Pénitence in het Duits vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Duits: Meer gegevens...

pénitence:
- Pönitenz; Prüfung; Versuchung; Buße; Genugtuung; Sühne; Feuerprobe; Sühnung; Bussestrafe; Büßen; Urteil Gottes
Wiktionary:
- pénitence → Buße
- pénitence → Beichte, Buße, Bußsakrament

Frans

Uitgebreide vertaling voor pénitence (Frans) in het Duits

la pénitence (expiation; épreuve)
die Pönitenz; die Prüfung; die Versuchung; die Buße; die Genugtuung; die Sühne; die Feuerprobe; die Sühnung; die Bussestrafe
- Pönitenz [die ~] zelfstandig naamwoord
- Prüfung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Versuchung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Buße [die ~] zelfstandig naamwoord
- Genugtuung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Sühne [die ~] zelfstandig naamwoord
- Feuerprobe [die ~] zelfstandig naamwoord
- Sühnung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Bussestrafe [die ~] zelfstandig naamwoord
la pénitence
Büßen
- Büßen [das ~] zelfstandig naamwoord
la pénitence
die Buße
- Buße [die ~] zelfstandig naamwoord
la pénitence (Jugement de Dieu)
Urteil Gottes
- Urteil Gottes [das ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Bussestrafe	expiation; pénitence; épreuve
Buße	expiation; pénitence; épreuve	amende; contravention; peine pécuniaire
Büßen	pénitence
Feuerprobe	expiation; pénitence; épreuve	BVT; rude épreuve; test d'acceptation de build; test de détection de fumée; test de vérification de build
Genugtuung	expiation; pénitence; épreuve	compensation; contentement; dédommagement; indemnisation; réparation; satisfaction
Prüfung	expiation; pénitence; épreuve	attraction; audition; baccalauréat; calvaire; charme; châtiment; composition; contrôle; enchantement; enquête; ensorcellement; envoûtement; examen; examen de fin d'études; examen universitaire; exploration; inspection; interrogation écrite; investigation; ravissement; recherche; rude épreuve; séduction; tentation; test; tourment; validation; vérification; épreuve; épreuve d'ordinateur; épreuve écrite; étude
Pönitenz	expiation; pénitence; épreuve
Sühne	expiation; pénitence; épreuve	amende; contravention; peine pécuniaire
Sühnung	expiation; pénitence; épreuve
Urteil Gottes	Jugement de Dieu; pénitence
Versuchung	expiation; pénitence; épreuve	appas; attirance; attraction; attrait; charme; enchantement; ensorcellement; envoûtement; fascination; pouvoir de séduction; pouvoir magique

pénitence

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• pénitence	→ Beichte	↔ biecht — de erkenning van zonden aan een geestelijke
• pénitence	→ Buße	↔ penance — voluntary self-imposed punishment
• pénitence	→ Bußsakrament	↔ penance — sacrament in some churches

Computer vertaling door derden: