Home ->Woordenboeken ->Frans/Duits ->Vertaal pic

Vertaal pic van Frans naar Duits

Overzicht
Frans naar Duits:   Meer gegevens...
  1. pic:
  2. Wiktionary:

Frans

Uitgebreide vertaling voor pic (Frans) in het Duits

pic:

pic [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le pic (cime; sommet; pointe; point culminant)
    die Spitze; der Berggipfel; der Gipfel
    • Spitze [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Berggipfel [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Gipfel [der ~] zelfstandig naamwoord
  2. le pic (pivert)
    der Specht
    • Specht [der ~] zelfstandig naamwoord
  3. le pic (pioche; cognée)
    die Spitzhacke; der Pickel; Hackbeil; die Axt; die Hacke; Beil; der Spalter
    • Spitzhacke [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Pickel [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Hackbeil [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Axt [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Hacke [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Beil [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Spalter [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor pic:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Axt cognée; pic; pioche cognée; hache; hachette
Beil cognée; pic; pioche cognée; hache; hachette
Berggipfel cime; pic; point culminant; pointe; sommet cime; point culminant; pointe; sommet; sommet d'une montagne
Gipfel cime; pic; point culminant; pointe; sommet altitude du sommet; apogée; bordure; bustier; cadre; cime; comble; conférence au sommet; culmination; encadrement; faîte; haut; heure d'affluence; heure de pointe; moment suprême; partie supérieure; point culminant; pointe; réunion au sommet; sommet; sommet d'une colline; sommet d'une montagne; summum
Hackbeil cognée; pic; pioche ciseau de maçon; cognée; hache; hachette
Hacke cognée; pic; pioche talon
Pickel cognée; pic; pioche abcès; ampoule; bosse; bouton; bouton gras; bubon; bulle; comédon; contusion; enflure; enflure 2; furoncle; gonflement; lésion; meurtrissure; petit bouton sur le corps; point noir; quignon; tumeur; tuméfaction
Spalter cognée; pic; pioche cognée; hache; hachette; milicien
Specht pic; pivert
Spitze cime; pic; point culminant; pointe; sommet apogée; arête; avance; cime; comble; coté supérieure; crête; culmination; dentelle; dentelle au fuseaux; devant; devanture; direction; façade; faîte; flèche; flèche de clocher; frange; front; heure d'affluence; heure de pointe; moment suprême; partie supérieure; passement; point culminant; pointe; première place; saillie; sommet; sommet d'une montagne; summum; tonsure; tête; zénith; éraillure
Spitzhacke cognée; pic; pioche

Synoniemen voor "pic":


Wiktionary: pic

pic
noun
  1. ornithol|nocat oiseau grimpeur se nourrissant de larves qu’il va chercher dans l’écorce en la frapper par des coups de bec répétés et creusant son nid dans un tronc d'arbre.
pic
noun
  1. Zoologie: ein Vogel aus der Familie der Spechte (zoologisch Picidae) mit hartem, langem Schnabel
  2. Berggipfel, Bergspitze (in aus anderen Sprachen entlehnen Toponymen)
  3. Handwerk: Werkzeug zum Lösen von Boden oder Gestein
Cross Translation:
FromToVia
• pic → Felsnadel; Felsturm ↔ pinnacle — tall, sharp and craggy rock or mountain
• pic → Specht ↔ woodpecker — bird in Picinae

Verwante vertalingen van pic







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0324 seconde
Page rendered in 1.0 seconds