Overzicht
Frans naar Duits: Meer gegevens...
-
récalcitrant:
- starrköpfig; eigenwillig; eigensinnig; trotzig; schwierig; widerspenstig; dickköpfig; starr; widerborstig; widersetzlich; starrsinnig; ungebärdig; schwerhandhabbar; widerwillig; aufsässig; störrisch; unwillig; steuerlos; unhandlich; unlenkbar; eigenbrötlerisch; unbeugsam; unregierbar; in Berührung; unfolgsam; ungehorsam; obstinat; auflehnend
- Verweigerer
- Wiktionary:
Frans
Uitgebreide vertaling voor récalcitrant (Frans) in het Duits
récalcitrant:
-
récalcitrant (buté; en rebelle; têtu; indocile; insubordonnée; à contrecoeur; insoumis; opiniâtre; obstiné; réticent; contrariant; entêté; d'une façon récalcitrante)
starrköpfig; eigenwillig; eigensinnig; trotzig; schwierig; widerspenstig; dickköpfig; starr; widerborstig; widersetzlich; starrsinnig; ungebärdig; schwerhandhabbar; widerwillig; aufsässig; störrisch; unwillig-
starrköpfig bijvoeglijk naamwoord
-
eigenwillig bijvoeglijk naamwoord
-
eigensinnig bijvoeglijk naamwoord
-
trotzig bijvoeglijk naamwoord
-
schwierig bijvoeglijk naamwoord
-
widerspenstig bijvoeglijk naamwoord
-
dickköpfig bijvoeglijk naamwoord
-
starr bijvoeglijk naamwoord
-
widerborstig bijvoeglijk naamwoord
-
widersetzlich bijvoeglijk naamwoord
-
starrsinnig bijvoeglijk naamwoord
-
ungebärdig bijvoeglijk naamwoord
-
schwerhandhabbar bijvoeglijk naamwoord
-
widerwillig bijvoeglijk naamwoord
-
aufsässig bijvoeglijk naamwoord
-
störrisch bijvoeglijk naamwoord
-
unwillig bijvoeglijk naamwoord
-
-
récalcitrant (révolte; opiniâtre; têtu)
trotzig; aufsässig; widerspenstig; steuerlos; starrsinnig; störrisch; widerborstig; unhandlich; ungebärdig; unlenkbar; schwerhandhabbar-
trotzig bijvoeglijk naamwoord
-
aufsässig bijvoeglijk naamwoord
-
widerspenstig bijvoeglijk naamwoord
-
steuerlos bijvoeglijk naamwoord
-
starrsinnig bijvoeglijk naamwoord
-
störrisch bijvoeglijk naamwoord
-
widerborstig bijvoeglijk naamwoord
-
unhandlich bijvoeglijk naamwoord
-
ungebärdig bijvoeglijk naamwoord
-
unlenkbar bijvoeglijk naamwoord
-
schwerhandhabbar bijvoeglijk naamwoord
-
-
récalcitrant (d'une façon récalcitrante; serré; raide; rebelle; tendu; tenace; obstiné; en rebelle; insubordonnée; fixe; réticent; taciturne; têtu; rigide; retenu; réservé; impassible; intransigeant; inébranlable; à contrecoeur; insoumis; inflexible; revêche; fixement; indocile)
starr; trotzig; dickköpfig; eigenwillig; eigenbrötlerisch; störrisch; starrköpfig; unbeugsam; widerwillig; widerborstig; widerspenstig; eigensinnig; starrsinnig-
starr bijvoeglijk naamwoord
-
trotzig bijvoeglijk naamwoord
-
dickköpfig bijvoeglijk naamwoord
-
eigenwillig bijvoeglijk naamwoord
-
eigenbrötlerisch bijvoeglijk naamwoord
-
störrisch bijvoeglijk naamwoord
-
starrköpfig bijvoeglijk naamwoord
-
unbeugsam bijvoeglijk naamwoord
-
widerwillig bijvoeglijk naamwoord
-
widerborstig bijvoeglijk naamwoord
-
widerspenstig bijvoeglijk naamwoord
-
eigensinnig bijvoeglijk naamwoord
-
starrsinnig bijvoeglijk naamwoord
-
-
récalcitrant (d'une façon récalcitrante; têtu; rebelle; inflexible; revêche; en rebelle; réticent; à contrecoeur)
schwierig; eigenwillig; widerwillig; unwillig; starrköpfig; widerborstig; trotzig; widerspenstig; eigensinnig; aufsässig; störrisch; dickköpfig; starrsinnig; ungebärdig; schwerhandhabbar-
schwierig bijvoeglijk naamwoord
-
eigenwillig bijvoeglijk naamwoord
-
widerwillig bijvoeglijk naamwoord
-
unwillig bijvoeglijk naamwoord
-
starrköpfig bijvoeglijk naamwoord
-
widerborstig bijvoeglijk naamwoord
-
trotzig bijvoeglijk naamwoord
-
widerspenstig bijvoeglijk naamwoord
-
eigensinnig bijvoeglijk naamwoord
-
aufsässig bijvoeglijk naamwoord
-
störrisch bijvoeglijk naamwoord
-
dickköpfig bijvoeglijk naamwoord
-
starrsinnig bijvoeglijk naamwoord
-
ungebärdig bijvoeglijk naamwoord
-
schwerhandhabbar bijvoeglijk naamwoord
-
-
récalcitrant (ingouvernable; intraitable; difficile à manier; d'une façon récalcitrante)
steuerlos; unlenkbar; trotzig; widerspenstig; störrisch; widersetzlich; widerborstig; starrsinnig; unhandlich; ungebärdig; unregierbar; schwerhandhabbar-
steuerlos bijvoeglijk naamwoord
-
unlenkbar bijvoeglijk naamwoord
-
trotzig bijvoeglijk naamwoord
-
widerspenstig bijvoeglijk naamwoord
-
störrisch bijvoeglijk naamwoord
-
widersetzlich bijvoeglijk naamwoord
-
widerborstig bijvoeglijk naamwoord
-
starrsinnig bijvoeglijk naamwoord
-
unhandlich bijvoeglijk naamwoord
-
ungebärdig bijvoeglijk naamwoord
-
unregierbar bijvoeglijk naamwoord
-
schwerhandhabbar bijvoeglijk naamwoord
-
-
récalcitrant (rebelle; insoumis; insubordonné)
eigenwillig; störrisch; widerspenstig; dickköpfig; eigensinnig; starrköpfig; starrsinnig-
eigenwillig bijvoeglijk naamwoord
-
störrisch bijvoeglijk naamwoord
-
widerspenstig bijvoeglijk naamwoord
-
dickköpfig bijvoeglijk naamwoord
-
eigensinnig bijvoeglijk naamwoord
-
starrköpfig bijvoeglijk naamwoord
-
starrsinnig bijvoeglijk naamwoord
-
-
récalcitrant (indocile; peu maniable)
in Berührung-
in Berührung bijvoeglijk naamwoord
-
-
récalcitrant (désobéissant; indiscipliné)
-
récalcitrant (obstiné; têtu; acharné; obstinément)
eigensinnig; aufsässig; dickköpfig; starrköpfig; starrsinnig; obstinat-
eigensinnig bijvoeglijk naamwoord
-
aufsässig bijvoeglijk naamwoord
-
dickköpfig bijvoeglijk naamwoord
-
starrköpfig bijvoeglijk naamwoord
-
starrsinnig bijvoeglijk naamwoord
-
obstinat bijvoeglijk naamwoord
-
-
récalcitrant (rebelle; à contrecoeur; en rebelle; d'une façon récalcitrante)
-
le récalcitrant
der Verweigerer
Vertaal Matrix voor récalcitrant:
Synoniemen voor "récalcitrant":
Wiktionary: récalcitrant
récalcitrant
adjective
récalcitrant
-
Qui résister avec opiniâtreté ; qui ne se laisser pas faire.
- récalcitrant → bockig; störrisch; widerspenstig
adjective
-
einem Druck widerstehend
-
sich Anweisungen widersetzend, meist aus Trotz oder um zu provozieren
-
harmlos frech und ungehorsam, sich gegen Autoritäten auflehnend
Computer vertaling door derden: