole; badinage; bagatelle; blague; boutade; chose sans importance; cocasserie; détail; fait accessoire; futilité; jeu d'enfant; petit cadeau; petite chose; plaisanterie; raillerie; rien; rien du tout; rigolade; trait d'esprit
Larifari	absurdité; bêtises; charabia; galimatias; radotage; sottise; stupidité	absurdité; baliverne; balivernes; bêtises; ineptie; non-sens
Lust	allégresse; badinage; belle humeur; blague; bordel; bouffonnerie; bêtise

Synoniemen voor "stupidité":

absurdité; illogisme; incongruité; incohérence; aberration; énormité; balourdise; sottise; bêtise; gaucherie; maladresse; gaffe; bévue; ânerie; niaiserie; imbécillité; idiotie; inanité; ineptie; bourde; erreur; étourderie; méprise; impair; faute; boulette; inadvertance; distraction; crétinerie; crétinisme; inintelligence; lenteur; retard; atermoiement; prudence; lourdeur; paresse

Wiktionary: stupidité

Cross Translation:

From	To	Via
• stupidité	→ Stupidität; Dummheit	↔ stupiditeit — onverstandigheid, onverstandige/ondoordachte daad
• stupidité	→ Stupidität; Dummheit	↔ stommiteit — een bijzonder onverstandige daad
• stupidité	→ Dummheit	↔ stupidity — property of being stupid
• stupidité	→ Dummheit	↔ stupidity — act that is stupid

Computer vertaling door derden:

Remove Ads

Vertaal stupidité van Frans naar Duits

Uitgebreide vertaling voor stupidité (Frans) in het Duits

stupidité:

stupidité [la ~] zelfstandig naamwoord

la stupidité (allégresse; plaisir; joie; belle humeur; plaisanterie; folie; blague; rigolade; cocasserie; bordel; raillerie; gaieté; sottise; bouffonnerie; satisfaction; farce; bêtise; réjouissance; badinage; cris d'allégresse)

la stupidité (blague; folie; plaisanterie; bêtise; sottise; déraison; idiotie; bouffonnerie)

la stupidité (insipidité; bêtise; nullité)

la stupidité (puérilité; infantilisme; blague; plaisanterie; sottise; bouffonnerie)

la stupidité (charabia; sottise; bêtises; absurdité; galimatias; radotage)

Vertaal Matrix voor stupidité:

Synoniemen voor "stupidité":

Wiktionary: stupidité