Marché in het Duits vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Duits: Meer gegevens...

marché:
- Handel; Kaufhandel; Güterhandel; Absatzgebiet; Schnäppchen; Gelegenheitskauf; Okkasion; Vorhalle; Halle; Eingangshalle; Auktionsraum; Markt
Wiktionary:
- marché → Markt, Basar, Marktplatz, Warenhaus, Verkaufshalle, Kaufhaus, Kauf, Einkauf, Schranne, Handel
- marché → Messe, Markt, Marktplatz

Frans

Uitgebreide vertaling voor marché (Frans) in het Duits

le marché (commerce des marchandises; commerce; échange)
der Handel; der Kaufhandel; der Güterhandel
- Handel [der ~] zelfstandig naamwoord
- Kaufhandel [der ~] zelfstandig naamwoord
- Güterhandel [der ~] zelfstandig naamwoord
le marché (débouché)
Absatzgebiet
- Absatzgebiet [das ~] zelfstandig naamwoord
le marché (emplette; occasion; solde; aubaine; bonne affaire)
Schnäppchen; der Gelegenheitskauf; die Okkasion
- Schnäppchen [das ~] zelfstandig naamwoord
- Gelegenheitskauf [der ~] zelfstandig naamwoord
- Okkasion [die ~] zelfstandig naamwoord
le marché (marché au cadran; salle des ventes)
die Vorhalle; die Halle; die Eingangshalle; der Auktionsraum
- Vorhalle [die ~] zelfstandig naamwoord
- Halle [die ~] zelfstandig naamwoord
- Eingangshalle [die ~] zelfstandig naamwoord
- Auktionsraum [der ~] zelfstandig naamwoord
le marché
Markt
- Markt

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Absatzgebiet	débouché; marché
Auktionsraum	marché; marché au cadran; salle des ventes
Eingangshalle	marché; marché au cadran; salle des ventes	entrée; hall; pièce donnant sur la rue; portail; vestibule
Gelegenheitskauf	aubaine; bonne affaire; emplette; marché; occasion; solde	aubaine; bonne affaire; bonne aubaine; chance; coup de chance; coup de veine; effet du hasard; occasion; providence; solde
Güterhandel	commerce; commerce des marchandises; marché; échange
Halle	marché; marché au cadran; salle des ventes	accueil; chambre; entrée; foyer; grande salle; hall; halle; pièce; pièce de réception; pièce donnant sur la rue; pièce spacieuse; portail; réception; salle de séjour; salon; vestibule
Handel	commerce; commerce des marchandises; marché; échange	accord; affaire; affaires; artisanat; commerce; marchandise; marché conclu; métier; négoce; opération; profession; trafic; transaction; échange
Kaufhandel	commerce; commerce des marchandises; marché; échange	affaire; artisanat; commerce; métier; métier commercial; profession
Okkasion	aubaine; bonne affaire; emplette; marché; occasion; solde
Schnäppchen	aubaine; bonne affaire; emplette; marché; occasion; solde	aubaine; bonne affaire; occasion; solde
Vorhalle	marché; marché au cadran; salle des ventes	hall; pièce donnant sur la rue; vestibule
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Markt	marché

marché

noun

Groupement de vendeurs
- marché → Markt; Basar
Lieu de ce groupement
- marché → Markt; Basar; Marktplatz; Warenhaus; Verkaufshalle; Kaufhaus
Concept économique
- marché → Markt; Kauf; Einkauf

marché

noun

süddeutsch, österreichisch, veraltet: die Markthalle, der Markt
- Schranne → marché
Einrichtung/Ort zum Handel mit Waren
- Markt → marché
verallgemeinert: Sphäre der Warenzirkulation
- Markt → marché
das Treffen einer geschäftlichen Vereinbarung
- Handel → marché

Cross Translation:

From	To	Via
• marché	→ Messe; Markt	↔ fair — market
• marché	→ Markt	↔ market — spacious site for trading
• marché	→ Markt	↔ market — organised event of trading
• marché	→ Markt	↔ market — group of customers for a product
• marché	→ Markt	↔ market — total sum of trading
• marché	→ Marktplatz	↔ marketplace — space, actual or metaphorical, in which a market operates
• marché	→ Marktplatz	↔ marketplace — open area in a town housing a public market
• marché	→ Marktplatz	↔ marketplace — the world of commerce and trade
• marché	→ Markt	↔ markt — warenverkoop op pleinen en straten