Serrure in het Duits vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Duits: Meer gegevens...

serrure:
- Schloß; Türschloß; Verriegelung; Fahrradschloss; Fort; Ritterschloß; Ergebnis; Burgschloß; Schleusenwerke
Wiktionary:
- serrure → Schloß, Verschluß, Schloss
- serrure → Schloss

Frans

Uitgebreide vertaling voor serrure (Frans) in het Duits

la serrure (serrure de porte)
der Schloß; die Türschloß; die Verriegelung
- Schloß [der ~] zelfstandig naamwoord
- Türschloß [die ~] zelfstandig naamwoord
- Verriegelung [die ~] zelfstandig naamwoord
la serrure (cadenas de vélo)
Fahrradschloss; Fort; Ritterschloß; Ergebnis; Burgschloß
- Fahrradschloss [das ~] zelfstandig naamwoord
- Fort [das ~] zelfstandig naamwoord
- Ritterschloß [das ~] zelfstandig naamwoord
- Ergebnis [das ~] zelfstandig naamwoord
- Burgschloß [das ~] zelfstandig naamwoord
la serrure (écluses; écluse)
die Schleusenwerke
- Schleusenwerke [die ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Burgschloß	cadenas de vélo; serrure	bastion; château; château fort; citadelle; fort; forteresse; palais
Ergebnis	cadenas de vélo; serrure	aboutissant; aboutissement; achèvement; bilan; bénéfices; clôture; conclusion; considération finale; cour; dernière partie; eczéma; effet; exercice d'arithmétique; exercice de calcul; fin; finale; implication; issue; maison du roi; mildiou; moisi; moisissure; personnel de la cour; prurigo; résultat; résultat définitif; résultat final; servants à la cour; solution; somme finale; somme totale; suite; sycosis; terre végétale; terreau; total; train; vermoulure; éruption
Fahrradschloss	cadenas de vélo; serrure
Fort	cadenas de vélo; serrure	bastion; château; château fort; citadelle; fort; forteresse; fortification; rempart; renforcement
Ritterschloß	cadenas de vélo; serrure	bastion; château; château fort; citadelle; fort; forteresse; palais
Schleusenwerke	serrure; écluse; écluses	écluses
Schloß	serrure; serrure de porte	château; château fort; citadelle; fort; forteresse; verrou
Türschloß	serrure; serrure de porte
Verriegelung	serrure; serrure de porte
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Ergebnis		Résultat

fermoir; agrafe; attache; boucle; fermail; fibule; fermeture; crochet; loquet; verrou; ferrure; charnière; ferronnerie; penture; ferrement; ferrage; loqueteau; clenche; targette; bobinette; cadenas; sûreté

serrure

noun

serrure

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• serrure	→ Schloss	↔ lock — something used for fastening
• serrure	→ Schloss	↔ slot — mechanisme waarmee in combinatie met een sleutel een deur of een raam kan worden afgesloten