Pouvoirs in het Duits vertaald uit het Frans

Remove Ads

Overzicht

Frans naar Duits: Meer gegevens...

pouvoirs:
- Kräfte; Zuständigkeit; Befugnis; Befugt sein; Autorität; Kraft; Stärke; Arbeitskraft; Macht

Frans

Uitgebreide vertaling voor pouvoirs (Frans) in het Duits

pouvoirs:

pouvoirs [le ~] zelfstandig naamwoord

le pouvoirs (forces)
die Kräfte
- Kräfte [die ~] zelfstandig naamwoord
le pouvoirs (autorité; puissance; pouvoir; compétence; empire; aptitude; autorités)
die Zuständigkeit; die Befugnis; Befugt sein
- Zuständigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Befugnis [die ~] zelfstandig naamwoord
- Befugt sein [das ~] zelfstandig naamwoord
le pouvoirs (autorité; autorités; organe du pouvoir; puissance; maître; souverain; détenteur du pouvoir; détentrice du pouvoir)
die Autorität
- Autorität [die ~] zelfstandig naamwoord
le pouvoirs (force; puissance; capacité; pouvoir)
die Kraft; die Stärke; die Arbeitskraft; die Macht
- Kraft [die ~] zelfstandig naamwoord
- Stärke [die ~] zelfstandig naamwoord
- Arbeitskraft [die ~] zelfstandig naamwoord
- Macht [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor pouvoirs:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Arbeitskraft	capacité; force; pouvoir; pouvoirs; puissance	ardeur; cadre; capacité de travail; caractère; dynamisme; effectifs; employé; employés; force; forces de travail; main-d'oeuvre; ouvrier; personnel; poussée; productivité; propulsion; ressort; salarié; travailleur; vitalité; zèle; âme; énergie
Autorität	autorité; autorités; détenteur du pouvoir; détentrice du pouvoir; maître; organe du pouvoir; pouvoirs; puissance; souverain	autorité; autorités; domination; détenteur du pouvoir; détentrice du pouvoir; organisme d'Etat; pouvoir; puissance; représentant de l'Autorité; établissement d'Etat
Befugnis	aptitude; autorité; autorités; compétence; empire; pouvoir; pouvoirs; puissance	aptitude; compétence; connaissance; faculté de qualité; qualification
Befugt sein	aptitude; autorité; autorités; compétence; empire; pouvoir; pouvoirs; puissance
Kraft	capacité; force; pouvoir; pouvoirs; puissance	apparence musclée; ardeur; caractère; chances; côté fort; dynamique; dynamisme; force; force propulsive; intensité; occasions; possibilité; poussée; propulsion; puissance; ressort; robustesse; solidité; vigueur; vitalité; âme; énergie
Kräfte	forces; pouvoirs
Macht	capacité; force; pouvoir; pouvoirs; puissance	autorité; conséquence; domination; effet; force; forces; impact; implication; influence; organisme d'Etat; pouvoir; puissance; établissement d'Etat
Stärke	capacité; force; pouvoir; pouvoirs; puissance	amidon; ardeur; chances; colle; consistance; corpulence; côté fort; embonpoint; feu; force; fougue; fécule; gravité; intensité; masse; obésité; occasions; passion; pesanteur; poids; possibilité; puissance; verve; violence; véhémence
Zuständigkeit	aptitude; autorité; autorités; compétence; empire; pouvoir; pouvoirs; puissance	aptitude; compétence; connaissance; faculté de qualité; qualification; responsabilité

Synoniemen voor "pouvoirs":

facultés; droits; possibilités; aptitudes; maîtrises; valeurs; capacités; libertés; latitudes

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van pouvoirs

Remove Ads

Vertaal pouvoirs van Frans naar Duits

Uitgebreide vertaling voor pouvoirs (Frans) in het Duits

pouvoirs:

pouvoirs [le ~] zelfstandig naamwoord

le pouvoirs (forces)

le pouvoirs (autorité; puissance; pouvoir; compétence; empire; aptitude; autorités)

le pouvoirs (autorité; autorités; organe du pouvoir; puissance; maître; souverain; détenteur du pouvoir; détentrice du pouvoir)

le pouvoirs (force; puissance; capacité; pouvoir)

Vertaal Matrix voor pouvoirs:

Synoniemen voor "pouvoirs":

Verwante vertalingen van pouvoirs