Manières in het Duits vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Duits: Meer gegevens...

manières:
- Umgangsformen; Sitten; Ziererei; Anstellerei; Schnickschnack; Unsin; Fussel; Mischmasch
Wiktionary:
- manières → Manier
- manières → Manieren

Frans

Uitgebreide vertaling voor manières (Frans) in het Duits

la manières (usages du monde; savoir-vivre)
die Umgangsformen; die Sitten
- Umgangsformen [die ~] zelfstandig naamwoord
- Sitten [die ~] zelfstandig naamwoord
la manières (affectation; théâtre; comédie; action; chichi; artifice; maniérisme; titre; portion)
Ziererei; die Anstellerei
- Ziererei [das ~] zelfstandig naamwoord
- Anstellerei [die ~] zelfstandig naamwoord
la manières (chichis; frange; façons; cérémonies; effilochure; éraillure)
der Schnickschnack; der Unsin; die Fussel; der Mischmasch
- Schnickschnack [der ~] zelfstandig naamwoord
- Unsin [der ~] zelfstandig naamwoord
- Fussel [die ~] zelfstandig naamwoord
- Mischmasch [der ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Anstellerei	action; affectation; artifice; chichi; comédie; manières; maniérisme; portion; théâtre; titre
Fussel	chichis; cérémonies; effilochure; façons; frange; manières; éraillure
Mischmasch	chichis; cérémonies; effilochure; façons; frange; manières; éraillure	amalgame; bataclan; bazar; bric-à-brac; emmêlement; enchevêtrement; enlacement; entrelacement; fourbi; mélange; méli-mélo; pagaille; pot-pourri; pêle-mêle; ramassis; rassemblement; salade; tas; troupe
Schnickschnack	chichis; cérémonies; effilochure; façons; frange; manières; éraillure	antiquaille; bagatelles; bibelots; falabas; fanfreluches; imitation d'art; kitsch
Sitten	manières; savoir-vivre; usages du monde	coutumes; habitudes; moeurs
Umgangsformen	manières; savoir-vivre; usages du monde
Unsin	chichis; cérémonies; effilochure; façons; frange; manières; éraillure
Ziererei	action; affectation; artifice; chichi; comédie; manières; maniérisme; portion; théâtre; titre	affectation; artifice; fausseté; maniérisme