Servir de médiateur dans in het Duits vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Duits: Meer gegevens...

servir de médiateur dans:
- vermitteln; unterhandeln; herunterhandeln; handeln; abhandeln; abfeilschen; feilschen

Frans

Uitgebreide vertaling voor servir de médiateur dans (Frans) in het Duits

servir de médiateur dans (négocier; concilier)
vermitteln; unterhandeln
- vermitteln werkwoord (vermittele, vermittelst, vermittelt, vermittelte, vermitteltet, vermittelt)
- unterhandeln werkwoord (unterhandele, unterhandelst, unterhandelt, unterhandelte, unterhandeltet, unterhandelt)
servir de médiateur dans (marchander; négocier; rabattre)
herunterhandeln; handeln; abhandeln; abfeilschen; feilschen
- herunterhandeln werkwoord (handle herunter, handelst herunter, handelt herunter, handelte herunter, handeltet herunter, heruntergehandelt)
- handeln werkwoord (handle, handelst, handelt, handelte, handeltet, gehandelt)
- abhandeln werkwoord (handele ab, handelst ab, handelt ab, handelte ab, handeltet ab, abgehandelt)
- abfeilschen werkwoord (feilsche ab, feilschst ab, feilscht ab, feilschte ab, feilschtet ab, abgefeilscht)
- feilschen werkwoord (feilsche, feilschst, feilscht, feilschte, feilschtet, gefeilscht)

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
abfeilschen	marchander; négocier; rabattre; servir de médiateur dans
abhandeln	marchander; négocier; rabattre; servir de médiateur dans	régler; se réconcilier; traiter à fond
feilschen	marchander; négocier; rabattre; servir de médiateur dans	gratter; lésiner sur; marchander; rogner; rogner sur; se saigner aux quatre veines pour; traficoter
handeln	marchander; négocier; rabattre; servir de médiateur dans	accomplir; agir; colporter; exécuter; faire; faire du commerce; faire un effort; fonctionner; marchander; marcher; négocier; opérer; produire; réaliser; s'acquitter de; traiter; vendre; vendre porte-à-porte
herunterhandeln	marchander; négocier; rabattre; servir de médiateur dans
unterhandeln	concilier; négocier; servir de médiateur dans	marchander
vermitteln	concilier; négocier; servir de médiateur dans	allouer; distribuer; diviser; fournir; intercéder; intercéder en faveur de qn; intervenir; mettre à la disposition; partager; procurer; remettre; répartir; s'entremettre; s'interposer; servir; verser