Frans
Uitgebreide vertaling voor omis (Frans) in het Duits
omis:
-
omis (négligé)
unterlassen-
unterlassen bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor omis:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
unterlassen | manquer; négliger; omettre; renier | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
unterlassen | négligé; omis |
Synoniemen voor "omis":
omettre:
omettre werkwoord (omets, omet, omettons, omettez, omettent, omettais, omettait, omettions, omettiez, omettaient, omis, omit, omîmes, omîtes, omirent, omettrai, omettras, omettra, omettrons, omettrez, omettront)
-
omettre (sauter)
überschlagen; überspringen; übergehen; auslassen; aussetzen-
überschlagen werkwoord (überschlage, überschlägst, überschlägt, überschlug, überschlugt, übergeschlagen)
-
überspringen werkwoord (überspringe, überspringst, überspringt, übersprang, übersprangt, übersprungen)
-
-
omettre
-
omettre (dissimuler; cacher; camoufler; taire; déguiser; abriter; mettre en sûreté; détenir; receler; retenir; voiler; farder)
verbergen; verstecken; kamouflieren-
kamouflieren werkwoord (kamoufliere, kamouflierst, kamoufliert, kamouflierte, kamoufliertet, kamoufliert)
-
omettre (cacher; camoufler; déguiser; mettre en sûreté; abriter; dissimuler; détenir; receler; retenir; voiler; farder; celer; se taire de quelque chose)
verbergen; verstecken; kamouflieren; verheimlichen; verschleiern; verschweigen; abschirmen; tarnen; zurückhalten; hinterziehen; verhehlen-
kamouflieren werkwoord (kamoufliere, kamouflierst, kamoufliert, kamouflierte, kamoufliertet, kamoufliert)
-
verheimlichen werkwoord (verheimliche, verheimlichst, verheimlicht, verheimlichte, verheimlichtet, verheimlicht)
-
verschleiern werkwoord (verschleiere, verschleierst, verschleiert, verschleierte, verschleiertet, verschleiert)
-
verschweigen werkwoord (verschweige, verschweigst, verscheigt, verschieg, verschwiegt, verschwiegen)
-
zurückhalten werkwoord (halte zurück, hälst zurück, hält zurück, hielt zurück, hieltet zurück, zurückgehalten)
-
hinterziehen werkwoord (ziehe hinter, ziehst hinter, zieht hinter, zog hinter, zogt hinter, hintergezogen)
-
omettre (manquer; négliger; renier)
vernachlässigen; versäumen; unterlassen; verleugnen; abschwören-
vernachlässigen werkwoord (vernachlässige, vernachlässigst, vernachlässigt, vernachlässigte, vernachlässigtet, vernachlässigt)
-
abschwören werkwoord (abschwöre ab, abschwörst ab, abschwört ab, abschwörte ab, abschwörtet ab, abgeschwört)
-
Conjugations for omettre:
Présent
- omets
- omets
- omet
- omettons
- omettez
- omettent
imparfait
- omettais
- omettais
- omettait
- omettions
- omettiez
- omettaient
passé simple
- omis
- omis
- omit
- omîmes
- omîtes
- omirent
futur simple
- omettrai
- omettras
- omettra
- omettrons
- omettrez
- omettront
subjonctif présent
- que j'omette
- que tu omettes
- qu'il omette
- que nous omettions
- que vous omettiez
- qu'ils omettent
conditionnel présent
- omettrais
- omettrais
- omettrait
- omettrions
- omettriez
- omettraient
passé composé
- ai omis
- as omis
- a omis
- avons omis
- avez omis
- ont omis
divers
- omets!
- omettez!
- omettons!
- omis
- omettant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles