Rabâchage in het Duits vertaald uit het Frans

Remove Ads

Overzicht

Frans naar Duits: Meer gegevens...

rabâchage:
- Geschmiere; Pfuscherei; Gequake; Gesudel; Gepfusche; Gefasel; Geleier; Quengelei

Frans

Uitgebreide vertaling voor rabâchage (Frans) in het Duits

rabâchage:

rabâchage [le ~] zelfstandig naamwoord

le rabâchage (tripotage)
Geschmiere; die Pfuscherei; Gequake; Gesudel; Gepfusche
- Geschmiere [das ~] zelfstandig naamwoord
- Pfuscherei [die ~] zelfstandig naamwoord
- Gequake [das ~] zelfstandig naamwoord
- Gesudel [das ~] zelfstandig naamwoord
- Gepfusche [das ~] zelfstandig naamwoord
le rabâchage (plaintes; lamentations)
Gefasel; Geleier; die Quengelei
- Gefasel [das ~] zelfstandig naamwoord
- Geleier [das ~] zelfstandig naamwoord
- Quengelei [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor rabâchage:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Gefasel	lamentations; plaintes; rabâchage	babillage; baliverne; balivernes; bavardage; bavardages; bêtises; causerie; commérages; conneries; ineptie; jacassement; papotage; radotage; radotages; sottises
Geleier	lamentations; plaintes; rabâchage	babillage; baliverne; balivernes; batifolage; bavardage; bavardages; causerie; chinoiseries; commérages; conneries; embêtements; emmerdement; emmerdes; folâtrerie; histoires; jacassement; jérémiades; miaulement; pagaille; papotage; pleurnicheur; querelle; radotage; radotages; saletés; sottises; tintouin; ébats
Gepfusche	rabâchage; tripotage	barbotage; barbouillage; bousillage; bricolage; gaucherie; gâchage; inhabilité; maladresse; musarderie; musardise; niaiserie; pataugeage; travail d'amateur; tripotage
Gequake	rabâchage; tripotage	chinoiseries; embêtements; emmerdement; emmerdes; histoires; jérémiades; pagaille
Geschmiere	rabâchage; tripotage	barbouillage; bazar; bousillage; brouillon; chinoiseries; gribouillage; gâchage; pagaille; saletés
Gesudel	rabâchage; tripotage	barbouillage; bazar; bousillage; brouillon; chinoiseries; gribouillage; gâchage; pagaille; saletés
Pfuscherei	rabâchage; tripotage	balivernes; barbouillage; bazar; bigoterie; bordel; bousillage; bricolage; chahut; complot; conspiration; duperie; désordre; escroquerie; fouillis; foutoir; fraude; inhabilité; maladresse; musarderie; musardise; niaiserie; pagaille; pataugeage; piège grossier; tas de décombres; tracasserie; tricherie; tripotage; vétilles; éclaboussure
Quengelei	lamentations; plaintes; rabâchage

Synoniemen voor "rabâchage":

radotage; rengaine; refrain; ritournelle; répétition; verbiage; scie; tube; leitmotiv; antienne

Computer vertaling door derden:

Remove Ads

Vertaal rabâchage van Frans naar Duits

Uitgebreide vertaling voor rabâchage (Frans) in het Duits

rabâchage:

rabâchage [le ~] zelfstandig naamwoord

le rabâchage (tripotage)

le rabâchage (plaintes; lamentations)

Vertaal Matrix voor rabâchage:

Synoniemen voor "rabâchage":