Producteur in het Duits vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Duits: Meer gegevens...

producteur:
- Fabrikant; Produzent; Hersteller; Darsteller; Erzeuger; Fabrikbesitzer; Hervorbringer; Züchter; Gartenbauer; Anbauer
Wiktionary:
- producteur → Produzent, Hersteller
- producteur → Hersteller, Produzent

Frans

Uitgebreide vertaling voor producteur (Frans) in het Duits

le producteur (constructeur; fabricant; industriel)
der Fabrikant; der Produzent; der Hersteller; der Darsteller; der Erzeuger; der Fabrikbesitzer; der Hervorbringer
- Fabrikant [der ~] zelfstandig naamwoord
- Produzent [der ~] zelfstandig naamwoord
- Hersteller [der ~] zelfstandig naamwoord
- Darsteller [der ~] zelfstandig naamwoord
- Erzeuger [der ~] zelfstandig naamwoord
- Fabrikbesitzer [der ~] zelfstandig naamwoord
- Hervorbringer [der ~] zelfstandig naamwoord
le producteur (éleveur; cultivateur; fabricant)
der Produzent; der Hersteller; der Erzeuger
- Produzent [der ~] zelfstandig naamwoord
- Hersteller [der ~] zelfstandig naamwoord
- Erzeuger [der ~] zelfstandig naamwoord
le producteur (cultivateur; horticulteur; éleveur; pépiniériste)
der Züchter; der Gartenbauer; der Erzeuger; der Anbauer; der Produzent
- Züchter [der ~] zelfstandig naamwoord
- Gartenbauer [der ~] zelfstandig naamwoord
- Erzeuger [der ~] zelfstandig naamwoord
- Anbauer [der ~] zelfstandig naamwoord
- Produzent [der ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Anbauer	cultivateur; horticulteur; producteur; pépiniériste; éleveur
Darsteller	constructeur; fabricant; industriel; producteur	commentateur; commentateurs; dessinateur; interprète; interprètes; traducteur
Erzeuger	constructeur; cultivateur; fabricant; horticulteur; industriel; producteur; pépiniériste; éleveur	agent; architecte; auteur; constructeur; fabricant; faiseur; géniteur; générateur; procréateur; révélateur
Fabrikant	constructeur; fabricant; industriel; producteur
Fabrikbesitzer	constructeur; fabricant; industriel; producteur
Gartenbauer	cultivateur; horticulteur; producteur; pépiniériste; éleveur	cultivateur; horticulteur; maraîcher
Hersteller	constructeur; cultivateur; fabricant; industriel; producteur; éleveur	architecte; auteur; constructeur; fabricant; faiseur
Hervorbringer	constructeur; fabricant; industriel; producteur	générateur
Produzent	constructeur; cultivateur; fabricant; horticulteur; industriel; producteur; pépiniériste; éleveur	fabricants; générateur; producteurs
Züchter	cultivateur; horticulteur; producteur; pépiniériste; éleveur	éleveur

producteur

noun

producteur

noun

das Unternehmen, das einen bestimmten Artikel herstellt (produziert)
- Hersteller → producteur; fabricant

Cross Translation:

From	To	Via
• producteur	→ Hersteller	↔ producer — in economics
• producteur	→ Produzent	↔ producer — in arts