Frans
Uitgebreide vertaling voor mutuellement (Frans) in het Duits
mutuellement:
-
mutuellement (l'un l'autre; réciproquement; se; l'un à l'autre)
-
mutuellement (l'un à l'autre; se; réciproquement; l'un l'autre)
-
mutuellement
mit einander-
mit einander bijvoeglijk naamwoord
-
-
mutuellement (mutuel; mutuelle; entre soi; réciproque; réciproquement; bilatéral)
gegenseitig; zweiseitig; wechselseitig; bilateral-
gegenseitig bijvoeglijk naamwoord
-
zweiseitig bijvoeglijk naamwoord
-
wechselseitig bijvoeglijk naamwoord
-
bilateral bijvoeglijk naamwoord
-
-
mutuellement (mutuelle; mutuel; réciproque; bilatéral; réciproquement; respectif; synallagmatique)
auf sich selbst zurückkommend-
auf sich selbst zurückkommend bijvoeglijk naamwoord
-
-
mutuellement (bilatéral; réciproque; mutuelle; mutuel; réciproquement; respectif; synallagmatique)