Menuisier in het Duits vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Duits: Meer gegevens...

menuisier:
- Schreiner; Tischler; Möbeltischler; Zimmermann; Holzbearbeiter
Wiktionary:
- menuisier → Schreiner, Tischler
- menuisier → Zimmermann, Bauschreiner, Tischler, Schreiner

Frans

Uitgebreide vertaling voor menuisier (Frans) in het Duits

le menuisier (ébéniste)
der Schreiner; der Tischler
- Schreiner [der ~] zelfstandig naamwoord
- Tischler [der ~] zelfstandig naamwoord
le menuisier (ébéniste)
der Schreiner; der Möbeltischler; der Tischler
- Schreiner [der ~] zelfstandig naamwoord
- Möbeltischler [der ~] zelfstandig naamwoord
- Tischler [der ~] zelfstandig naamwoord
le menuisier (ébéniste)
der Schreiner
- Schreiner [der ~] zelfstandig naamwoord
le menuisier (charpentier; ébéniste)
der Zimmermann; der Tischler; der Schreiner
- Zimmermann [der ~] zelfstandig naamwoord
- Tischler [der ~] zelfstandig naamwoord
- Schreiner [der ~] zelfstandig naamwoord
le menuisier (charpentier; ébéniste; sculpteur de bois)
der Holzbearbeiter
- Holzbearbeiter [der ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Holzbearbeiter	charpentier; menuisier; sculpteur de bois; ébéniste	graveur sur bois; sculpteur; sculpteur sur bois
Möbeltischler	menuisier; ébéniste
Schreiner	charpentier; menuisier; ébéniste	menuisiers; ouvriers de bois; ébénistes; ébénistes d'armoires
Tischler	charpentier; menuisier; ébéniste
Zimmermann	charpentier; menuisier; ébéniste

menuisier

noun

menu|fr Personne qui travaille le bois pour en faire des meubles ou des pièces utiles pour les bâtiments.
- menuisier → Schreiner; Tischler

menuisier

noun

Handwerker, der aus Holz Möbel oder Fenster und Türen herstellt
- Tischler; Schreiner → menuisier

Cross Translation:

From	To	Via
• menuisier	→ Zimmermann; Bauschreiner; Tischler; Schreiner	↔ carpenter — carpentry person
• menuisier	→ Schreiner; Tischler	↔ joiner — maker of wooden furniture
• menuisier	→ Schreiner; Tischler	↔ woodworker — a person skilled at woodworking
• menuisier	→ Zimmermann	↔ timmerman — iemand die zich beroepsmatig vooral met houtbewerking bezighoudt
• menuisier	→ Tischler	↔ meubelmaker — een vakman die beroepsmatig meubels vervaardigt