Raccord in het Duits vertaald uit het Frans

Remove Ads

Overzicht

Frans naar Duits: Meer gegevens...

raccord:
- Einschiebsel; Eingeschaltete; Verbindungsstück; Fassung; Gestell; Kopplung; Kombination; Verbindung; Zusammenschluß; Zusammenfügung; Zusammenschweißung; Stutzen
Wiktionary:
- raccord → Adapter, Anpassungsstück, Anpassungsvorrichtung, Paßstück, Zwischenstück, Anschlußstück, Vorstoß, Zwischenstecker

Frans

Uitgebreide vertaling voor raccord (Frans) in het Duits

raccord:

raccord [le ~] zelfstandig naamwoord

le raccord
Einschiebsel; Eingeschaltete
- Einschiebsel [das ~] zelfstandig naamwoord
- Eingeschaltete [das ~] zelfstandig naamwoord
le raccord (pièce de jonction; pièce de liaison)
Verbindungsstück
- Verbindungsstück [das ~] zelfstandig naamwoord
le raccord (douille; manchon; culot)
die Fassung; Gestell
- Fassung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Gestell [das ~] zelfstandig naamwoord
le raccord (accouplement; connexion; jonction; liaison; combinaison; assemblage)
die Kopplung; die Kombination; die Verbindung; der Zusammenschluß; die Zusammenfügung
- Kopplung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Kombination [die ~] zelfstandig naamwoord
- Verbindung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Zusammenschluß [der ~] zelfstandig naamwoord
- Zusammenfügung [die ~] zelfstandig naamwoord
le raccord (jonction; soudure; joint; assemblage)
die Zusammenschweißung; die Zusammenfügung; die Verbindung
- Zusammenschweißung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Zusammenfügung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Verbindung [die ~] zelfstandig naamwoord
le raccord (emmanchement)
der Stutzen
- Stutzen [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor raccord:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Eingeschaltete	raccord
Einschiebsel	raccord
Fassung	culot; douille; manchon; raccord	fascicule; monture; monture de lunettes; sertissage; édition
Gestell	culot; douille; manchon; raccord	base; cadre; cadres; carcasse; charpente; chevalet; châssis; crémaillère; encadrement; grille; l'ossature; monture; monture de lunettes; pied; piédestal; socle; soutien; squelette; statif; support; séchoir à linge; tréteau; échafaudage; étagère
Kombination	accouplement; assemblage; combinaison; connexion; jonction; liaison; raccord	combinaison; costards; ensemble; ensembles
Kopplung	accouplement; assemblage; combinaison; connexion; jonction; liaison; raccord	assemblage; combinaison; jonction; jumelage; liaison; rapports; relation; relation amoureuse; réunion; union
Stutzen	emmanchement; raccord	élagage
Verbindung	accouplement; assemblage; combinaison; connexion; joint; jonction; liaison; raccord; soudure	Raccordement; accessibilité; accord de coopération; affinité; alliance; analogie; assemblage; association; association d'étudiants; assujétissement; cercle; chaînon; club; coalition; cohérence; cohésion; collaboration; combinaison; communauté; communication; compagnie; confrérie; confédération; congrégation; connectivité; connexion; consistance; contact; convention; corporation; corrélation; entente; fiançailles; fraternité; fédération; interaction; interface; jonction; le rapport; liaison; lien; ligne téléphonique; ligue; manque de liberté; pacte; parenté; rapport; rapports; relation; relation amoureuse; réciprocité; réunion; société; solidarité; sujétion; syndicat; traité; union
Verbindungsstück	pièce de jonction; pièce de liaison; raccord
Zusammenfügung	accouplement; assemblage; combinaison; connexion; joint; jonction; liaison; raccord; soudure	assemblage; combinaison; composition; jonction; liaison; réunion; union
Zusammenschluß	accouplement; assemblage; combinaison; connexion; jonction; liaison; raccord	alliance; assemblage; association; cercle; club; coalition; combinaison; communauté; compagnie; confrérie; confédération; congrégation; corporation; fraternité; fusion; fusionnement; fédération; jonction; liaison; ligue; réunion; société; union
Zusammenschweißung	assemblage; joint; jonction; raccord; soudure