Pension in het Duits vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Duits: Meer gegevens...

pension:
- Pension; Gasthof; Gästezimmer; Hotel; Gastzimmer; Fremdenzimmer; Hotelbetrieb; Hotelgewerbe; Kostgeld; Altersversorgung
Wiktionary:
- pension → Ruhegeld, Rente, Pension
- pension → Heim, Wohnheim, Herberge, Rente, Pension

Frans

Uitgebreide vertaling voor pension (Frans) in het Duits

la pension (hôtel; hôtellerie; maison de famille; auberge; chambre d'hôtel)
die Pension; der Gasthof; die Gästezimmer; Hotel; Gastzimmer; Fremdenzimmer; der Hotelbetrieb
- Pension [die ~] zelfstandig naamwoord
- Gasthof [der ~] zelfstandig naamwoord
- Gästezimmer [die ~] zelfstandig naamwoord
- Hotel [das ~] zelfstandig naamwoord
- Gastzimmer [das ~] zelfstandig naamwoord
- Fremdenzimmer [das ~] zelfstandig naamwoord
- Hotelbetrieb [der ~] zelfstandig naamwoord
la pension (hôtel; hôtellerie; auberge; chambre d'hôtel)
Hotel; der Gasthof; der Hotelbetrieb; Hotelgewerbe; die Gästezimmer; Gastzimmer; Fremdenzimmer
- Hotel [das ~] zelfstandig naamwoord
- Gasthof [der ~] zelfstandig naamwoord
- Hotelbetrieb [der ~] zelfstandig naamwoord
- Hotelgewerbe [das ~] zelfstandig naamwoord
- Gästezimmer [die ~] zelfstandig naamwoord
- Gastzimmer [das ~] zelfstandig naamwoord
- Fremdenzimmer [das ~] zelfstandig naamwoord
la pension
Kostgeld
- Kostgeld [das ~] zelfstandig naamwoord
la pension (chambre d'hôtel)
die Pension
- Pension [die ~] zelfstandig naamwoord
la pension (pension de retraite)
die Altersversorgung
- Altersversorgung [die ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Altersversorgung	pension; pension de retraite	pension de retraite; retraite
Fremdenzimmer	auberge; chambre d'hôtel; hôtel; hôtellerie; maison de famille; pension	chambre d'hôtel
Gasthof	auberge; chambre d'hôtel; hôtel; hôtellerie; maison de famille; pension	bar; bistro; bistrot; brasserie; buffet; café; cantine; débit de boissons; restaurant; restauration; taverne
Gastzimmer	auberge; chambre d'hôtel; hôtel; hôtellerie; maison de famille; pension
Gästezimmer	auberge; chambre d'hôtel; hôtel; hôtellerie; maison de famille; pension	chambre d'amis; chambre d'hôtel; chambre d'hôtes
Hotel	auberge; chambre d'hôtel; hôtel; hôtellerie; maison de famille; pension
Hotelbetrieb	auberge; chambre d'hôtel; hôtel; hôtellerie; maison de famille; pension	chaîne d'hôtels; hôtellerie; industrie hôtelière
Hotelgewerbe	auberge; chambre d'hôtel; hôtel; hôtellerie; pension	chaîne d'hôtels; hôtellerie; industrie hôtelière
Kostgeld	pension
Pension	auberge; chambre d'hôtel; hôtel; hôtellerie; maison de famille; pension	pension annuelle; pension de retraite; rente annuelle; rente viagère; retraite

pension

noun

eine Rente für Arbeiter und Angestellte
- Ruhegeld → pension de vieillesse; rente de vieillesse; pension de sécurité de la vieillesse; pension de retraite; pension d'ancienneté; pension
Altersruhegeld für Arbeiter und Angestellte
- Rente → pension; retraite
Unterbringung von Personen, Tieren oder Pflanzen
- Pension → pension
kleiner Hotelbetrieb mit meist privater Atmosphäre
- Pension → pension; pension de famille

Cross Translation:

From	To	Via
• pension	→ Heim; Wohnheim; Herberge	↔ hostel — an affordable overnight lodging place
• pension	→ Rente	↔ pension — regular payment due to a person in consideration of past services
• pension	→ Pension	↔ pension — boarding house