Home ->Woordenboeken ->Frans/Duits ->Vertaal miniaturiser

Vertaal miniaturiser van Frans naar Duits

Overzicht
Frans naar Duits:   Meer gegevens...
  1. miniaturiser:

Frans

Uitgebreide vertaling voor miniaturiser (Frans) in het Duits

miniaturiser:

miniaturiser werkwoord

  1. miniaturiser (réduire; rappetisser; minimiser; )
    reduzieren; verringern; vermindern; verkleinern; mindern
    • reduzieren werkwoord (reduziere, reduzierst, reduziert, reduzierte, reduziertet, reduziert)
    • verringern werkwoord (verringere, verringerst, verringert, verringerte, verringertet, verringert)
    • vermindern werkwoord (vermindere, verminderst, vermindert, verminderte, vermindertet, vermindert)
    • verkleinern werkwoord (verkleinere, verkleinerst, verkleinert, verkleinerte, verkleinertet, verkleinert)
    • mindern werkwoord (mindere, minderst, mindert, minderte, mindertet, gemindert)

Vertaal Matrix voor miniaturiser:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mindern amoindrir; comprimer; diminuer; dégonfler; miniaturiser; minimiser; rabaisser; rappetisser; ravaler; réduire amoindrir; baisser; descendre; diminuer; diminuer ses dépenses; décliner; décroître; fondre; raccourcir; rendre plus petit; réduire; régresser; rétrécir; s'amoindrir; se garder de; se restreindre; économiser; épargner
reduzieren amoindrir; comprimer; diminuer; dégonfler; miniaturiser; minimiser; rabaisser; rappetisser; ravaler; réduire amenuiser; amoindrir; annuler; baisser; descendre; diminuer; diminuer ses dépenses; décliner; décroître; défaillir; faire marche arrière; faire tourner dans le sens opposé; fondre; minimiser; raccourcir; reduire; réduire; régresser; rétrécir; s'amoindrir; se garder de; se restreindre; solder; tourner en sens contraire; économiser; écourter; épargner
verkleinern amoindrir; comprimer; diminuer; dégonfler; miniaturiser; minimiser; rabaisser; rappetisser; ravaler; réduire abréger; amoindrir; diminuer; décroître; raccourcir; rendre plus petit; réduire; s'amoindrir; zoom arrière; écourter
vermindern amoindrir; comprimer; diminuer; dégonfler; miniaturiser; minimiser; rabaisser; rappetisser; ravaler; réduire amenuiser; amoindrir; baisser; diminuer; diminuer ses dépenses; décliner; décroître; défaillir; fondre; raccourcir; rendre plus petit; réduire; régresser; s'amoindrir; se garder de; se restreindre; économiser; épargner
verringern amoindrir; comprimer; diminuer; dégonfler; miniaturiser; minimiser; rabaisser; rappetisser; ravaler; réduire amoindrir; annuler; baisser; diminuer; décimer; décliner; décroître; faire marche arrière; faire tourner dans le sens opposé; fondre; rendre plus petit; réduire; régresser; s'amoindrir; se restreindre; tourner en sens contraire; épuiser

Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2025 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0235 seconde
Page rendered in 1.0 seconds